
In Echte landen is het geweten eigenlijk geworden tot iets onbestaanbaars, tot een luxeproduct.
In zijn roman Het land van Hrabal neemt Rik Zaal een duik in het Praagse leven onder Sovjetregime. De hoofdpersonage Hendrik Terpstra is een schrijver met manische alzheimer, een zelfbedacht ziektebeeld, die middels krantenartikelen, dagboekfragmenten en fictie terugblikt op zijn tijd in het communistische Tsjechoslowakije van de jaren tachtig.
In de roman probeert Hendrik uit te zoeken of hij zijn favoriete schrijver Bohumil Hrabal ooit daadwerkelijk gesproken heeft; een aardige klus voor iemand die lijdt aan geheugenverlies. Tijdens deze zoektocht speelt hij op het grensgebied tussen fictie en werkelijkheid. Aangezien hij zich weinig herinnert, moet hij het immers doen met zijn eigen dagboekaantekeningen, zelfgeschreven teksten in kranten en Google. Op nogal associatieve wijze vertelt hij over de dingen die hij heeft meegemaakt. Hij schrikt niet terug van zinnen die meer dan tien regels en meerdere onderwerpen beslaan. Terpstra lijkt hier de strijd aan te gaan om orde te scheppen in zijn – afwezige – gedachten. Om het verhaal geloofwaardiger te maken zijn er afbeeldingen toegevoegd, als ware bewijsstukken.
Middels de zoektocht in de herinneringen van Terpstra worden tevens de literatuuropvattingen van Rik Zaal blootgelegd. Zijn visie op het huidige speelveld van de Nederlandse literatuur is duidelijk: Nederlandse literatuur is doordrenkt van overdreven realisme. Achter iedere actie en zintuiglijke waarneming lijkt volgens Zaal betekenis te moeten zitten en iedere bladzijde zou tenminste drie metaforen of aforismen moeten bevatten. Zonder deze stijl zijn boeken immers geen literatuur. Met zijn boek lijkt Zaal hier een tegengeluid aan te geven. De schrijfstijl is – hoewel langdradig – ook zeker vernieuwend.
Ook introduceert Zaal hier de Theorie van Echte en Onechte landen. Echte landen zijn landen die worden geteisterd door onderdrukking, gelegaliseerd racisme, tirannie, politieterreur en/of gelegaliseerde leugens. Dit schept een omstandigheid waar échte gebeurtenissen kunnen plaatsvinden en waar literatuur meer noodzaak dan luxe is. Verhalen gaan hier tenminste ergens over, in tegenstelling tot Onechte landen. De verhalen die in deze Onechte landen worden geproduceerd zijn hierdoor oppervlakkiger en saaier. Als voorbeeld wordt hier de ontploffing van het aantal boeken na de Tweede Wereldoorlog genoemd. Schrijvers hadden een reden om hun stem en pen te gebruiken.
Naast literatuur is ook het geweten een luxeproduct in Onechte landen. Een zuiver geweten bestaat niet in landen die gebukt gaan onder bijvoorbeeld het Sovjetregime, zo leren we uit de verhalen van Terpstra’s vrienden Josef, Tomas, Honza en Hrabal zelf. Zo had Hrabal zijn ziel verkocht door het schrijven van verhalen waarin het communisme opgehemeld werd. En Tomas gaf de STB (de geheimepolitiedienst) meermaals informatie over kennissen om zijn eigen hachje te redden. Dit staat in schril contrast met het geweten in een land zoals Nederland, waar we ons zorgen maken over de afkomst van onze kleren of de leefomstandigheden van de dieren wiens vlees we eten.
Hier komt tevens de mentale hardheid blootgelegd van de bewoners van Echte landen. Als reactie op de gruwelijkheden die ze overkomen wordt, tot verbazing van Terpstra, gereageerd met een schouderophaal en een ‘Tsja’ of ‘Normalny’. Dit is de normale gang van zaken en mensen kunnen hier zelf niets aan veranderen. Je kunt beter het hoofd buigen en toevlucht zoeken in de drank en het Boheemse spel tussen fictie en werkelijkheid. Want drinken en dagdromen konden de Bohemen als geen ander.
Of Hendrik Terpstra nou ooit echt met Hrabal gesproken heeft, wordt niet duidelijk. Het is aannemelijk, aangezien al zijn vrienden ook bevriend waren met deze gevierde Tsjechische schrijver. Het blijft een van de onbeantwoorde vragen waar de lezer mee wordt achtergelaten. Want waar zouden ze het dan over hebben gehad? En wat is er nu eigenlijk werkelijkheid en fictie in dit boek? Kunnen we Terpstra wel vertrouwen met zijn geleende verhalen? En classificeren we dit verhaal eigenlijk als echt of als onecht? En misschien nog wel het belangrijkste, zijn we niet ontzettend verwend geworden in de luxe van ons Onechte land?
Laat een reactie achter