Het allerlaatste boek van Harrie Geelen (1939-2025)

Harrie Geelen overleed op 30 augustus, een paar dagen voor zijn laatste boek De zaak Reinaerd Vos gepubliceerd wordt. Nooit zullen we horen hoe hij zijn vertaling van de Van den vos Reynaerde voordroeg, met zijn huppeltjes en zijn ritmische variaties. Het was iets waar ik me erg op verheugd had.
Een half jaar geleden kreeg ik het onmogelijke verzoek om een voorwoordje bij zijn vertaling te schrijven. Een vertaling die hij gemaakt had naar de laatste editie van Frits van Oostrom en Ingrid Biesheuvel. Moest ik in dat voorwoord nu uit gaan leggen, wat hun visie was op het verhaal?
Toen ik zijn vertaling ging lezen, bleek al snel dat Harrie op zijn eigen eigenzinnige manier het verhaal las en vaak heel geestig vertaalt. De kracht van de vertaling van Harrie Geelen is dat hij de potentie van het woord ziet. Zo vertaalt hij de aansporing van Firapeel aan de koning ‘doet wel ende wijsheit groot’ met:
Wees wijs, denk na, denk breed, denk groot
Wat beslist een sterkere aansporing is.
Een heel enkele keer gaat hij naar mijn gevoel te ver. ‘Sijn hof craeyeren’ vertaalt Harrie met ‘liet zijn herauten rondbrullen’ dat er een hofdag was. Ik had hem nog gemaild ‘hmm’, maar Harrie bleef hier aan vasthouden, meestal volgde hij zijn poëtisch gevoel.
Ook de visie van Van Oostrom op de vos volgde hij niet. Voor hem is Reynaert geen psychopaat, maar iemand die zich niks van maatschappelijke conventies aantrekt. Het verhaal De zaak Reinaerd Vos is voor hem net als Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, een aflevering uit een ‘nog lang niet afgelopen serie’. Het gaat niet om de interpretatie, maar om het verhaal, wat wetenschappers en andere professionele betweters ook mogen zeggen. Een verhaal waarin steeds weer nieuwe verwikkelingen opdoemen en de situatie voor het hoofdpersonage steeds uitzichtlozer wordt, maar uiteindelijk ontsnapt hij toch ‘naar een land dat niemand kent’.
Harrie was dan ook niet zo gecharmeerd van een inleiding waarin uitgelegd werd wat de specialisten en de superspecialisten dachten over het verhaal. Dat was niet de bedoeling, mopperde hij. Ik heb hem toen de opdracht maar teruggegeven.
Uiteindelijk is het voorwoordje er toch gekomen. Het werd een inleiding waar ik de lezer, Harrie en vooral mijzelf niet lastig viel met een obligaat overzicht van de stand van het onderzoek, maar mijn eigen verhaal vertelde. Harrie had me onbedoeld de weg gewezen toen hij opmerkte dat hij iets aan een op- en aanmerking over het begrip ‘vrede gebieden’ had. Pas toen realiseerde ik me dat een boek dat De zaak Reinaerd Vos heet behoefte heeft aan een inleiding waarin de rechtsgang centraal staat. Het resultaat verblufte Harrie, dat wilde hij als inleiding!
Ik denk met heel veel warmte terug aan de samenwerking met Harrie Geelen, aan het kibbelen, aan de aansporingen en de bemoedigingen. Er was een merkwaardige dynamiek tussen ons ontstaan. Ik ben er trots op een bijdrage aan zijn laatste boek geleverd te hebben.
Willem: De zaak Reinaerd Vos, vertaling Harrie Geelen. Verluchtigd met 60 prenten van Harrie Geelen. Inleiding Jan de Putter. In de Knipscheer, verschijnt 9 september 2025. Bestelinformatie bij de uitgever
Laat een reactie achter