
Ben Salemans is dit weekeinde plotseling overleden. Wat erg. Hij was een gedreven mens, iemand die heel veel heeft betekend voor de neerlandistiek, en dan met name voor dit tijdschrift.
Hij richtte het in 1992 op. Hij werkte aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen en medewerkers van de universiteiten kregen de mogelijkheid iets nieuws te doen met internet: via e-mail een nieuwsbrief beginnen om onderling informatie te beginnen. Zo’n nieuwsbrief moest verstuurd worden door één redacteur, die de informatie verzamelde en een paar keer per maand uitstuurde naar abonnees. De naam moest kort zijn, en eindigen op het achtervoegsel ‘-L’ (voor -‘lijst’). Zo ontstond de naam Neder-L.
Bijna twintig jaar was Ben de hoofdredacteur van deze nieuwsbrief. Zo’n drie keer per maand besteedde hij een nacht aan de redactie van het tijdschrift, dat al snel uitgroeide tot hét clubblad van alle neerlandici. Het huidige Neerlandistiek (de naam veranderde in 2016) draagt nog duidelijk de karakteristieken van het blad zoals hij dat maakte, bijvoorbeeld in de verdeling tussen inhoudelijke artikelen en mededelingen over evenementen, nieuw verschenen boeken,, enzovoort. Ook het idee dat het gratis is, en toegankelijk voor iedereen die de studie van Nederlandse taal- en letterkunde genegen is, komt van Salemans. We zijn een idealistisch blad omdat we zijn opgericht door een idealist.
Gedrevenheid
Ben verzamelde een redactie om zich heen, die bestond uit Piet Verkruijsse, Willem Kuiper, Francien Petiet, Peter-Arno Coppen en mij, maar onze taak was vooral die van klankbord, bijvoorbeeld voor als er een lezer onredelijk begon te klagen en Ben zich dat heel erg aantrok. Hij schreef daar dan een e-mail over die in mijn herinnering altijd met het woord ‘Slik’ begon. Wij mochten hem dan uitleggen dat die klager – ook weer in mijn herinnering – nooit gelijk had, en dat de overgrote meerderheid van de lezers zeer tevreden was. De neerlandistiek werd over alle disciplinaire grenzen heen een gemeenschap, die zonder Neder-L niet zo had bestaan. Taalkundigen, letterkundigen en taalbeheersers – ze hadden allemaal een abonnement.
Ben had het werk voor Neder-L graag betaald laten maken, maar dat is nooit gelukt. Mensen maakten wel gebruik van de informatie, maar ze zagen het werk geloof ik niet zo goed. Ook werden elektronische uitgaven lange tijd nauwelijks serieus genomen. Ook pogingen om financiering te krijgen van bijvoorbeeld de Nederlandse Taalunie liepen op niets uit, behalve dat Ben een tijdje werkte als redacteur van het eigen elektronische tijdschrift van de Taalunie, Taalschrift. Dat bestaat niet meer, net zoals veel andere initiatieven uit die tijd – Neder-L/Neerlandistiek is waarschijnlijk een van de oudste nog bestaande elektronische tijdschriften in het taalgebied.
Zo’n vijftien jaar geleden veranderde er iets. Ben accepteerde een baan als docent Nederlands in zijn geboortestad Maastricht, en daardoor was er geen tijd meer voor lange nachten werk aan Neder-L. Het tijdschrift veranderde bovendien van vorm, van een lange verzamel-e-mail naar een website. Hij bleef wel altijd betrokken bij het tijdschrift, en schreef er ook altijd voor, maar gooide ondertussen zijn hele gedrevenheid op zijn leerlingen en het onderwijs. Een paar jaar geleden nam hij pensioen, maar binnen de kortste keren was hij weer terug op het Sophianum Gulpen, waar hij het afgelopen schooljaar nog twee leerlingen heeft begeleid voor een prijswinnend profielwerkstuk.
Ben hield van de neerlandistiek, van MVV, van goed bier en van oude boeken. Hij tobde zo lang ik hem kende ook wel met gezondheidsklachten, maar ik ging ervan uit dat zijn gedrevenheid hem nog lang zou voort zou stuwen. Daar kwam dit weekeinde ineens een einde aan.
Slik.
Laat een reactie achter