Bijna een halve eeuw later

Toen Jan Terlouw eerder dit jaar overleed, gingen mijn gedachten eigenlijk vooral naar zijn boeken. Als politicus had ik hem nooit zo interessant gevonden, als commissaris van de koningin in Gelderland was hij Vitesse-fan en voor het overige had ik hem ook niet zo bijgehouden. Maar die boeken! Als vroeg lezertje, heb ik ze allemaal verslonden, ook De Derde kamer, een roman voor volwassenen – waarbij me nu, per saldo, opviel dat ik me van al die boeken eigenlijk bar weinig meer herinner. Koning van Katoren: niks; Pjotr: niks; Oorlogswinter: dat niet alle Duitsers Moffen waren en harteloze klootzakken (een scène in een dakgoot?). Alleen van Oosterschelde windkracht 10 stond me het plot haarscherp bij. Dat moest ik maar eens herlezen, bedacht ik, vooral ook omdat dat plot ineens best actuele implicaties had.
De (hernieuwde) kennismaking met het boek viel me helemaal niet tegen. Het verhaal over de watersnoodramp van 1953 en de politieke verwikkelingen zo’n 20 jaar later rond het al dan niet afsluiten van de Oosterschelde brengt Terlouw beeldend en goed geschreven tot leven. Ik herinnerde me niet dat de ramp zelf zo plastisch beschreven werd. De angst, het sterven, het wachten, de onzekerheid: het is allemaal bepaald niet kinderachtig weergegeven.
Nep-cameraploeg
En over kinderachtig gesproken, gaandeweg vroeg ik me steeds vaker af waarom dit eigenlijk een jeugdboek is? Als het nou eens niet zo’n spuuglelijke ‘realistische’ omslagillustratie had (met prominent een drenkeling wiens haar er nog pront gekapt bijstaat, gelet de barre omstandigheden) en zou zijn uitgegeven door een andere uitgeverij dan jeugduitgever Lemniscaat? Als je de hedendaagse definitie van Young Adult-literatuur erop zou toepassen, zou het boek daar niet onder vallen: alleen al de coming-of-age van een young adult ontbreekt; Terlouws taal is niet per se eenvoudig, maar eigenlijk gewoon ‘volwassen’, soms verraadt zich in enkele technische uiteenzettingen misschien wat teveel de bèta-achtergrond van de auteur. Wat Terlouw in elk geval knap doet is de opvattingen van beide partijen in de strijd om de Oosterschelde tot hun recht laten komen.
En dan dat specifieke plot dus, dat mij na al die jaren nog bijstond. In Oosterschelde windkracht 10 neemt het verhaal een cruciale wending door een truc die de actiegroep, genaamd ‘NogTIJd’, uithaalt met Lievenbach, een hoge ambtenaar van Rijkswaterstaat, die fervent tegenstander is van het openhouden van de Oosterschelde. De actiegroep verzint een nep-cameraploeg van de nationale televisie die de ijdele man interviewt en hem nogeens uitgebreid al zijn bezwaren op een rij laat zetten.
Veiligheid
Als jonge jongen was ik graag bezig met mijn cassetterecordertje en microfoon (en later twee) om radioprogrammaatjes te imiteren en ‘monteren’, dus wat de actiegroep vervolgens uithaalde vond ik toen wel een stunt – en is me dus altijd bijgebleven: de antwoorden van Lievenbach werden gemonteerd in later ingevoegde vragen, zodat de man in de TV-uitzending precies het tegenovergestelde beweerde van wat hij eigenlijk vond. Dat gaat als volgt. In het echte interview zegt hij bijvoorbeeld:
‘Bent u niet bang voor de veiligheid langs de Wester-schelde?”
Lievenbach: “Geen sprake van. De veiligheid is gegarandeerd. Voor deze zeearm is dijkverhoging de goede oplossing.’
In het uitgezonden TV-interview wordt dat aldus gemonteerd:
‘Bent u niet bang voor de veiligheid bij een open Oosterschelde?”
Lievenbach: ‘Geen sprake van. De veiligheid is gegarandeerd. Voor deze zeearm is dijkverhoging de goede oplossing.’
Zo (b)lijkt voor geheel teeveekijkend Nederland de hoogste ambtenaar van Rijkswaterstaat ineens 180 graden gedraaid. En met hem, uiteindelijk, de hele publieke opinie: de Oosterschelde bleef open.
Trucs
Terlouw kleedt de media-manipulatie mooi in. Lievenbach heeft, zo blijkt eerder in het boek, iets akeligs op zijn kerfstok, namelijk een bomaanslag waarmee hij had geprobeerd actiegroep NogTIJd in een kwaad daglicht te stellen. Ze dreigen Lievenbach als kwade genius erachter bekend te maken in een volgend gemanipuleerd interview op teevee. Onderling hebben de actievoerders bediscussieerd of deze werkwijze wel ethisch is. Uiteindelijk beslissen ze van wel: het doel heiligt hier de middelen.
Of zoals de actievoerders, van wie een een schoolmeester, na de eerste (en enige) uitzending tegen Lievenbach zeggen:
‘Kijk, wat wij gedaan hebben kan natuurlijk eigenlijk niet door de beugel. Ik leer mijn kindertjes in de klas iedere dag dat ze niet mogen liegen en bedriegen en daar hoort ook bij het verdraaien en verknippen van andermans woorden.’
‘Ook al heeft die ander onze woorden en bedoelingen honderdmaal in het openbaar verdraaid,’ vult Jos aan.
Bijna vijftig jaar later vind ik de vraag wel interessant hoe een huidige lezer ernaar zou kijken, met de kennis van AI en andere manipulatieve trucs die fake-facts tot feit trachten te maken en ook politieke beslissingen proberen te beïnvloeden.
Ethisch correct
De meest directe bron is scholieren.com. Het meest recente verslag van ‘Oosterschelde’ dateert echter van bijna tien jaar geleden en dat gaat (dan ook) niet in op deze kwestie van nu. De oudere verslagen noemen de manipulatie overigens helemaal niet of houden het bij een neutrale formulering als ‘ze verdraaiden zijn woorden’.
Hoe waarschijnlijk het overigens is dat ‘in het echt’ anno 1976 zo’n actie probleemloos zonder gevolgen zou zijn gebleven lijkt me natuurlijk de vraag. Net als de al helemaal niet te beantwoorden kwestie of Terlouw zelf in de huidige digitale maatschappij gekozen zou hebben voor deze actie. En je kunt je natuurlijk ook nu afvragen hoe ethisch correct de actie toen was. Maar de stunt blijft je wel bij, zo blijkt dus, na bijna een halve eeuw.
Laat een reactie achter