
Willem Otterspeer schreef een biografie over dichter, schrijver, criticus, programmamaker en boekenmens pur sang Michaël Zeeman (1958-2009). Otterspeer dekt zich van tevoren terdege in: hij en Zeeman waren goed bevriend, wat vragen kan oproepen over de vereiste objectiviteit. Als we dat gehad hebben kan de lezer al snel constateren dat de vriendschap de biografie vooral warmbloedig maakt: goed geschreven, betrokken en liefdevol. Wat ook snel duidelijk wordt is dat we met een hoofdpersoon te maken hebben die alles is behalve gewoon. En dit maakte Zeeman ook raadselachtig. Otterspeer schreef de biografie om zijn vriend te begrijpen. Aan het slot van hoofdstuk een wordt de lezer flink nieuwsgierig gemaakt: ’Zijn leven was lezen, zijn lezen schrijven, zijn schrijven schandaal. Elke minuut ervan was boeiend.’
De grote gebeurtenis in Zeemans leven was de arrestatie in 1986 op verdenking van grootschalige boekendiefstal. Die zou hebben plaatsgevonden gedurende de jaren dat Zeeman werkte bij boekhandel De Tille in Leeuwarden. Wat de een beschouwde als verduistering, was voor de ander een uitbetaling in natura, in alle openheid, ter compensatie van gewerkte overuren en opgeofferde vrije dagen. De administratie van een en ander bleek een gatenkaas, voor zover deze überhaupt werd bijgehouden.
Zeeman werd opgesloten en intensief verhoord. Toen hij onverwacht na enkele dagen werd vrijgelaten realiseerde hij zich twee dingen: dat hij niet ‘gewoon’ meer wilde zijn, geen burgerman, en het belang van vriendschap. Otterspeer behandelt deze cruciale episode uit het leven van Michaël Zeeman indringend. Na langdurig procederen kwam een veroordeling er uiteindelijk niet. ’Hij heeft het niet gedaan maar hij heeft het ook niet niet gedaan,’ aldus Otterspeer. Dat de affaire Zeeman blijvend heeft beschadigd wordt overtuigend duidelijk.
Slaag en vrouwen
Michaël Zeeman was een domineeszoon. Het intense gevoel voor taal en boeken ging van de vader op de zoon over. Tot in kerkdiensten en uitvaarten imiteerde de kleine Michaël zijn vader, met zijn zusjes als toehoorders en deelnemers in het spel. Overigens werd de verstandhouding met de ouders met de jaren slechter en slechter: steeds meer gekenmerkt door afstandelijkheid en onbegrip, en gelardeerd met veel slaag.
De liefde komt in Zeemans leven: hij stort zijn hart uit bij de vrouw die door biograaf Otterspeer wordt aangeduid met de letter ‘M.’ omdat zij niet herkenbaar in het boek wil figureren (ze is de enige niet). Ze wordt overladen met post, vol van hartstocht en (beschouwingen over zijn) belevenissen. Na verloop van tijd echter rest de illusie. Er volgen andere vrouwen en al snel is een patroon herkenbaar: van overrompelend en liefdevol geluk, met als keerzijde een verstandhouding die al snel zwaar te lijden heeft onder Zeemans angstaanvallen, gewelddadigheid en ontrouw.
In diverse functies ontwikkelt Zeeman een tomeloze inzet. Als boekhandelaar en uitgever, als bestuurder/organisator bij de Rotterdamse kunststichting, als initiatiefnemer voor literaire projecten in Leeuwarden, als student-assistent bij de opleidingen Filosofie in Utrecht en Groningen. Het duizelt de lezer geregeld, want daarnaast schreef Zeeman ook nog toneelrecensies, literaire kritieken en poëzie. Vanaf begin jaren negentig van de twintigste eeuw fungeert Zeeman als chef kunst bij de Volkskrant en ook daar was zijn inzet groot. Hij maakte plannen, ontvouwde perspectieven en visies, schreef zelf bovenmatig veel. En hij stelde hoge eisen aan zijn collega’s.
Fascinerende schelm
Biograaf Otterspeer dist het allemaal smakelijk en meeslepend op. Zeeman en de poëzie. Zeeman en het proza. Zeeman als televisiepersoonlijkheid. Geregeld vat Otterspeer samen, of herneemt hij het voorafgaande, vaak compact en overtuigend, met af en toe een cliffhanger. Het is bijna verslavend om zinnen te lezen als ‘Kwetsbaarheid is de kwintessens van zijn poëzie’ of ‘… die vreemde combinatie van zelfkennis en zelfmisleiding die bij Michaël, door de intensiteit en omvang ervan, een wezenskenmerk is’ of ‘ambitie was het product van zijn talent, faalangst het resultaat van zijn opvoeding. Met elkaar vermenigvuldigd leverden ze de fascinerende figuur van de schelm op (…) die bluf tot kunst- en levensvorm maakte’.
Overigens verliep Zeemans werkzame leven bij de Volkskrant inderdaad tumultueus. Een sleutelroman waarin collega’s voor sommigen herkenbaar optraden leidde tot spanningen die niet Zeemans vertrek tot gevolg hadden, maar een functie elders. En niet tot Zeemans verdriet: hij werd cultureel correspondent te Rome.
Geliefde dode
Al lezende leren wij Michaël Zeeman aan Otterspeers hand beter en beter kennen: als veelgevraagd presentator en gespreksleider, als bibliomaan, als denker en publicist over Nederlandse identiteit, over de rol van de elite, over het multiculturele vraagstuk. Indrukwekkend bij dit alles zijn Zeemans toewijding en radicaal internationale oriëntatie. Maar Zeeman was ook een intrigant, die er behagen in schiep conflicten op te stoken. Zijn verhoudingen met vrouwen waren complex, om het vriendelijk te zeggen. Hij was romantisch, genereus en veeleisend, hals over kop straalverliefd en vroeg of laat toch weer verveeld, jaloers, ontrouw.
Vooral toch was Zeeman erudiet, belezen, creatief, onconventioneel en onstuitbaar. Zijn veel te vroege dood op 50-jarige leeftijd, als gevolg van een ruim twee maanden daarvoor vastgestelde hersentumor, treft de lezer als een aangrijpend verlies, omdat er nog zoveel gaande was, omdat dit leven nog niet af was.
Wat wel af is is dit bijzondere, rijke boek over een bijzonder mens. Samen met een eerder samengestelde keuze uit Zeemans artikelen, verschenen in 2010, vormt de biografie een monument voor een geliefde en bewonderde dode. Deze biografie over zijn vriend Michaël Zeeman, aldus Willem Otterspeer, ‘maakt de complexiteit van het verschijnsel mens duidelijk. Zoiets gaat niet ten koste van de vriendschap, maar is er het bewijs van.’ Waarvan akte.
Willem Otterspeer. In alles ben ik groot. Prometheus, 2025. Bestelinformatie bij de uitgever
Dit stuk verscheen eerder op Literair Nederland
Laat een reactie achter