It’s all in the family

Gelukkige gezinnen lijken op elkaar, maar elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier. De openingszin van Anna Karenina is ook illustratief voor het gezin van Siem, dat Cees van den Boom beschrijft in zijn debuutroman Witte paarden & Blauwzuur. Deze roman is deels autobiografisch: Van den Booms moeder overleed toen hij veertien was, zo ook de moeder van hoofdpersoon Siem. Het ontroerde me om te lezen dat hij achterin het boek zijn zus en vader, en ook ooms en tantes bedankt. Dat is tekenend voor hechtheid en liefde in die familie, denk ik te weten na het lezen van dit boek.
Siem is een jongen van zestien jaar als hij na een pittig incident op zijn school- weggestuurd wordt en wegloopt. Het is december, door de sneeuw rijden de treinen niet. Op een bushalte treft hij een vrouw aan met wie het niet goed gaat en die hij blijkt te kennen. Hij kan haar niet aan haar lot overlaten en schakelt hulp in, maar weet zelf onder de radar te blijven. Dat lukt hem door te slapen bij een vriend en bij een straatmuzikant en door een zwerftocht door de stad. Als lezer vermoed je al dat hij een doel heeft, maar weet je niet wat dat precies is. Door herinneringen en flashbacks wordt duidelijk hoe de jeugd van Siem eruit heeft gezien, welke rol zijn ouders en zijn zus in zijn leven spelen, en hoe de chemie binnen het gezin was. De ziekte en het verlies van zijn moeder en de nieuwe relatie van zijn vader zorgen in de puberteit van Siem voor veel onzekerheid. Bovendien zat hij op de Daltonschool waar zijn vader directeur s. Allemaal redenen om een rotjoch te worden, maar zoals dat geldt voor de meeste rotjongens, is Siem dat in wezen niet.
Parallel aan het weglopen van Siem lezen we over het zoeken van zijn zus en zijn vader. Zij hebben hun eigen herinneringen, waarin ook moeder Wies een belangrijk rol speelt. Het wordt steeds duidelijker hoe iedereen gevormd is door zijn opvoeding en ook dat dat de generaties door gaat. Je kunt eigenlijk niet zeggen dat het vreselijk ongelukkige gezinnen zijn, maar het streven naar meer en beter leidt wel tot ongelukkige situaties die krassen veroorzaken.
Het boek leest als een moderne familieroman en als een queeste. De personages worden geloofwaardig en bijna liefdevol neergezet. Ze hebben allemaal hun sympathieke kanten en als lezer krijg je begrip voor de keuzes die ze maakten en maken. Ze komen tot leven door hun eigen taalgebruik. Je krijgt zicht op de manier waarop ze zich ontwikkeld hebben. Van den Boom schrijft over echte mensen, die op zoek zijn naar zichzelf en naar elkaar. Het verhaal speelt zich af in Den Haag met af en toe een uitstapje naar het Westland. Dit is voor mij een bekende omgeving en de Daltonschool van Siem ken ik zelfs van een stagebezoek; dat draagt in mijn geval bij aan de herkenbaarheid van het verhaal.
Het boek is met vaart geschreven en door het wisselend perspectief krijg je als lezer zicht op hoe het zo gekomen is. Er zijn wat verhaallijntjes op te merken die geen vervolg krijgen en van weinig toegevoegde waarde zijn, maar ik heb dat niet als storend ervaren. Witte paarden & Blauwzuur is een fijn boek dat lekker leest en dat een grote doelgroep zal interesseren. Het zal wat oudere lezers een spiegel voorhouden over bijvoorbeeld opvoeding en jongere lezers zullen zich gemakkelijk herkennen in Siem. De schrijver lijkt het echter niet zo serieus te zien,
omdat ieder gezin, hoewel ze allemaal op elkaar lijken als je ze ’s zomers op de camping ziet zitten, etend, kaartend bij het licht van een citronellakaars, toch heel sterk verankerd is in de eigen patronen, met een geschiedenis waar je annalen aan zou kunnen wijden, ware het niet dat geen het geen hond zal interesseren.
Witte paarden & Blauwzuur, Cees van den Boom. De Arbeiderspers
Laat een reactie achter