Nederlandstalige prozaïsten anno 1961

Deze week gaat de column van Opheffer in De groene Amsterdammer over Nieuwe romanciers van W.M.L.E. van Leeuwen uit 1961. Dat boek bevat een reeks essays over toentertijd actuele schrijvers, of, zoals Opheffer het typeert, een ‘homerische lijst van 25 schrijvers’ [zie het plaatje]. Hoewel Opheffer liefdevol aandacht schenkt aan Van Leeuwen en en passant een mooi schijnwerpertje richt op Anna Blaman, is de teneur toch wat sombertjes: wie kent deze namen nog, wie leest ze nog?

Om te beginnen: W.L.M.E van Leeuwen ken ik nog. Als criticus, van zijn mooie memoires Avonden op Drienerwolde, en als organisator van de voordrachten op de Volkshogeschool in Enschede die, onder veel meer, Nijhoffs fameuze lezing ‘Over eigen werk’ opleverde. Sterker nog: nog maar zeer onlangs sprak ik – te Enschede – nog over Van Leeuwen met mijn zo erudiete uitgever Paul Abels.
En dan de namenlijst. Ik ben het rijtje eens langsgegaan – zonder Google of handboek – om te zien wie ik van deze 25 ken én van wie ik ook daadwerkelijk wat heb gelezen.
Al te vrolijk
Het viel me, eerlijk gezegd, nog niet tegen. Drie kende ik helemaal niet: Elisabeth de Jong-Keesing, J. van de Walle, Erik ter Duyn. Van nog eens drie kende ik de naam, maar heb ik nooit iets gelezen: Theo J. van der Wal (Jeroen Brouwers’ voorganger bij Manteau), Rudi van Vlaanderen (de acteur/regisseur?) en Esteban Lopez (dook in de marge van mijn onderzoek naar Tijd en mens/Podium en Jan Walravens af en toe als naam op). Blijven over: negentien schrijvers van wie ik eén, meer of soms zelfs veel boeken las.
Overigens vallen mij ook wat merkwaardige afwezigen op. Te beginnen Hugo Claus, die toen al zeer aardig aan de weg timmerde, maar kennelijk niet hard genoeg voor Van Leeuwen. En Gerard Reve, die op dat moment, zo realiseerde ik me, inbetween fames was: na het ophefmakende De Avonden eind jaren veertig, was het al een tijd stil geworden rond hem, en pas kort na Nieuwe romanciers zou zijn faam voor eeuwig opvlammen met z’n brievenboeken.
Natuurlijk ben ik een oude man, neerlandicus van beroep en uit hartstocht bovendien. En van nature optimist. Ik geloof dan ook dat er in dit lijstje werkelijk de nodige auteurs staan die ook anno heden nog meer zijn dan, om A.L. Sötemann te citeren, schrijvers ‘die nog maar namen lijken’.
Of kijk ik, zoals steeds, weer al te vrolijk naar de wereld? Onderstaand graag uw scores. Reacties zullen met de grootste discretie worden behandeld.
Ben ik nou de enige die het durft? Ik heb van elf van deze auteurs iets gelezen, soms veel, meestal niet zo veel.
Twaalf gelezen.
Deze zes auteurs ken ik niet:
– Albert van der Hoogte
– Theo J. van der Wal
– Elisabeth de Jong-Keesing
– J. van de Walle
– Erik ter Duyn
– Esteban López
16 gelezen, 2 nooit van gehoord.
Bij het opfrissen van mijn geheugen en inspectie van mijn geïnternaliseerde boekenkasten blijk ik werk te hebben gelezen van:
– Anna Blaman
– J.B. Charles
– Albert van der Hoogte
– Johan Daisne
– Elisabeth Keesing
– Louis-Paul Boon
– Adriaan van der Veen
– Erik Terduyn (ps. van de fotograaf E. van Moerkerken)
– Pierre Dubois
– Hella Haasse
– Piet van Aken
– Willem van Maanen
– Hubert Lampo
– Jan Walravens
– W.F. Hermans
– Bert Schierbeek
– Alfred Kossmann
– Gerrit Kouwenaar
– Ward Ruyslinck
Ik heb nooit gehoord van Theo van der Wal en J. van de Walle
Jongens, noem de auteurs waarvan je nooit iets hebt gehoord en/of niets hebt gelezen, bij naam. Meneer Joosten verdient eerlijke boter bij zijn lekkere vis. 🙂
Heel opmerkelijke áfwezigheid: Vestdijk
Ik vermoed dat Van Leeuwen, zoals de titel ‘Nieuwe romanciers’ eigenlijk al zegt, vooral jongere auteurs op het oog had. Bordewijk, bijvoorbeeld, ontbreekt ook.
Lezen, gelezen, herlezen: allemaal prima, maar begin sowieso met J. van de Walle.
En ik zal je zeggen waarom: iedereen die ook maar een blokje kaas heeft gegeten van de Nederlands-Caribische literatuur, kent Johan van de Walle. Vooral zijn laatste roman, Een vlek op de rug, hoort thuis in een canon van de West. Helaas heeft de doorsnee neerlandicus een blinde vlek voor deze uithoek van ons taalgebied.
17 namen bekend, van 13 ervan één of meerdere boeken gelezen.
Nooit iets van gelezen, de meesten ook nooit van gehoord:
– Albert van der Hoogte
– Theo J. van der Wal
– Elisabeth de Jong-Keesing
– J. van de Walle
– Erik ter Duyn
– Jan Walravens
– Rudi van Vlaanderen
– Esteban López
Blijven er 17 over van wie ik wel werk heb gelezen.
PS Is dit telspelletje een exclusief mannentijdverdrijf? (in 1961 waren nog drie van de 25 gesignaleerde nieuwkomers vrouw)
Het is een soort verplaswedstrijd, maar dan omgekeerd: wie kent de meeste auteurs niet? Wie heeft het minst gelezen van deze auteurs? Wie plast het minst ver? Blijkbaar is dat een mannendingetje. Vandaar dat er nog geen enkele vrouw gereageerd heeft.
Die ‘verplaswedstrijd’ wordt beschreven in de roemruchte academic novel ‘Changing Places’ van David Lodge. De leden van een Amerikaanse vakgroep Engelse Letterkunde spelen er het spelletje ‘Humiliation’. Je kunt punten krijgen door de titels van boeken te noemen die je nog nooit gelezen hebt. Hoe meer mensen in het gezelschap dat boek wél gelezen hebben, des te meer punten. Je doet er dus goed aan om in anglistische kring algemeen gelezen boeken te noemen, zoals Paradise regained of Hiawatha. (In het boek komt één van de deelnemers, Howard Ringbaum, ernstig met zijn eigen karakter in de knoei, doordat hij streeft naar een zo groot mogelijk prestige. Aan de ene kant zorgt dat ervoor dat hij niets liever wil dan winnen, maar aan de andere kant zou dat betekenen dat hij van een klassieker moet toegeven dat hij er nog nooit een letter in gelezen heeft. Uiteindelijk wint zijn overwinningszucht het en roept hij: Hamlet! Hetgeen vervolgens niemand gelooft.)
Ik heb nog nooit van David Lodge gehoord, laat staan dat ik ‘Changing Places’ gelezen heb. Dus daar scoor ik toch mooi een punt.
Nooit van gehoord: Albert vd Hoogte, Theo vd Wal, J. vd Walle, Rudi van Vlaanderen; wel bekend maar niet gelezen: Elisabeth de Jong-Keesing, Esteban Lopez
Van Leeuwen (Lezende onder de Lamp) woonde aan de Bosweg in Drienerloo (niet Drienerwold). En had dus altijd gelijk. Ook met het behandelen van Esteban Loops.
MIJN BIJDRAGE AAN DIT GEZELSCHAPSSPEL
W.M.L.E. van Leeuwen mij bekend door zijn vele bloemlezingen, schoolboeken en essays
Anna Blaman: “Vrouw en vriend” en natuurlijk “Eenzaam avontuur”
J.B. Charles : essays en gedichten, polemiek met Hermans
Albert van der Hoogte: “Het laatste uur”
Theo J. van der Wal: NOOIT VAN GEHOORD
Johan Daisne: “De man die zijn haar liet kort knippen”
Elisabeth de Jong-Keesing : “Wennen aan de wereld”
Louis Paul Boon : veel
Adriaan Morriën: vooral gedichten
J. van de Walle: “Slavenopstand”
Adriaan van der Veen: o.a. “Wij hebben vleugels”
Erik ter Duyn: NOOIT VAN GEHOORD
Pierre H. Dubois: vooral essays over Franse literatuur
Bert Schierbeek: “Het boek Ik” “Terreur tegen terreur”
Hella Haasse: veel
Piet Van Aken: een boek met een verwerpelijke titel
Willem van Maanen:”De onrustzaaier” en nog een paar
Hubert Lampo: “De komst van Joachim Stiller”
Jan Walravens: “Negatief”
W.F. Hermans: veel
Alfred Kossmann: “Reislust”, gedichten
Gerrit Kouwenaar: “Val bom”, gedichten
Harry Mulisch: veel
Ward Ruyslinck: “De Madonna met de buil “
Rudi Van Vlaanderen: NOOIT VAN GEHOORD
Esteban López: “Als broer en zuster”(ook nog verfilmd)
CONCLUSIE: Veel gelezen, weinig van bijgebleven.