
Deze week promoveerde Renske van Dillen aan de Universiteit van Tilburg op haar fraaie proefschrift ‘Bevrijd van taal alleen. De wisselwerking tussen poëzie en beeldend werk in het oeuvre van Chris J. van Geel (1917-1974)’, geschreven onder begeleiding van collega’s Sander Bax en Siebe Bluijs. Het was een boeiende bijeenkomst over de tekeningen, objecten en gedichten van een uitzonderlijke kunstenaar. Ik mocht een vraag stellen over metaforen in het werk van Van Geel en in de waarneming van de geschoolde lezer, die altijd meer wil lezen dan wat er staat.
Mijn eerste kennismaking met het werk van Chris van Geel dateert van 1990, toen Redbad Fokkema – docent moderne letterkunde aan de Universiteit Utrecht en zelf dichter – ons eerstejaarsstudenten het gedicht ‘Kale spin’ voorlegde, een kleine fabel over een tobbende spin die ‘denkt aan het vermogen om te spinnen’, en die misschien wel vliegen wil.
Hij denkt aan het vermogen om te spinnen
en hoe het zijn zal als hij spint
en hoe gestoord de draad –
of rag wel vangt
en of hij vliegen wil, de spin.
Hoe die bespreking in de collegezaal Achter de Dom destijds verliep, ben ik vergeten. Maar het gedicht vergat ik niet. Al komt ‘Kale spin’ in het proefschrift van Van Dillen niet voor, hij bleef maar door mijn hoofd kruipen. Afgelopen maandag besloot ik het gedicht eens voor te leggen aan de nieuwe eerstejaars in Groningen. Wat gebeurt hier met de taal, met de woorden en de zinnen? Welke beelden roept het gedicht op?
Het leidde tot een bevlogen verkenning, een gesprek waarin de studenten tijdens het eerste kwartier van hun studie Nederlands elkaars bevindingen zorgvuldig proefden en aanvulden. Ze merkten op dat de woorden ‘spinnen’ en ‘vliegen’ naar verschillende zaken kunnen verwijzen. Is ‘vliegen’ hier misschien zowel een werkwoord als een zelfstandig naamwoord, die beide het verlangen van de spin tot uitdrukking brengen: vliegen vangen en wegvliegen? Is het spinnen van een web of draad zoiets als het schrijven van een geslaagd gedicht? Hoe komt het dat het lezen in de derde dichtregel wordt verstoord of vertraagd? En wat te denken van de spin die alleen al in het aantal letters waarmee hij wordt aangeduid steeds ‘kaler’ wordt: spinnen – spint – spin.
Laat een reactie achter