We hebben elkaar gemist, een strijd zonder stem

Wanneer Bastiaan op zesjarige leeftijd halfwees wordt door het plotselinge overlijden van zijn moeder, en zijn vader kort daarop een nieuwe vrouw vindt in Fabiola – die ook Bastiaans nieuwe moeder is – moet hij een ongelijke strijd met zijn stiefmoeder aangaan om de liefde van en band met zijn vader.
Maar hoe ga je als zesjarige de strijd aan wanneer je volledig afhankelijk bent van volwassenen die jouw hele leven kunnen maken of breken? Schrijver David de Poel heeft geen gemakkelijke protagonist gekozen om zijn verhaal te vertellen: de jongen heeft maar zeer beperkt invloed op wat hem overkomt. In plaats daarvan vertelt De Poel het verhaal ‘zoals het is’.
Tijdens het motorisch moment bij aanvang van het boek neemt vader zijn zoon Bastiaan mee langs verschillende adressen met de vraag of ze Bastiaan een tijdje op willen vangen, omdat het al vijf jaar lang(!) niet zo botert tussen hem en Fabiola. Na diverse afwijzingen:
‘Ik heb nog één gezin achter de hand,’ zegt mijn vader, terwijl we met snel zwiepende ruitenwissers over het landweggetje, naar de asfaltweg rijden. ‘Weten ze van onze komst?’ vraag ik nadat hij me verteld heeft dat het gaat om zijn broer en schoonzus, mijn oom John en tante Ans. ‘Nee, ik wil ze in zekere zin overvallen met ons verzoek. Zij zijn van die types die als ze er maar lang genoeg over nadenken, altijd wel bezwaren weten te verzinnen.’ (p. 17)
Thematiek
Het verhaal en de stijl waarin dit geschreven is, geven de lezer vooral een inkijkje in het leven van een opgroeiende jongen als speelbal van mensen en instanties, waarin zijn eigen wil slechts een bijrol speelt.
Qua thematiek gaat het over aansluiting zoeken en die niet kunnen vinden. Zowel Bastiaan als zijn vader proberen elkaar veel te verstaan te geven, maar de verstandhouding zal er nooit komen.
‘Waarom doen we dit?’ vraag ik, nadat mijn vader twee tuinen is binnengeslopen, vliegensvlug een gat heeft gegraven, er een kastanje in heeft gelegd en het gat heeft gedicht. Het begraven van de kastanjes nam telkens niet langer dan een halve minuut in beslag.
‘Het is toch een leuk idee dat er dankzij ons straks kastanjes in deze straat groeien?’ zegt hij. Hij klopt me grijnzend op mijn schouder.
‘En dan?’ vraag ik. ‘Dan groeien daar kastanjes.’
‘Zonder ons hadden die daar niet gestaan,’ antwoord hij.
…
‘Ik stel voor dat we over twintig jaar dezelfde route nog eens lopen,’ zegt hij, nadat hij zo’n vijftien kastanjes heeft begraven, ‘en dan kijken we goed om ons heen. Afgesproken?’ (p. 264-265)
De hunkering naar een hechte vader-en-zoon-band spreekt de vader van Bastiaan voortdurend uit. De belofte dat later alles beter wordt, ligt eveneens besloten in zijn woorden, maar nooit in de handelingen van vader. Uiteindelijk een groot zwaktebod.
Schrijfstijl
De schrijfstijl is weinig literair. Dat is te zien aan de wijze waarop dit verhaal wordt verteld: geen bijzondere woordkeuze, geen opvallend vertelritme, geen beeldspraak en stijlfiguren. Diepere lagen zijn in dit verhaal niet te ontdekken: what you see is what you get. Toch is het zorgvuldig op deze wijze opgezet en daarmee origineel. Het verhaal doet Brechtiaans aan: weinig ruimte voor emotie, maar meer voor de ratio, om je als lezer bewust te worden van de menselijke en de maatschappelijke verhoudingen van het verhaal. Wellicht past deze schrijfstijl zo goed bij De Poel, omdat hij naast fictieschrijver ook biograaf is.
Een voorbode van deze schrijfstijl vinden we in het citaat uit het lied ‘Charlie Big Potato’ van Skunk Anansie aan het begin van het boek:
Tell it like it is
Tell it like it is
Tell the sordid truth
Tell them
Tell it like it is
Tell them
Sordid truth, dat zich laat vertalen naar vuile óf smerige waarheid, is precies wat De Poel deelt. Het adjectief vuil/smerig is ook het enige tastbare commentaar van de schrijver op het verhaal. Het is smerig en vuil wat de jonge Bastiaan overkomt. Bovenal is het oneerlijk hoe hij buitenspel wordt gezet in zijn eigen leven. Niet alleen door zijn stiefmoeder, die er alles aan doet hem in een kwaad daglicht te zetten, maar vooral door zijn eigen vader. Een vader die keer op keer zijn nieuwe vrouw (en zelfbehoud) verkiest boven zijn zoon.
Personages en plot
De sobere schrijfstijl komt ook tot uiting in de verschillende personages. Hoewel het niet volledige stereotypen zijn, zijn de meeste personages wel archetypen te noemen. Fabiola is een stiefmoeder die uitstekend past in het rijtje met de stiefmoeder van een Assepoester, bijvoorbeeld. Bij stiefmoeder Fabiola zijn macht en jaloezie ook drijvende krachten achter haar handelen in het systematisch uitstoten van Bastiaan binnen de nieuwe gezinssamenstelling.
Het plot is daarmee niet in de klassieke zin karaktergedreven, maar eerder door omstandigheden. Er zit daarom ook geen of weinig ontwikkeling in de karakters. Zelfs hoofdpersoon Bastiaan neemt nooit actief een stap om zelf richting te geven aan zijn eigen leven. Het blijft hem allemaal overkomen. Pas aan het eind van het verhaal neemt hij min of meer een beslissing (deels overkomt het hem weer) om meer afstand te creëren door in het buitenland te gaan studeren en bij een gastgezin in Amerika te gaan wonen: ‘Dan maken we een draai, richting de Noordzee en voelt mijn Nederlandse leven aangenaam ver weg.’ (p. 307)
Alternatieve invalshoek
Door het ik-perspectief van de opgroeiende Bastiaan blijf je als lezer in het hier en nu van de opgroeiende jongen. Het doorbreken van de vierde wand met de lezer, vanuit een alwetende verteller (bijvoorbeeld een volwassen Bastiaan), had een aangename afwisseling kunnen zijn om als lezer iemand naast je te hebben om frustraties te delen.
Een Brechtiaanse invalshoek, om niet al te veel betrokken te raken bij de hoofdfiguur, vermengd met de literaire eigenschappen van een filmregisseur als Wes Anderson, om ironie en andere stijlfiguren op te nemen, hadden het feitelijke relaas ‘zoals het is’ kunnen verrijken, zonder in te boeten op de smerigheid van het handelen van de mensen en instanties in het leven van Bastiaan.
Met zijn sobere stijl toont De Poel echter dat literatuur niet altijd gelaagd hoeft te zijn om doel te treffen: de vuile waarheid spreekt voor zichzelf. Vertel het ze…, zoals het is.
We hebben elkaar gemist, David de Poel. Uitgeverij Prometheus
Laat een reactie achter