• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Mondiaal
  • Contact
  • Homepage
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Meer indirecte vertalingen, aub

13 november 2025 door Roberto Dagnino 1 Reactie

In het recente Spreken in tongen bespreken J.M. Coetzee en Mariana Dimópulos, zijn vaste Spaanstalige vertaalster, de vertaalpraktijk en de problemen die daarmee gepaard gaan. Daarin wordt onder meer bevestigd dat het een illusie is  te denken dat schrijver en vertaler soeverein zijn. Editors, uitgevers, marketingafdelingen, lezers en, natuurlijk, culturele verhoudingen spelen immers een grote rol. Zo wilde Coetzee voor zijn roman The Pole dat deze uit het Spaans (El polaco) vertaald werd, en niet uit het Engels. Uitgevers hebben daar niet ontvankelijk op gereageerd. De globale monopoliepositie van het Engels, doorn in het oog van Coetzee, en de mythische status van het ‘origineel’ blijven in stand.

Overpeinzingen uit eigen onderzoek

In recensies van Speaking in Tongues wordt benadrukt wat voor potentieel dit allemaal had voor de vertaalster, medeschepster van een tekst bedoeld als door de auteur uitverkoren origineel. Maar er is meer. Het is volgens mij voor het eerst dat een schrijver zich uitspreekt voor wat een indirecte vertaling heet (of, als je wilt, relay translation, oblique translation, enz.). Alle mogelijke nuances en labels (oneindig veel) daargelaten, gaat het in de kern om teksten waarvan het vertaalproces via één (soms ook meerdere) tussenteksten en -talen verloopt. Feit is wel dat indirecte vertalingen altijd al hebben bestaan en ook niet snel zullen verdwijnen. Denk maar aan het indirecte vertalen (en tolken) binnen de EU-instellingen: nu steeds meer aan de orde van de dag, maar vaak onzichtbaar voor buitenstaanders..

Het beschouwen van indirecte vertalingen als iets ‘bij gebrek aan beter’, zorgt ervoor dat ze tot nu toe weinig geconceptualiseerd zijn; oftewel, dat er weinig vertaaltheorieën bestaan die over de aard (en ethos) van het indirecte vertalen gaan. Er is wel een tendens om vertalingen in het algemeen onder te brengen in het bredere onderzoeksveld rond cultural transfers (zie o.m. de bundel Doing Double Dutch uit 2017) en dit bevat potentieel om ook indirecte vertalingen te ‘herijken’. Indirect Translation. Theoretical, Methodological and Terminological Issues, door Assis Rosa et al., geldt als zeldzame uitzondering in de zoektocht naar een comprehensive overzichtswerk. Dat deze poging tot classificatie van alle mogelijke constellaties van indirecte vertaling  pas in 2019 uitgekomen is, is op zich veelzeggend over hoeveel werk hier nog te doen blijft.

De anekdote rond El polaco deed me denken aan een eigen voorval, naar aanleiding van mijn artikel over Anne Frank in het Baskisch (Internationale neerlandistiek, 2023). Na evaluatie van de eerste versie kreeg ik van een anonieme reviewer het commentaar dat mijn betoog te veel op het Baskische cultuurveld gefocust was en te weinig op de rol van het Nederlandse literaire veld in het tot stand komen van de integrale vertaling van het dagboek uit 2004. De kritiek was gefundeerd; toch kon ik er weinig mee: het ging namelijk om een indirecte vertaling (via drie tussenvertalingen) waarvoor uitgever en vertaler aangaven geen contact te hebben gehad met organisaties zoals het Letterenfonds of het NIOD. Viel mijn onderzoek dan buiten de neerlandistiek, ondanks de sterke internationalisering ervan in de afgelopen decennia?

Ik vond van niet, anders zou ik het artikel niet aan een Nederlands journal hebben voorgesteld. Internationale neerlandistiek was het klaarblijkelijk met me eens, anders zouden ze het stuk  hebben geweigerd. Toch is hiermee de kous niet af. Ik moest ook terugdenken aan andere indirecte vertalingen uit eerder onderzoek. De vraag of ik als neerlandicus wel het juiste profiel had, had ik me namelijk zelf al gesteld, in het bijzonder toen ik ontdekte dat alle Italiaanse vertalingen van Hendrik Conscience, tot diep in de 20e eeuw, indirecte vertalingen waren, via het Duits en vooral via het Frans. Over de ontstaansgeschiedenis en de kenmerken van die vertalingen had ik namelijk meer te zeggen door naar de verhoudingen tussen het Duitse gebied c.q. Frankrijk en het Italiaanse literaire wereld te kijken. Het Vlaamse/Nederlandstalige literaire veld scheen bij uitgevers haast geen rol te hebben gespeeld om Conscience in Italië (veelvuldig, overigens) uit te geven. Het bleek uiteindelijk productiever te kijken naar de reputatie die Conscience buiten het taalgebied had verkregen. De bewondering van Italiaanse schrijvers en uitgevers voor de Duitse en Franse boekenmarkten bleek de beslissende factor.

Alleen, ik was (en ben) niet romanist of germanist (in de zin van specialist van Duitse cultuur): had ik dan wel enig wetenschappelijk recht om me uit te spreken over cultuurverhoudingen tussen Italië en niet-Nederlandstalige gebieden? Natuurlijk mag je je als wetenschapper omscholen en je werk uitbreiden naar andere vakgebieden. Maar als het Nederlandse cultuurveld daar een marginale rol in speelt, kun je nog wel zeggen dat je binnen de neerlandistiek blijft? Zou een Italiaanse specialist van Frankrijk of Duitslandstudies (of de Italiaanse boekenmarktgeschiedenis) het geval Conscience niet zinvoller (en sneller) duiden?

Men kan redenen bedenken waarom het antwoord nee is. Bijvoorbeeld, pragmatisch bekeken, omdat specialisten van Franse of Duitse literatuur zich er zelden toe ‘verlagen’ met niet oorspronkelijk in het Frans of Duits geschreven literatuur te werken. Daar zitten  culturele hiërarchieën achter waaraan wij ons niet helemaal onttrekken. Als collega’s uit andere vakgebieden niets doen met indirecte vertalingen via hun taal, dan maar een neerlandicus, zou je zeggen. Maar ik geef het toe: dit antwoord bevredigt nauwelijks.

We kunnen er ook voor kiezen om hiërarchieën te omarmen en besluiten dat er zoiets bestaat als een ‘origineel’ met een soort mythische kracht waar ook wetenschappers niet omheen kunnen. Conscience schreef in het Nederlands: dat geeft neerlandici een voorkeursrecht om zich als eersten (enigen?) met hem bezig te houden. Er zit wat in, zeker in tijden van oplaaiend (taal)nationalisme, maar dat kan niet voldoende zijn voor wie, als ik, gelooft in de kracht van literatuur om grenzen te overstijgen.

De taaiheid van vak- en taalgrenzen

Op zich heeft iedereen het recht om zich bezig te houden met een Nederlandse auteur in indirecte vertaling. Maar afhankelijk van je oorspronkelijke vakgebied zal je bepaalde zaken beter of sneller duiden. Zo is een neerlandicus de ‘enige’ die toegang heeft tot de allereerste tekst en dan ook de kans heeft, als hij tenminste ook de tussentalen kent, om de keten of het netwerk van (tussen)vertalingen te reconstrueren. Iemand die de taal van de uitgangstekst niet machtig is, loopt het risico veel over het hoofd te zien.

Maar van claimrecht mag natuurlijk geen sprake zijn. Juist hierom zijn indirecte vertalingen spannend. Ik vermeldde zojuist ook ‘vakgrenzen’. Interdisciplinariteit is al lang modieus in de wetenschap en veel boeiend onderzoek is onder impuls van vakoverschrijdende projecten ontstaan. Toch verwijst die interdisciplinariteit vaak vooral naar het samenkomen van ééndisciplinaire expertises van verschillende collega’s. 

Dat hoeft niet te verbazen. Zoals Weber het zei in zijn Wissenschaft als Beruf (1917): om een wetenschappelijke carrière op te bouwen kun je je het best de “oogkleppen” opzetten en op één micro-onderwerp specialiseren om er vervolgens tot je pensionering mee bezig te blijven. Men kan dan ook gewoon denken: ja, maar Weber had vooral de hiërarchische Duitse universiteit van honderd jaar geleden in gedachte, nu gaat het er toch anders aan toe. En zeker, veel is intussen veranderd, onder meer dankzij meer interdisciplinariteit. Maar het valt niet te ontkennen dat het instituut universiteit, ondanks talloze gedaantewisselingen, nog veel wegheeft van de vorm die ze 200 jaar geleden kreeg. Er zijn vakken bij gekomen, er is groeiende specialisering geweest, maar de kern is niet wezenlijk veranderd: je kiest een onderwerp om je binnen een vakgebied te positioneren, en daar bouw je je praktijk op, met nauwelijks gekke sprongen naar andere vakgebieden.

Daar is niet per se iets mis mee. Maar het is wel zo dat in een dergelijke context bepaalde onderwerpen of benaderingen met meer moeite hun plaats binnen de wetenschap weten te vinden. Wat het ongemak verklaart waarmee ook indirecte vertalingen worden behandeld. Die tarten namelijk vanzelf vak- en taalgrenzen die op taal- en literatuurfaculteiten zijn ontstaan om de wetenschappelijke praktijk af te bakenen. Daardoor houden we ons er vooral mee bezig als wij stuiten op dit soort vertalingen, alsof het een accident was, zonder indirecte vertalingen als zodanig echt centraal te willen stellen. Ze maken ons ongemakkelijk want ze dwingen tot een interdisciplinariteit, de individuele, en tot een relativering van vakgebieden die we meestal niet nastreven.

Ik pleit nu zeker niet voor solipsistische onderzoeksprojecten waarin één onderzoeker door tientallen vakgebieden moet grasduinen. Dat zou belachelijk zijn en ook niet te doen. Maar wat als wij interdisciplinariteit in al haar facetten zouden nastreven, als samenwerking van onderzoekers die ook in hun eigen profiel die interdisciplinariteit hebben gekweekt? Wat voor potentieel zou er dan vrij komen door zo uit te breken uit het 19e-eeuwse cloisonnement waarin wij aan universiteiten nog leven? Daarom kan ik me niet scharen onder degenen die me af en toe zeiden of mailden dat ze het betreuren dat er zo veel indirecte vertalingen zijn . Natuurlijk zijn directe culturele verhoudingen (en vertalingen) belangrijk, om redenen die geen betoog behoeven. Maar geloof mij: louter wetenschappelijk bekeken zijn driehoeks-, vierhoeks- of meerhoeksvertalingen ook gewoon een stuk spannender (en ja, interdisciplinairder). Laat maar komen, zou ik zeggen, die indirecte vertalingen!

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Mondiaal Tags: vertalingen

Lees Interacties

Reacties

  1. Robbert-Jan Henkes zegt

    17 november 2025 om 06:02

    Heel interessant! In 2019 was er nog weinig machinevertalen, nu is die alomtegenwoordig, en alle (echt alle) machinevertalingen zijn indirecte vertalingen: ze gaan allemaal via het Engels. Wat dat doet met het Nederlands zou een mooi onderwerp zijn om te onderzoeken, in hoeverre Nederlandse woorden en uitdrukkingen verdwijnen en Engelse calques ingang vinden, Engelse zinsconstructies gebruikelijk worden etc. Spannend inderdaad, maar ook menselijke indirecte vertalingen – ben ik het roerend eens – hoeven niet a priori afgeschreven te worden. Laat mensenvertalers maar schuiven zou ik zeggen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Robbert-Jan HenkesReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Ja, ook hier kun je Nederlands studeren:

Salamanca, Spanje

Salamanca, Spanje

➔ Lees meer

Meer plaatsen waar je Nederlands kunt studeren

  • Facebook
  • YouTube

Agenda

18 april 2025: Lezing Nederlandstalige literatuur in het Frans

18 april 2025: Lezing Nederlandstalige literatuur in het Frans

25 februari 2025

➔ Lees meer
15 november 2024: Conference The Art of Asking

15 november 2024: Conference The Art of Asking

26 september 2024

➔ Lees meer

Nieuws

Internationale Neerlandistiek 2025-3 verschenen

n dit nummer nemen we emigratie onder de loep en analyseren we de oorzaken en gevolgen ervan.

➔ Lees meer

Vacature assistent professor Nederlandse taalkunde in Wrocław

De Universiteit van Wrocław zoekt een gemotiveerde en gekwalificeerde kandidaat voor de functie van Assistant Professor aan de Afdeling Nederlandse Taalkunde, Erasmus-leerstoel voor Nederlandse Filologie.

➔ Lees meer

Rapport Taalunie over het Nederlands in Indonesië

De Taalunie heeft in samenwerking met partners in Indonesië een nieuw rapport gepubliceerd: Het Nederlands internationaal. De rol van het Nederlands en de neerlandistiek in Indonesië.

➔ Lees meer

Oproep tot bijdragen voor conferentie Children’s Literature and Translation Studies

Het thema van de conferentie zal zijn “Beyond New Voices: Futures of Children’s Literature in Translation”. De conferentie vindt plaats van 26 – 28 augustus 2026 aan de Palacký Universiteit Olomouc.

➔ Lees meer

Nieuw themanummer van Internationale Neerlandistiek (2025/2)

Eind september is het nieuwe nummer van Internationale Neerlandistiek (2025/2) verschenen. Dit themanummer verscheen naar aanleiding van het afscheid van Lut Missinne als hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universität Münster en is een eerbetoon aan haar academische werk en betekenis voor de internationale neerlandistiek. Het nummer zoomt in op aspecten van cultuurcontact op de […]

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle nieuwsartikelen

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d