
Het is een interessant essay, dat Tim Berners-Lee vorige week publiceerde in The Guardian. Berners-Lee is de uitvinder van het web, de technologie die het internet ineens toegankelijk maakte voor heel veel mensen – voor die tijd moest je je niet laten afschrikken door ingewikkelde commando’s om ergens op een computer in het midwesten van Amerika in een bibliotheekcatalogus te kunnen vinden. De webtechnologie betekende dat je teksten kon lezen, plaatjes kon bekijken en op nieuwe informatie kon komen door te clicken. Een groot deel van het internet is nog steeds op die technologie gebaseerd (al gaat ook een heleboel via apps die niet per se meer gebruik maken van die techniek).
Berners-Lee gaf zijn uitvinding gratis weg.
Hij kon dat doen omdat hij voor Cern werkte, de grote wetenschappelijke organisatie waarin onderzoekers uit allerlei landen natuurkundig onderzoek doen naar elementaire deeltjes. Cern beheert een grote deeltjesversneller. Het bouwen van het wereldwijde web is niet het allereerste waarbij je dan denkt, maar Berners-Lee’s bazen werden door hem overtuigd dat hij best zijn hobby kon uitleven. De eerste website ter wereld was ook van Cern.
Hema
En daarna ging het los. Er kwamen websites met betaalmuren. Er kwamen sociale netwerken, die weliswaar in ieder geval in eerste instantie op het web draaiden en gratis waren, maar die in handen waren van grote bedrijven die enorm veel informatie over hun gebruikers verzamelden. Er kwam commercie en nog eens commercie. Het overspoelde het internet, het overspoelde het web. Het gezicht van het internet is niet dat van Tim Berners-Lee, maar dat van veel te rijke en veel te cynische figuren als Mark Zuckerberg, Elon Musk en Jeff Bezos.
En nu is er kunstmatige intelligentie, die alle teksten van het internet afgraast en omzet in plastic taal. Grote groepen gebruikers lezen liever het antwoord op hun vraag bij ChatGPT dan op een website. De bezoekerscijfers van allerlei websites zijn de afgelopen jaren hierdoor gekelderd.
Berners-Lee is een technicus en hij zoekt vooral technische oplossingen. Die lijken me interessant: hij doet voorstellen voor een technologie waar al je persoonlijke gegevens centraal en versleuteld zijn opgeslagen – alleen jij kunt erbij, maar je kunt zo ook alles vinden: je commentaar op YouTube-filmpjes, hoe vaak je iets hebt gekocht met de app van de Hema, enzovoort.
Investering
Ik denk dat we ook inhoudelijk aan het web kunnen en moeten blijven werken. Wikipedia is het lichtend voorbeeld, een van de mooiste dingen die de mensheid de afgelopen decennia heeft gedaan: samen een meertalige, gratis toegankelijke encyclopedie maken die onvoorstelbaar veel meer informatie bevat dan welke encyclopedie uit het verleden ook.
Er is wel een mentaliteitsverandering voor nodig. De bekende neerlandicus en theaterhistoricus en radiopresentator en wat-niet-al Jacques Klöters schreef ongeveer op het moment dat Berners-Lees artikel in The Guardian verscheen het volgende:
Als ik uitdeel op radio, tv of in boekvorm dan word ik altijd gehinderd door commerciële motieven van de opdrachtgevers. Ze eisen een groot publiek, willen goede kijkcijfers, een beter luistertijdaandeel, ze willen minstens hun investering terugverdienen, ze verlangen succes. Vorig jaar was ik betrokken bij een mooie podcast over Wim Sonneveld. Dit jaar wilde ik er een maken over Shaffy of over Toon Hermans. Was niet relevant meer vond men bij de NPS en daarbij die Sonneveld-serie was maar door 36.000 mensen gedownload, veel te weinig. (Ik vind het enorm veel)
Hier op Facebook speelt geld geen rol. Hier mag ik ongehinderd doen wat ik wil. Uitdelen wat ik mooi, bijzonder, ontroerend, leerzaam of leuk vind. Voedsel voor de geest.
Hier ben ik vrij, daarom verdien ik hier ook niets. Geld is beloning voor afhankelijkheid. Ik mag hier doen wat ik wil.
‘Op Facebook speelt geld geen rol’ is een hele naïeve gedachte. Een beetje googlen (‘bij Google speelt geld geen rol’) leert dat eigenaar Mark Zuckerberg op allerlei plaatsen problemen creëert omdat hij hele wijken opkoopt om daar zijn zoveelste huis neer te zetten. Dat doet hij niet doordat geld geen rol speelt of dat hij niet probeert zijn investering terug te verdienen. Het is waar dat hij er niet op aandringt dat de individuele ‘gever’ tienduizenden mensen trekt, maar dat is alleen maar doordat hij miljarden ‘gevers’ gratis voor hem laat werken. En dat de betaling verloopt door de gegevens van alle ‘ontvangers’ te verzamelen.
Belangrijk
Dat je op Facebook ongehinderd mag doen wat je wil, kun je ook alleen maar zeggen als je nooit hebt geprobeerd de volgende foto van Jacob Merkelbach uit ongeveer 1920 op die site te zetten:

Het is niet mijn bedoeling Jacques Klöters te bekritiseren, hij schrijft echt mooie en interessante stukjes op Facebook. En het is waar dat het lastig is om iemand zo’n breed en divers publiek te bieden als de sociale media. Maar wat is het toch jammer dat hij meent dat hij alleen vrij kan zijn door zijn materiaal gratis af te staan aan een van de rijkste mensen ter wereld.
We moeten terug naar het oude ideaal, een waarin het internet in handen is van ons allemaal, en niet van de zeer rijken. Een waarin we materiaal toevoegen omdat het, zoals Klöters schrijft, fijn is om te delen, niet om er onze medemensen mee te bespioneren en daar gigantisch rijk van te worden.
Het is het ideaal dat onder Neerlandistiek ligt: ervoor zorgen dat mensen over Shaffy of Toon Hermans net zoveel kunnen schrijven als ze willen zonder dat daar perse iemand geld aan moet verdienen. Nu op allerlei plaatsen op de wereld instellingen die zoiets mogelijk zouden kunnen maken weer ernstig onder druk komen te staan – alles wat niet dient om de zakken te vullen van zeer rijke mannen is eigenlijk woke of wie weet zelfs antifa – is het belangrijker dan ooit dat we alternatieven blijven bieden.
Laat een reactie achter