
•• Twee gedichten uit Ik, mycelium — een episch gedicht van Liesbeth Lagemaat.
Lied van de engelen
Een duif is een engel.
Een wit konijn is een engel.
De man die rozen verkoopt in het café maar niets verdient,
is een engel.
Het standbeeld van de engel in het park is een engel.
De grootmoeder is een engel. In elk geval als ze haar schort
voor heeft.
De stemmen ’s avonds als ze in haar bed ligt, zijn stemmen
van engelen.
Alle kleine vliegjes zijn engelen.
De sneeuwvlokken zijn samen allemaal een engel.
Haar broertje is een engel.
Het is haar taak om de engelen te bevrijden.
En zeker haar broertje.
••
Lied van de levende afbeelding
Hoe het portret te begroeten?
Dit luistert heel nauw.
Eerst op de juiste wijze onder de inlijsting gaan staan,
dat wil zeggen wanneer nog niemand anders in dit
compartiment van het huis aanwezig is. Dan de ogen
ont-sluiten, en het kindje zien ademen. (dit duurt soms
lang, in elk geval totdat hij op zijn beurt de ogen opent.)
Dan, belangrijk: NIET het broertje aanraken want dan
valt hij uit elkaar.
Dan de lijst weg denken. Ook dit duurt lang. Als het
niet gaat, nog eens opnieuw proberen.
Liesbeth Lagemaat (1962)
uit: Ik, mycelium (Wereldbibliotheek, 2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter