
Ik heb twee herinneringen aan Frits Spits die mij altijd zijn bijgebleven. De eerste betreft een rubriek uit het programma De Avondspits, die ik rond 1980 op mijn studentenkamertje beluisterd moet hebben. Frits nam dan een LP en die probeerde hij te karakteriseren met een paar fragmenten. De “musicuul” noemde hij dat. Ik vind op het hele internet zegge en schrijve één vermelding van die rubriek, dus misschien heeft hij maar kort gelopen. Maar ik weet nog dat ik dat op de een of andere sceptische manier toch fascinerend vond. Je had altijd het idee: ja, maar dit of dat fragment zit er ten onrechte niet bij, of is dat gekozen fragment wel karakteristiek voor dat hele album? Maar je luisterde wel, en het hele idee triggerde iets fundamenteels in je muziekbeleving. Althans in die van mij.
Het zal te maken hebben gehad met het feit dat ik rond die tijd zelf de moderne taalkunde aan het ontdekken was, met dezelfde onverschrokken gedachte dat je een taal kon karakteriseren door een paar principes en parameters. Je voelde wel dat het altijd tekort zou schieten, maar het zou toch geweldig zijn als het kon, en waar het lukte was het prachtig. Het kon misschien niet, maar het werkte wel.
Digitale klok
Een tweede herinnering komt uit de begintijd van het programma De Taalstaat. Een van de redacteuren heeft mij weleens verteld hoe dat programma ontstaan is. Frits zou weggaan bij radio 2, en de programmacoördinatoren hadden hem gevraagd wat hij nog eventueel zou willen doen. Nou, Frits wilde wel een programma over taal maken, maar alleen als het op zaterdag van 11 tot 1 op radio 1 kon. Dat was nogal controversieel, want daar zat de populaire Tros Nieuwsshow, waarvan het ondenkbaar was dat die plaats zou willen maken. Maar Frits kreeg zijn zin, en de Nieuwsshow schoof op. Hij benaderde Acda en De Munnik voor een openingstune (waar hij zeer verguld mee was), en het programma De Taalstaat mocht beginnen.
In die begintijd dus was ik ook een keer in de studio, het zal zijn geweest in het kader van de verkiezing van de Leraar Nederlands van het Jaar, want Frits vond het eigenlijk maar niks als je alleen telefonisch meedeed. Je moest liefst lijfelijk aanwezig zijn. Maar goed, ik zat na afloop van het item nog even in de wachtruimte zal ik maar zeggen, een ruimte naast de eigenlijke studio waar Frits zat. In die ruimte zaten de redacteuren aan de computer de jingles in te starten, de tijd in de gaten te houden, en de telefonische gasten voor te sorteren. Er hing een grote digitale klok zodat je precies kon zien wanneer het programma afgelopen moest zijn.
Op de seconde
Er heerste die dag een ongewone spanning in die redactieruimte, want er was schaatsen of iets anders dat nog belangrijker was dan De Taalstaat, en alles zat dus een beetje krap in de tijd. Een paar minuten voor het einde was nog een telefonisch interviewtje gepland, en de redacteuren stelden Frits voor om dat maar achterwege te laten. Maar Frits vond dat niks en stond erop om het door te laten gaan.
Enfin, ik weet niet meer waar het over ging, maar Frits stelde zijn vraag en de luisteraar gaf nogal uitgebreid antwoord. Ik keek gefascineerd toe, want de redacteuren begonnen al zenuwachtig te schuifelen op hun stoelen. De klok tikte door, en we zouden er zo uitgedraaid worden. Kom op, Frits, kap nou af! Maar Frits liet de luisteraar rustig haar verhaal afmaken, en ondanks het feit dat de klok inmiddels op minder dan een minuut stond stelde hij tot afgrijzen van de redacteuren doodgemoedereerd nog een vervolgvraag! Ik heb nog nooit zo veel paniek in die redactieruimte gezien. Maar Frits had het antwoord van de luisteraar blijkbaar net goed ingeschat, en sloot het item en het programma precies op de seconde binnen de tijd af. De redacteuren zakten met een opgelucht ‘Pfff’ achterover in hun stoelen.
Toen dacht ik: ja, die Frits Spits, dat is toch wel een héél professionele vakman. Het kon eigenlijk niet, maar hij flikte het wel.

Laat een reactie achter