
Het is een vrolijkstemmend artikel (deze week in Trouw) over Peter de Haan en Evert Duintjer Tebbens, van de ‘Stichting Herdenking J. Slauerhoff’, die allerlei initiatieven ontplooit om dichter Slauerhoff zichtbaar te maken en houden in zijn geboortestad Leeuwarden – zelfs als had de grote scheepsbard zelve een schijthekel aan de stad.
Werkelijk aanstekelijk om te lezen, hoewel een van de mannen zich in zijn enthousiasme toch een klein uitglijdertje veroorlooft:
De Haan noemt het bijzonder dat Slauerhoff nog steeds zo tot de verbeelding spreekt. “Ik ken geen andere Nederlandse schrijver aan wie zoveel jaar na zijn dood nog publicaties of boeken worden gewijd.”
Ik ken volop schrijvers aan wie zoveel jaar na hun dood nog publicaties of boeken worden gewijd, neem alleen maar de hausse aan schrijversbiografiën van de afgelopen jaren.
Om dit gevoelen iets meer te objectiveren nam ik een grove duik in de BNTL, de ‘Bibliografie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde’ – de index dus van aandacht voor Nederlandstalige auteurs in vaktijdschriften, wetenschappelijke publicaties en boeken. Het is uiteraard een grofmazige indruk, maar het zegt wel iets. Wie als trefwoord ‘Slauerhoff’ intikt, krijgt een – niet onaanzienlijke – 628 resultaten. Dat wil dus zeggen: 628 artikelen en boeken waarin op enige wijze aandacht aan Slauerhoff wordt besteed.
Kijken we eens naar enkele generatiegenoten:
- Nijhoff: 923
- Ter Braak: 841
- Du Perron: 881
- Vestdijk: ‘meer dan 1000 zoekresultaten’
En die meer dan 1000 zoekresultaten geldt so wie so voor alle grote naoorlogse namen: Hermans, Mulisch, Claus (van wie zeer onlangs nog de lijvige biografie verscheen).
Wij classificeren de stelling van De Haan dus als onwaar. Wat niets afdoet aan mijn enthousiasme voor zijn zegenrijke arbeid. Het is fijn dat mensen alsnog met hartstocht trachten aan Slauerhoff literair-historisch onderdak te verlenen. Tijdens zijn korte leven had de arme man immers niks dan gedichten om in te wonen.
Laat een reactie achter