• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hoe Anne Frank zichzelf schreef

12 december 2025 door Marc van Oostendorp 2 Reacties

Op 11 december 2025 was ik aanwezig bij de presentatie van het mooie boek ‘Anne Frank, schrijfster’ van Elli Bleeker en Peter De Bruijn. Ik hield er het bijgaande praatje.

Wie Anne Frank, schrijfster van Elli Bleeker en Peter de Bruijn gelezen heeft, kan niet volhouden dat het dagboek van Anne Frank een toevallig overgeleverd historisch document is, het werk van een jong meisje dat haar ervaring zomaar op papier gooide. Anne Frank, schrijfster laat overtuigend zien dat Anne Frank vanaf jonge leeftijd nadacht over vorm en publiek, vijlde aan haar stijl en compositie, en haar dagboek zag als opstap naar een serieus schrijverschap. Dat ze over Het achterhuis nadacht als over een roman.

Een van de verdiensten van het boek van Bleeker en De Bruijn is dat het (eerste) dagboek, de bewerking Het achterhuis en al het andere werk dat Anne in een paar jaar tijd bij elkaar schreef zo in een ander licht komt te staan. Dat we nog wat dichter bij Anne kunnen komen juist door serieus te nemen dat zij zichzelf daar in die schriftjes zelf heeft geconstrueerd.

We kunnen bijvoorbeeld overwegen om het begrip autofictie, van toepassing te verklaren dat in 1977 geïntroduceerd door de schrijver en denker Serge Doubrovsky om een lacune in het tot dan bestaande vertoog over autobiografieën te benoemen. Autobiografie veronderstelt oprechtheid en referentiële waarheid, maar fictie vereist onvermijdelijk stilering, selectie en compositie. Autofictie combineert die elementen. Ieder verhaal dat iemand vertelt, hoe waarheidsgetrouw ook, bevat elementen van fictie. Het wordt autofictie als de auteur bewust fictionele elementen aanbrengt. En dat deed Anne.

Te voorschijn

De term is ook in de Nederlandse letterkunde wel gebruikt, bijvoorbeeld door Lut Missinne, maar bij mijn weten nooit toegepast op Anne Frank. Het is natuurlijk gevaarlijk om zo’n term toe te passen op uitgerekend Het Achterhuis – voor je het weet speel je Holocaust-ontkenners in de kaart die altijd al hebben gezegd dat het dagboek fictie was. Maar Doubrovsky’s beroemde definitie – fiction d’événements et de faits strictement réels – stelt dat de basis van autofictie nog altijd de waarheid is.

De term autofictie is zo bezien vrij duidelijk toepasbaar op het dagboek. Bleeker en De Bruijn laten zien hoe Anne tijdens haar herschrijving in 1944 haar eerdere notities herschikte, dialogen aanscherpte, personages schrapte, alternatieve namen bedacht, en haar tekst expliciet organiseerde voor een toekomstig publiek. Zij deed dat niet behoefte tot manipulatie, of uit een emotionele impuls, maar vanuit een groeiend literair bewustzijn. Al dat schrijven en herschrijven is geen probleem dat de authenticiteit van het dagboek aantast, maar een manier waarop Anne Frank zichzelf tevoorschijn schreef.

Voorspellen

Cruciaal bij dit alles is natuurlijk de vergelijking tussen het oorspronkelijke dagboek en Het achterhuis. Het eerste functioneerde als privé‑egodocument, waar overigens, zo laten Bleeker en De Bruijn zien, al duidelijk fictionele elementen in zaten: de vriendinnengroep aan wie de brieven zogenaamd geschreven waren, kwamen rechtstreeks uit de wereld van de fictie, in het bijzonder het werk van Cissy van Marxveldt. Later beperkte Anne zich tot Kitty als de geadresseerde. In haar dagboek, waarin ze bleef schrijven terwijl ze Het achterhuis schreef, vertelde ze ‘lieve Kitty’ over het feit dat ze begonnen was aan de roman Het achterhuis, waarin ook weer brieven stonden aan ‘lieve Kitty’. Dat is een spel waar een postmodernist u tegen had gezegd.

Maar het beeld is, denk ik, niet compleet wanneer we Anne Frank uitsluitend als autofictie benaderen. De theorie over autofictie gaat vooral over een ‘veld’ waarin auteurs bewust ‘spelen met conventies’ en ‘lezersverwachtingen’. Ze gaat over kunst. Anne bevond zich als schrijvende puber minstens ten dele in een andere positie: zij schreef midden in ervaring, het retrospectief was dat van hooguit een paar jaar geleden, terwijl zij tijdens het schrijven nog in objectief dezelfde situatie zat; haar auteurschap werd door anderen pas na haar dood als zodanig herkend. Ze scheef als vijftienjarige ook om haar dertienjarige zelf te corrigeren.

Ze keek er weliswaar naar uit om ooit een bekend schrijfster te worden, maar ze was daar nog niet. Dat al haar werk zo zorgvuldig zou worden uitgegeven en bestudeerd, kon ze niet voorspellen.

Existentiële handeling

De Fransman Georges Gusdorf (1912–2000) was een vroege sleutelfiguur in het denken over autobiografie, omdat hij het genre radicaal losmaakte van de idee van verslaglegging en het begreep als een existentiële daad. Zijn essay Conditions et limites de l’autobiographie is de belangrijkste tekst die Gusdorf hierover schreef. Een autobiografie is volgens Gusdord niet een tekst waarin iemand buiten zichzelf treedt en dan objectief verslag doet over wat haar vroeger is overkomen – het is een genre waarmee een mens zichzelf maakt. Dat betreft dus ook niet alleen maar het beeld dat de lezer krijgt. Het schrijven van een autobiografie is een heel heftige vorm waarop een mens zichzelf niet alleen presenteert aan anderen, maar ook vormt (meestal beperken mensen zich als het ware tot korte verhalen – anekdotes die ze af en toe over hun verleden vertellen).

Gusdorfs denken speelt voor zover ik kan nagaan in de Nederlandse letterkunde nauwelijks een rol – het gaat daarvoor misschien te weinig over de literaire kant van het autobiografisch schrijven – maar ik denk dat het onze kijk op Anne Frank kan verruimen.

Anne schreef, zoals veel dagboekschrijvers, niet vanuit een afgerond zelfbeeld dat ze vervolgens wilde presenteren, maar terwijl ze aan het groeien was – persoonlijk, moreel en literair. Het schrijven was eigenlijk een vorm van schrijven. Haar herschrijving in Het achterhuis was niet alleen een strategische ‘literarisering’ in moderne zin, niet alleen een poging om met een bepaalde ‘habitus’ een plaats te verwerven in het ‘literaire veld’, en ook niet (alleen) een manier om greep te krijgen op haar bestaan, haar (recente) verleden, haar heden en haar toekomst. Het was meer dan dat alles: ze wérd Anne Frank door aan Kitty te schrijven.

Dat inzicht werpt ook een nieuw licht op de beroemde metafoor van Annie Romein-Verschoor die Anne zag als ‘die kleine dappere geranium [die] daar heeft staan bloeien en bloeien achter de geblindeerde ramen van het achterhuis’. Een geranium bloeit niet om iets te laten zien aan een publiek, maar simpelweg omdat het groeit. Het ontwikkelt bloemen en daardoor wordt het een geranium.

De opbrengst van dit soort overwegingen is aanzienlijk. Doubrovsky laat zien dat vormgeving en waarheid geen tegenpolen zijn; Gusdorf dat zelfschrijving altijd al meer is dan verslag achteraf. Niet de vraag of Annes dagboek al dan niet ‘gefingeerd’ moet staat centraal, maar de erkenning dat schrijven soms een manier is om jezelf te maken. In samenhang gelezen, maakt Anne Frank, schrijfster zichtbaar dat Anne Frank niet alleen het object was van herinnering en interpretatie, maar dat ze vanaf het moment dat ze haar eerste cahier opensloeg subject was, iemand met de moed én het talent om zichzelf te maken. Wat een schrijfster zou ze geworden zijn als ze door had kunnen schrijven. En wat een mens.

Elli Bleeker, Peter de Bruijn. Anne Frank, schrijfster. Walburg Pers, 2025. Bestelinformatie bij de uitgever

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Anne Frank, autofictie

Lees Interacties

Reacties

  1. vertaalbureaumotte zegt

    12 december 2025 om 09:20

    Dit is niet echt nieuws. Het is al lang bekend dat AF schrijfster wou worden, en dat het dagboek een oefening was.

    Beantwoorden
    • Peter Boot zegt

      12 december 2025 om 11:23

      Het bijzondere aan het boekje van De Bruijn en Bleeker is dat ze aan de hand van de manuscripten heel precies laten zien hoe Anne zich als schrijfster en als mens ontwikkelde. Natuurlijk was bekend dat Anne schrijfster wilde worden. Maar een boekje dat in de verschillende manuscripten het proces van die ontwikkeling zichtbaar maakt, was er nog niet. De auteurs laten zien hoe serieus Anne aan haar ambitie heeft gewerkt.

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Marko Fondse • Rook

Frits ontfermde zich – en zeker sierde dat gebaar hem –
voorlopig over N. zijn spullen en zijn katten,
verkocht zíjn huis als annex voor B.’s harem
met tonnen winst als de zakenman die hij ook is.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

STRAAT IN DE WINTER

Het asfalt in zijn huid van rat vangt licht
van lampen die aan draden hangen huis tot huis.
De kin der stoeprand buigt de straten in. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

8 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

7 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1944 Gerrit Overdiep
1946 Jan Walch
2008 Jan de Vries
2009 Félicien de Tollenaere
➔ Neerlandicikalender

Media

A.J. Dautzenberg en Wytske Versteeg: De waarheid bestaat niet (meer)

A.J. Dautzenberg en Wytske Versteeg: De waarheid bestaat niet (meer)

12 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Webinar ‘Woordpeiler’

Webinar ‘Woordpeiler’

11 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Webinar ‘Hoe schrijf je een dialectwoordenboek?’

Webinar ‘Hoe schrijf je een dialectwoordenboek?’

10 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d