
Limos is een klootzak. Dit creatuur uit de Griekse mythologie, de verpersoonlijking van de honger, heeft zich, al dan niet door haarzelf daartoe opgeroepen, aangediend als metgezel, nee, als plaaggeest van Anne Nagel. Hij, nee zij, nee het, is, nadat ze het is tegengekomen in een schoolboek, figuurlijk op haar rug gesprongen en gaat niet meer weg. Limos helpt deze eindexamenleerlinge van het gymnasium haar bezorgde ouders te bedriegen en de behandelende psychiaters te proberen om de tuin te leiden. Veel mogelijke verklaringen voor de eetstoornis die Anne heeft ontwikkeld passeren de revue, misschien komt die van een overbezorgde, alles tot in de detail sturende moeder het meest in de buurt. Veelzeggend zijn de scènes waarin de moeder haar paardrijdende kind tijdens een kür vanaf de zijlijn over het parcours dirigeert: ¨M middenstap, B rechts afwenden. X rechts afwenden. G halthouden en groeten.¨ Anne wordt opgenomen in verschillende klinieken, maar genezen lijkt ze niet. Limos bepaalt ook haar latere lot, trekt zich soms terug, maar is er op beslissende keuzemomenten steeds weer met zijn misselijkmakende, destructieve adviezen. Via een baantje bij een zorginstelling komt zij in aanraking met de tweede protagonist van deze op een oude Griekse mythe geschoeide vertelling.
Jaap Koeman behoort tot de eenvoudigen van geest, er lijkt niet veel in hem om te gaan. ¨Hij had nog nooit aan iets gedacht wat hij niet met zijn eigen ogen voor zich zag of had gezien. Een wereld waarin hij er niet zou zijn, voorbij de grenzen van zijn eigen bestaan.¨ Enige vorm van zelfbesef komt bij deze brave borst traag op gang. Zijn biotoop is die van de melkkoeien en de daarbij horende administratie van de Campina. Opbrengt, quota, voedsel, anatomie, de werking van de machines, daar weet deze boerenzoon veel van. Waar echter gevoelens een rol spelen, waar er fijnzinnigheid is in het tussen gewone mensen gangbare communicatieve spel, tast Jaap in het duister en laat hij het afweten. Vertwijfeld en vol van gevoelens van onmacht heeft zijn moeder hem al jong in de steek gelaten. Opmerkelijk is dat de liefhebbende vader, in zijn laatste dagen met de grootst mogelijke toewijding verzorgd door Anna, zijn zoon Jaap nog verzoekt een nakomeling te verwekken. Zowel de getormenteerde Anna als de getroebleerde Jaap schikken zich in hun lotsbestemming en proberen samen de wens van de inmiddels gestorven vader te vervullen. Wat zich vervolgens aan gruwelen voltrekt, en wat goeddeels een in toenemende vaart vertelde groteske navertelling is van de mythe van de Minotaurus en het labyrint, is niet heel geschikt voor teergevoelige lezers.
Er zitten een paar mooie lijnen in dit toch wel fraaie, want toegankelijk en onderhoudend geschreven debuut van Jan Wester. Het kwellende verschijnsel van de anorexia nervosa wordt plastisch uitgewerkt, de onmacht, soms het geprutst, van de behandelaars, het schrijnende onvermogen van de ouders. Het autisme van de boerenzoon lijkt wat minder grijpbaar en is misschien wat minder scherp getekend, zijn affectieve tekorten worden consequent volgehouden totdat hij de zorg op zich neemt van het pasgeboren, op unieke wijze verwekte kind. De geschilderde habitat van de boer met zijn vee is er vooral een van een zakelijke inrichting en een zeer nauwkeurig afgemeten, hoogst onpersoonlijke productiecyclus. ¨… de dochters die geboren werden waren niet anders dan de moeders die stierven.¨ De boer geeft zijn koeien nummers, namen hebben ze niet, totdat Anne in de stal verschijnt. Anne zorgt voor nieuw leven. Zij geeft de beesten namen. De zwangere koe, aan wie zij zich haar eigen lot spiegelt, krijgt de naam Psyché. Een echte aanklacht tegen de intensieve veeteelt lijkt deze vertelling niet direct, althans de meeste actoren, zoals de oude boer, zijn zoon, de redelijk sympathieke opkoper van de koeien voor de slacht, de medewerkers van het slachthuis, bedoelen het goed, hoe ontluisterend hun handelingen soms ook zijn. Evenmin is er sprake van een echte aanklacht tegen de behandelaars van ernstige eetstoornissen, al heeft hun optreden hier en daar iets karikaturaals. Hilarisch is het optreden van de juristen die aan het slot van deze bloederige geschiedenis in dispuut mogen bepalen wie gelijk en wie ongelijk heeft. Het draait in deze intrigerende, soms ook filosofische vertelling echter vooral om onafwendbare lotsbepaling, duistere krochten van de geest, onmacht en oeroud menselijk onvermogen.
Laat een reactie achter