Een verhaal om te verteren

De krant wil het overlijdensbericht voor het einde van de middag hebben als we het nog in de editie van morgen gedrukt willen hebben. Aan de keukentafel probeer ik iets op papier te zetten, maar ik vind het moeilijk de juiste woorden te vinden. Over gevoelens spraken we nooit echt, die waren er wel, maar niet in woord. Online zoek ik naar tips. Ik lees dat je met iets persoonlijks over de overledene moet openen. Iets over de liefde voor haar honden misschien, of over de zee. Ze ging er graag oesters rapen, misschien past dat beter. Ik vind een citaatje uit Moby Dick, misschien wat cliché, maar het doet me denken aan haar gevoel van depersonalisatie:
‘Ik denk dat we te veel op oesters lijken die vanuit het water naar de zon kijken en het dichte water voor de ijlste lucht houden. Mijn lichaam is niet meer dan het bezinksel van mijn betere ik, neem mijn lichaam, wie het wil, neem het, zeg ik, ik ben het niet.’
Van het slijm in je darmen en het zilte water in de oester, tot het slijk op de bodem van de haven vlak bij het oude huis en het slib van het wad: alles in Autopsie voelt alsof het tastbaar is. Bewust, want in Autopsie plaatst Jilt Jorritsma het menselijk lichaam centraal als plaats van herinnering, waarneming en vervorming van de werkelijkheid. Wat je ziet en voelt, wordt gevoed door alles wat je zelf tot je neemt en wat je is gevoed: door je (voor)ouders, je omgeving. Een klassiek voorbeeld van nature en nurture en de dunne scheidslijn daartussen.
Perspectief en personages
Verteld vanuit een meervoudig ik-perspectief van Riene, Brecht en Jarre, word je in staat gesteld om stap voor stap de behoorlijk fragmentarische gebeurtenissen voor en na Mettes dood te reconstrueren. Losse scènes en hints krijgen pas betekenis wanneer ze over de stemmen heen met elkaar worden verbonden. Regelmatig lopen deze parallel en is het aan de lezer om ze samen te brengen. Dat Autopsie een uitdaging biedt, is daarom zwak uitgedrukt.
De keuze voor het ik-perspectief draagt bij aan het gevoel van nabijheid, maar ook aan onbetrouwbaarheid. Niet alle personages zijn even transparant, wat zichtbaar wordt in het uiteindelijke besef dat Brecht niet zo loyaal aan of zorgzaam voor Mette is geweest als ze zich voordoet. Regelmatig heb ik me afgevraagd of ik Brecht een goede moeder vond en waarom er zoveel afstand tussen de zussen bestaat. Deze spanning, die eerder intellectueel is dan emotioneel, maakt dat de lezer blijft zoeken naar samenhang en waarheid. Je krijgt veel vragen, zoals op p. 22: ‘Nu vraag ik me af of het niet apart was dat ik niet binnen mocht komen. Misschien was er iemand bij haar, iemand van wie ze niet wilde dat ik het wist. Misschien was hij er.’ Dertig pagina’s later krijg je pas een voorlopig antwoord. Ook de rem- en de badkamerscène nodigen uit om goed te blijven lezen; even afgeleid zijn, zorgt ervoor dat je essentiële informatie mist. Soms maakt Jorritsma het je wel lastig: je echt inleven is moeilijk omdat de zussen zélf zo’n afstand tot elkaar bewaren en hun taalgebruik behoorlijk op elkaar lijkt.
Thematiek
Thematisch sluit de roman aan bij Jorritsma’s persoonlijke fascinatie voor het lichaam als archief van het verleden. In interviews en essays vertelt hij hoe ziekte, fysieke ingrepen en zelfs microplastics in het lichaam zijn besef voedden dat de binnen- en buitenwereld voortdurend in elkaar grijpen. Die gedachte keert in Autopsie terug in de nadruk op darmen, ziekte en lichamelijk onderzoek. Het lichaam is bij Jorritsma geen afgesloten entiteit, maar een doorlaatbare structuur waar externe invloeden binnendringen en interne processen de waarneming kleuren. Hierin schuwt hij niet om de uitersten op te zoeken: net als in Jorritsma’s debuutroman Wad raken sommige scènes mijn grenzen aan van wat ik wil lezen – en vooral waaróm ik dit moet lezen – terwijl ik me ondertussen verdiep in het koloniale Nieuw-Amsterdam en googel om depersonalisatie, roken als remmer van colitis en het aan Hitler toegeschreven citaat beter te kunnen plaatsen. Alles lijkt een plek te hebben.
Ook op verhalend niveau wordt deze verweving zichtbaar. Locaties als Moddergat en New York worden niet alleen geografisch beschreven, maar ook beladen met persoonlijke geschiedenis en familieverbanden. Motieven als oesters, de Tweede Wereldoorlog, ziek-zijn en de dood weven zich door de roman en spiegelen het centrale idee: identiteit is samengesteld, veranderlijk en beïnvloed door zowel fysieke als historische erfenissen. De subtiele verwijzing naar het gedachte-experiment van het Schip van Theseus onderstreept dat: de vraag waaruit je als mens bestaat, en of je dezelfde blijft wanneer onderdelen veranderen.
Ontvangst
Niet altijd voelt alles logisch in deze roman. Het einde las ik opnieuw en opnieuw om uiteindelijk bepaalde vragen toch niet beantwoord te zien en hoewel literatuur absoluut vragen mag oproepen, voelt dit wat teleurstellend. Ook bij anderen riepen de toon en thematiek wisselende reacties op. Recensies van onder meer Trouw, Tzum en Het Leesbureau prijzen de gelaagdheid en de originele benadering van het lichaam als literaire lens, terwijl NRC en Het Parool kritischer zijn over bijvoorbeeld de uitwerking van personages of de toegankelijkheid van het verhaal. Genuanceerde besprekingen, zoals in De Groene Amsterdammer en De Standaard, wijzen op zowel de kracht van Jorritsma’s intellectuele benadering als de afstand die dit soms tot de lezer creëert.
Daarmee is Autopsie geen roman die primair op emotionele identificatie mikt, maar eerder op het uitdagen van het waarnemingsvermogen van de lezer. Het is een verkenning van hoe lichamen verhalen opslaan en doorgeven, en hoe waarneming onvermijdelijk gefilterd wordt door de materie waaruit we bestaan. Daarmee is het een uitdagende roman, één om langzaam te verteren en te zien wat dan blijft.
Laat een reactie achter