Een weerwoord

Wiljan van den Akker heeft iets geschreven wat voor opiniestuk moet doorgaan over de eenzame uitvaart. Een warrig stuk, zeker voor een oud-hoogleraar letterkunde, dat vooral lijkt te stoeien met zijn eigen calvinistische aard, maar laat ik hier niet te veel psychologiseren. Het stuk wemelt van de onjuistheden en zelfs flagrante leugens, dat met name geschreven lijkt te zijn om een relletje te forceren over de ruggen van eenzaam overleden personen. Daar wil ik het verder ook niet over hebben, dat heeft de dichter Bart FM Droog in zijn repliek al grondig aangetoond. Toch voel ik de behoefte er mijn plasje over te doen, omdat ik me persoonlijk voel aangevallen door al die verdachtmakingen.
Het bewuste stuk, Rust in poëzie (wat een titel, je zou om minder uit frustratie op je knokkels bijten), lijkt vooral de basisgedachte uit te spreken dat het toch niet zo kan zijn dat dichters speciaal een gedicht schrijven voor een eenzaam overleden persoon. Van den Akker geeft daar een handvol kul argumenten voor. Ik zal ze hier niet allemaal behandelen, we moeten de beste man een beetje in bescherming nemen, maar ik zal wel iets zeggen over de argumenten waarin ik me in de kuif gepikt voel.
Beschaving
Zo schrijft Van de Akker dat de overledene nooit instemming heeft verleend aan het gedicht. Dat klopt (tenzij het expliciet in een testament staat). Maar evenmin heeft de overledene toestemming gegeven voor de bloemen die op zijn kist liggen, de muziek die eventueel gedraaid wordt, het soort kist waar hij in ligt, de plaats waar hij onder de grond zal verdwijnen, de weersomstandigheden waarin dat gebeurt en grote kans dat hij eigenlijk ook geen zin had om dood te gaan. Waar trekken we de grens dan, Wiljan? Wat is het alternatief? Moeten we dan het lijk maar met een shovel in een gat mieteren?
Het idee achter eenzame uitvaart is niet meer en niet minder dan een waardig en respectvol afscheid geven aan personen die eenzaam stierven en zonder familie, vrienden of kennissen worden begraven of gecremeerd. Een dichter schrijft een speciaal gedicht voor de overledene en leest dat aan het graf of bij de kist voor. We willen hiermee laten zien dat wij als gemeenschap respect hebben voor onze doden, ongeacht de levenswandel van die persoon. We willen duidelijk maken dat niemand er alleen voor staat, van de wieg tot en met het graf. Iedereen verdient het met eerbied begraven te worden. Dat is een kwestie van beschaving.
Logica
Verder schrijft onze oud-hoogleraar letterkunde dat het een verdienmodel blijkt te zijn voor dichters. Daar gaan we weer. Volgens mij komt hier duidelijk die calvinistische aard van hem naar boven waar ik het eerder over had. Want iedereen mag betaald krijgen; de bloemist, de kistenmaker, de koffiejuffrouw in de aula, maar o wee, als het toch eens zo zou zijn dat we geld aan cultuur gaan uitgeven, die malle linkse hobby’s, foei. Je zou bijna gaan geloven dat het populistische rechts-extremistische PVV-gedachtegoed zelfs al gemeengoed is geworden onder oud-hoogleraren letterkunde. We leven in waarlijk barre tijden.
Ook is het Van den Akker een doorn in het oog dat de anonimiteit van de overledene niet is gewaarborgd. Nu wil ik niet mierenneuken maar er is geen algemene privacybescherming voor overledenen. Kranten mogen publiceren over de overledene, websites mogen persoonsgegevens laten staan, bedrijven mogen informatie in archieven bewaren en historische of journalistieke werken mogen gegevens blijven gebruiken. Mits dit niet in strijd is met andere wetten (zoals auteursrecht, portretrecht of smaad). De reden dat wij de overledene bij zijn volledige naam noemen is door Bart FM Droog kristalhelder geformuleerd: ‘Een van de al in 2002 geformuleerde doelen van de “eenzame uitvaarten” is namelijk middels de publicatie van de naam van de overledene onwetende nabestaanden te informeren over het overlijden van een familielid, vriend of kennis.’ Wat moeten we dan, Wiljan? Moeten we die persoon maar volledig schrappen en vergeten alsof hij nooit bestaan heeft? Alsof hij volledig onbeduidend was? Niet ter zake doende? En hoe zit het dan met onbekende soldaten? Mensen in massagraven door om het even welke oorlog of genocide? Moeten we die ook anoniem houden? In jouw logica waarschijnlijk wel, omdat ze niet expliciet hebben aangegeven herinnerd te willen worden.
Kort door de bocht
Ik geef toe dat ze het in Amsterdam wel al te bont maken, maar ja, Amsterdam hè. Joris van Casteren gooit met veel aplomb het hele hebben en houden van de overledene in de uitverkoop op de pagina’s van de Volkskrant. Dat vind ik ook onsmakelijk en niet getuigen van respect. Maar goed, Van Casteren is nu eenmaal een niet te vertrouwen glibber die alles doet voor een beetje aandacht. Hij gaat over lijken of over andermans grenzen, het interesseert hem blijkbaar allemaal niet, zolang hij maar een graantje mee kan pikken uit de ruif met ijdele roem. Ik kan er over meepraten. Zo heeft Van Casteren in het verleden eens persoonlijke e-mails van mij zonder toestemming gepubliceerd in de Groene Amsterdammer. Maar dat terzijde.
Ten slotte vraagt warhoofd Wiljan van den Akker zich af of poëzie wel het uitverkoren genre is voor een eenzame uitvaart. Nu weet ik wel dat er andere culturen zijn waar het gebruikelijk is om te dansen tijdens een uitvaart, maar in onze cultuur grijpen we nu eenmaal veelal naar gedichten bij de grote gebeurtenissen in het leven; geboorte, huwelijk, dood. Aangezien Van den Akker zelf dichter is, zij het van gortdroge verzen als Matzes die een dag in de woestijnzon hebben gelegen, vind ik het raar dat ik nu aan hem moet uitleggen dat poëzie een sterke symbolische relatie heeft met o.a. taal, dood en herdenking. Het is bij uitstek geschikt om de herdenking van een leven tot uitdrukking te brengen, op een intieme manier. Bovendien is poëzie relatief toegankelijk te organiseren (minder kostbaar dan een muzikale uitvoering of dansproductie), wat hem toch als rechtgeaarde calvinist zou moeten aanspreken. Dichters zijn daarbij vaak lokaal beschikbaar, en voordrachten kunnen flexibel zijn. En zo zijn er nog meer argumenten te geven voor poëzie, maar ik heb voor nu wel gezegd wat ik wilde zeggen. Rest mij alleen nog te benadrukken dat ik als coördinator van de eenzame uitvaart Rotterdam niet zo kort door de bocht ben, maar juist veel zorgvuldiger, genuanceerder en respectvoller, dan ik hier tegen oud-hoogleraar letterkunde Wiljan van den Akker ben geweest.
Dit stuk is op persoonlijke titel geschreven en reflecteert derhalve niet noodzakelijkerwijs de mening van dichter Bart FM Droog of stichting dEUR.
Laat een reactie achter