Brouwer trekt de lezer vanaf de eerste bladzijde de wereld van Carl in

De afdruk is de vierde roman van Peter Brouwer (die daarnaast meerdere dichtbundels schreef). Brouwer studeerde Duitse taal- en letterkunde in Utrecht, waar het verhaal zich grotendeels afspeelt. Het hoofdpersonage, Carl, start een zoektocht naar antwoorden op vragen die opkomen door diepgewortelde herinneringen.
Het volgende moment keken ze elkaar door een scherm van regendruppels aan, vlak voordat de auto wegreed. Hij voelde verwarring, meende haar te herkennen, zij keek weg.
In de rest van het verhaal krijgt de lezer beetje voor beetje meer informatie over deze vrouw. Ze blijkt slechts kort in zijn leven te zijn geweest, maar de herinnering aan haar speelt nog steeds een grote rol.
Het plot is niet ingewikkeld en er gebeuren geen spannende dingen. Het boek is op kunstige wijze in elkaar gezet en zo geformuleerd dat het makkelijk wegleest. Het is opgebouwd uit drie delen: in het eerste en het laatste deel lezen we over de volwassen Carl en zijn zoektocht naar antwoorden; in het middelste deel beschrijft Brouwers een jonge Carl en leren we de mensen kennen die hun sporen hebben nagelaten in rest van zijn leven. Het verhaal heeft een open eind, waardoor het na het wegleggen van het boek nog een tijdje blijft hangen.
Brouwer schrijft erg beeldend: hij geeft veel details, waarmee hij de lezer vanaf de eerste bladzijde de wereld van Carl in trekt en zelfs de foto’s die Carl als fotograaf schiet, tot leven wekt. Het boek is geschreven in de derde persoon vanuit het perspectief van Carl. Het is boeiend om te lezen hoe Carl zich ontwikkelt: van student tot volwassene, maar ook van volwassene, die niet weet hoe met aandachtvragende herinneringen om te gaan, tot man die rust vindt en zichzelf beter leert kennen.
Omdat de drie delen Carl beschrijven op verschillende momenten in zijn leven, wordt zijn groei mooi weergegeven; ook vallen flashbacks van de volwassen Carl, die in eerste instantie irrelevant of alleen sfeerbeschrijving leken te zijn, prachtig op hun plek als ze terugkomen in de beschrijving van Carl in zijn studentenjaren. Zo zijn er een paar terugkerende elementen in het boek, zoals de poster op de muur met de tekst ‘The prisoners of their own prayers’ en de zin ‘Een geur, denken we, een kleur.’ Wanneer deze voor het eerst voorbijkomen, zijn ze wat onduidelijk, maar wanneer ze terugkomen, krijgen ze meer betekenis. Dit heeft Brouwer prachtig gedaan.
Het enige wat lichtelijk stoort, is het interpunctiegebruik. Brouwers maakt overmatig gebruik van komma’s op plekken waar een punt kan staan.
De goed uitgedachte opbouw maakt de karakterontwikkeling van het hoofdpersonage sterk en geloofwaardig. Daarnaast zet het open eind de lezer aan het denken. Ook door de poëtische manier van schrijven laat Brouwer met zijn boek een mooie afdruk achter in het hoofd van de lezer. De afdruk is niet heel spannend, maar wel een fraai kunstwerkje.
Laat een reactie achter