
In 1510 arriveert de jonge bankier Pompejus Occo in Amsterdam met de opdracht de handel in het Oostzeegebied te intensiveren. Hij doet via de voormalige Amsterdamse herbergierster Sigbrit Willems goede zaken met de Deense koning Christiaan II, die Sigbrits dochter aanbidt. Sigbrit krijgt van hem alle macht gezien haar bestuurskunst en occulte kennis. Maar zijn moeder en dochter soms heksen?
In Amsterdam heerst verdeeldheid. Door zijn snelle groei kan de stad niet bogen op verenigende tradities of houvasten. Behalve één: de pelgrimage-industrie rond een hostie. Maar juist die verwordt tot splijtzwam tussen de religieuze bewegingen. De bom barst als wederdopers in 1535 een machtsgreep plegen. Ze worden tot zondebokken voor alle ellende verklaard en geëxecuteerd. Welke rol spelen de literatuur en beeldende kunst bij die slachtpartijen? Spraken zij niet van een zieke stad op weg naar de ondergang? Een meeslepend en groots portret van een stad in ontwikkeling.
Herman Pleij (1943) is emeritus hoogleraar middeleeuwse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en houdt zich vooral bezig met de cultuurhistorische betekenis van literatuur, de ontwikkeling van de burgermoraal en de Nederlandse identiteit. Eerder schreef hij onder veel meer de succesvolle boeken Anna Bijns, van Antwerpen, Oefeningen in genot en Met een scheef oog.
Laat een reactie achter