Vrijheid als kooi

Hallucinaties van een levende slang in je maag, niet weten wat je met je leven aan moet na academisch falen en God die je verlaat na overmatig alcoholgebruik. Maar genoeg over mij. Kleine heilige dingen is een hartverscheurend verhaal over een homoseksueel meisje, Judith, dat in een religieuze omgeving opgroeit en uiteindelijk bezwijkt tussen de vernauwende muren van het hokje waar ze ooit in werd geduwd. Judith doet eindexamen op de havo, maar rondt haar examens niet succesvol af. Dit boek beschrijft de aanloop naar haar examens, de naschokken van de uitslag en de tocht die Judith aflegt om zichzelf terug te vinden.
Ik las dit boek weken geleden uit. Ik had het weggelegd en vroeg me meteen af hoe ik hier in godsnaam een stuk over kon schrijven. Het boek ligt buiten mijn comfort zone, ik lees namelijk niet veel boeken die betrekking hebben op de psychiatrie, of godsdienst. Toch hoop ik dat het stuk hieronder de mooie fragmenten van dit boek blootlegt. Het is namelijk niet alsof ik niks te zeggen heb over het boek. Het tegenovergestelde, juist. Ik moest politiek correct filteren en ongenuanceerde darlings killen.
Ik moet u iets opbiechten voor ik deze bespreking begin. Ik schrijf in mijn boeken. Beste lezer, de zucht die u slaakt voelt als een luchtalarm in mijn oren en ik zal meteen mijn enorme spijt betuigen voor mijn onvergeeflijke acties. Nu we dit achter de rug hebben, kunnen we verder. Even goeie vrienden? Mooi. Ik mocht in de eerste scène van het boek al lekker annoteren. Een korte schets voor u: de hoofdpersoon probeert te slapen. Ze heeft een toets morgen. Haar moeder komt binnen en vertelt ongevraagd over haar avond. Ze wil – nogmaals ongevraagd – samen bidden met haar dochter. De moeder vangt de non-verbale communicatie van haar dochter, die gewoon wil slapen, niet op. De moeder komt bijzonder kinderachtig over door deze al dan niet geveinsd slechte communicatie.
Hier is wat ik opschreef: “moeder-dochterverhouding lijkt dochter-moederverhouding”. Toch slim gezegd, al zeg ik het zelf. Judith en haar moeder hebben dus een vreemde relatie. De moeder is streng religieus en projecteert al haar waarden op haar dochter. Als dochter het niet eens is met mama, dan klapt de conflictvermijdende mama passief agressief dicht. Of ze slaat terug met een kinderlijk weerwoord als “maar dit vond je vroeger toch zo leuk?”, of “Gezellig, hè?” Negen van de tien keer is het niet gezellig.
Ja, Judiths moeder is conflictvermijdend, maar daarnaast is ze nog veel andere dingen. Ze is op een jonge (als ik me niet vergis minderjarige) leeftijd zwanger geraakt van een belangrijke religieuze man. Ze is een groot voorstander van naastenliefde, omdat ze tijdens haar zwangerschap opgevangen is door een religieuze boerderij. Dit is waar ze God heeft leren kennen. Daarom doet ze vaak lieve dingen voor anderen, vaak ongevraagd. In de scène die ik net beschreef was ze bijvoorbeeld net bij een vriendin langsgegaan. Wat bleek? De man van haar vriendin ligt in het ziekenhuis, zegt ze triomfantelijk. Ja, want andermans leed verzachten is een triomf voor Judiths moeder.
Of het nu schuldgevoel is of sociale druk, Judith zwicht altijd voor haar omgeving. Een lezer kan zich afvragen waarom ze zichzelf blijft kleineren en wegcijferen. Het is goed om in het achterhoofd te houden dat onze Judith haar hele leven te horen heeft gekregen wat goed en fout is. Als je dan verwacht dat je kind haar eigen persoon wordt, eigen gedachten vormt, dan snap je het niet. Dat is een vogel opsluiten in een kooi en verwachten dat die zichzelf leert vliegen. Ik zag een recensie die de moeder omschreef als ‘lief’. Als Judiths moeder lief is, dan is Nederlands een studie voor iemand die ooit een boek heeft vastgehouden en de kaft fijn aan vond voelen.
Ik beschouw mezelf als een open persoon, soms zelfs op het extreme af. Ik sta open voor andere meningen, andere culturen, andere dingen. Daarom stelt dit boek me voor zo’n belangrijke vraag. Hoe tolerant moet je zijn jegens intolerantie? Oftewel, hoe tolerant is te tolerant? Judith ontmoet een andere homoseksueel in het boek, Hendrik-Jan. Hendrik-Jan wordt geaccepteerd door de kerk, maar omdat zijn geaardheid ingaat tegen de bijbelse leer mag hij ‘natuurlijk’ geen partner nemen. Deze kerkgemeenschap ‘accepteert’ hem, want “er is nu eenmaal gebrokenheid in de wereld”.
Judith laat over haar heen lopen als ze de wil van haar omgeving ongewild opvolgt. Als Judith de dingen doet waar zij het gelukkigst van wordt, wordt dit geluk toch tegengehouden door haar twijfel aan haar geloofsovertuiging. Ben ik wel gelovig genoeg als ik seks heb met mijn vriendin? “Ik kan niet geloven dat God dit verbiedt”, zegt ze aan het einde van het 43e hoofdstuk. Een gemeenschap die haar mensen zo laat twijfelen over hun eigenwaarde, is geen gemeenschap. Dat is controle. Dat is haat.
Kleine heilige dingen kan opgevat worden als coming-of-age-roman, maar ik vind het meer een coming-out-of-the-cage-roman. We zien maar één jaar uit Judiths leven voorbijstromen, maar in dat jaar breekt ze los uit haar kooi, haar omgeving. Judith ontdekt haar homoseksuele neigingen als ze het meisje Dorian ontmoet. Judith kijkt nu voor het eerst naar de wereld zonder het referentiekader van een religieuze filterbubbel, maar jammer genoeg bevindt ze zich nog steeds in die bubbel.
Dit boek dompelde me onder in een wereld waar ik onbekend mee ben. De kerkelijke wereld die het boek ons tentoonstelt deed me denken aan een pijnlijke, maar in sommige gevallen ware uitspraak: There’s no hate like Christian love. Voordat ik dit boek las dacht ik dat ik dit citaat begreep, maar nu ik het boek uit heb begrijp ik de uitspraak écht. Het hypocriete, egocentrische wereldbeeld van bepaalde geloofsgemeenschappen stelt ze in staat hun morbide en onmenselijke acties te rechtvaardigen door met de vinger te wijzen naar boven, iets wat we helaas maar al te vaak terug zien in de wereld buiten het boek.
Naarmate het boek vordert, raakt Judith ervan overtuigd dat de duivel in haar huist. Dit waanbeeld manifesteert ze door een slang in haar buik te hallucineren. Haar geloofsovertuiging strookt niet volledig met die van haar kerk en dat zorgt ervoor dat ze buitengesloten wordt van de religieuze gemeenschappen waar ze deel van is. Dit is het beste terug te zien in de hoofdstukken die zich afspelen in het kamp van een cursus die Judith volgt om dichter bij God te komen.
Tijdens dit kamp krijgt Judith een visioen van Jezus. Ze denkt nu eindelijk net zo dicht bij God te zijn als haar kampgenoten. Vol blijdschap vertelt ze iedereen over haar ervaring, dat ook zij eindelijk is benaderd door God. Iedereen zal zo blij zijn dat ook Judith eindelijk een bevestiging van haar geloof heeft gekregen.
Niets is minder waar. De kampleiders zien haar individuele geloofservaring als een teken van de duivel. Judith moet het kamp verlaten. In de orthodoxe ideologie van de cursus is dus geen plaats voor kinderen die hun eigen mening hebben, of hun eigen pad bewandelen. Er is een hiërarchie en niet God, maar de cursus staat bovenaan die hiërarchie. De leiders van die cursus kunnen Gods wil namelijk opleggen op een manier die zij nodig achten.
Hoe behandel je een cultuur die je afwijst? Laat je over je heen lopen, ben je tolerant, of zet je je af? In tijden als deze (terwijl ik dit schrijf komen de exitpolls van de Tweede Kamerverkiezingen online) moet het maar al te duidelijk zijn dat acceptatie en tolerantie niet universeel zijn. Agressieve subculturen die erop uit zijn rechten te schrappen, minderheden te vervolgen en haat te verspreiden, zijn onze tolerantie niet waard. Het is net lactose. Een beetje intolerantie kan geen kwaad.
Poeh. Mo schrijft ook weer eens een opiniestuk. Terwijl ik dit stuk herlees en herlees, merk ik dat het een beetje negativiteit afgeeft. Dat was deels mijn bedoeling, maar ik wil even gezegd hebben dat ik genoten heb van dit boek. Annemieke Dannenberg heeft een schrijfstijl die volwassen aanvoelt, zeker voor een debutante. De ironie en humor van Judith vormen een schril contrast met de rest van het boek, maar ik vind dat dat contrast alleen maar toevoegt aan een adembenemende tragiek.
Het boek wekt de gevoelens die u hierboven verwoord ziet op en dat is echt een compliment. Zelden ben ik zo geëmotioneerd geweest door een boek en heb ik zo veel medeleven gevoeld met de hoofdpersoon. Annemieke Dannenberg bewijst dat het de kleine dingen zijn die het doen.
Ik vond het lastig om iets te vinden van dit boek. Wel een fascinerende leeservaring!