• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Zes van de negenthien Refereynen int Sot

20 december 2025 door Bas Jongenelen Reageer

Mijn tweedejaars masterstudenten Nederlands aan Fontys Educatie Tilburg hebben zes van de negentien refereynen getranscribeerd die in 1614 door Jacob Janszoon Paets gedrukt zijn. Het zijn refereynen int sot die op 8 oktober 1613 in Leiden Gheprononcieert zijn tijdens een wedstrijd. Volgens mij zijn deze gedichten nog niet eerder getranscribeerd, en helaas zijn het nu ook nog niet alle refereynen – volgend jaar zijn er weer nieuwe tweedejaars.

Er is gebruikt gemaakt van deze scans . Dit waren de studenten: Emma van de Vijfeijke, Jeanne Lyklema, Judith Schouw-Verschuren, Kim Karremans, Lotte Peltzer, Maarten Achterberg, Mart Eekels, Maud van den Berg, Nienke van Oosterbosch, Ralph van Hertum, Tomas Brouwers en Veerle Van der Veken.

Leyden (refereyn 1)

Och zijn dit nu oock niet seer ghevaerlicke tijden
Gheen bedroefder eeuw als nu van s’werelts aenbeghin
Dat het onnoosel kleet soo veel heeft moeten lijden
Elck wilt daer moy med’ zijn naer zijnen eyghen sin
Treckent veel hun selven aen en meest om t’groot gewin
Achten haer selfs te zijn soo hoogh als Godt ghezeten
In schaeps onnoosel kleederen kruypen wolven in
Die Christus selve naemt te zijn valsche Propheten
Tis al van hoochste wijsheyt daer van sy haer vermeten
Buygen de wijsheyt Godts naer haren wil en kracht
Doch tis ydelen roem yet meer te willen weten
Dan Christum voor ons gecruyst dus alst is overdacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Tis alles ydelheyt op eyghen wijsheyt stichten
Naer die wijsheyt ghebreck heeft onvervalscht en ghesont
Hy begheertse alleyn van den Vader der Lichten
Dies’ elck sonder verwijt seer ghewilligh gheeft en jondt
Wie daer op voorsichtich bout diens huys blijft vast gegront
Plasreghen en stormwint moeten daer teghen falen
Wie die wijsheyt ghelooft ghesproken uyt s’Heeren mondt
Sal zijn eyghen wijsheyt en hoochmoedt laten dalen
Die magh leven op hoop van eynd’lijck prijs te halen
Die ned’righ ootmoedigh naer Hemelsche wijsheyt tracht
Bekleedt met onnooselheydt en bidt voor die dwalen
Want den reghel blijft vast weerdigh in volle macht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Een rijck man dacht wijslick door te bringhen zijn leven
Hadde zijn schueren al overvloedichlick vol goets
Sprack nu mijn siele wilt tot lust u overgheven
Ghy hebt voor vele jaren ghenoegh dus weest goets moets
Maer de Godtlicke stem sprack tot hem onverhoets 
Ghy dwaes in deser nacht moet u ziel van u wijcken
Och daer en viel gheens prijs maer schande vol onspoets
Den Pharizeeus nietmin liet trotz en hoochmoet blijcken
Wild’ hem door al zijn deucht by den tol’naer niet ghelijcken
Maer door zijn heylicheyt ten Hemel zyn ghebracht
En die gheacht als dwaes om hooch niet dorste kijcken
Kreegh den oppersten prijs en d’ander smaet onsacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince

Als den oppersten Prins met Hemelscher heyrscharen
Elcx werck oordeelen sal van wijs machtigh en groot
Voor die hun achten wijs sal hy gheen prijs verklaren
En die daer versteken wert och noyt gheen meerder noot
Dus blijft niet eyghen wijs eer u omringht de doodt
Met tkleet der onnnoselheyt omgort uwe leden
Twelck ghewasschen is inden dierbaren bloede root
Des onschuldighen Lams onnoosel en vol vreden
Voor zijn aenschijn oprecht d’aenstaende tijt besteden
Eenvoudigh sonder argh niet in verwaenden pracht
Niet by u selven wijs want dits een vaste reden
Dat Godt des werelts wijsheyt in den Hemel belacht.
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Schevelinghe (refereyn 2)

O Soete sotheyt wat maekt ghy dickwils al vreucht
Hoe inwendich kont ghy het herte raecken
Daerom zijt ghy prijswaerdich int out oft ionge jeucht
Want ghy altijt na prijs staet voor alle saecken
Lestmael wijse luy met Sotten spraecken
Hoe sy best een soete koeck souwen bijten
Welck sy met een toutgen op en neer ziet/ om raecken
Inden mont der sotten diet dickwils ginck spijten
Datse veel mis beeten sonder doen profijten
Ten lesten heefter een toe ghevat met kracht
Doen begonsten sy allegaer van lacchen te krijten
Welck seer proprijs// hannen en lijs// mee deen met macht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Desen dwaes hebbende de prijs verkreghen heel
Waren al de ghecken als den bedroefden
En maeckten teghen de wijse luy krackeel
Segghende waerom sy niet een beetgen koeck en proefden
Tweclk sy nochtans soo wel mochten en behoefden
Waer over dat daer ghevallen is een heelen twist
Daer was een geck die met zijn hooft wat schroefden
Welck smeet vry toe heeft den prijsmeester niet ghewist
Die op sulcx niet al te veel en hadde ghegist
Welcke ginck weer vichten teghen dees half slacht
Tvolck seyde wy hoopten dat hy wel beter wist
Dan dat hy wijs// met groot ghebrijs// nae sotten tracht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Hoe weynich prijs oft eer haeltmen aen een sot
Want t’ander gheselschap den prijsmeester by staende
D’ander ghecken tasten mee toe en hadde gheen slot
Dus dee men daer niet dan twart smijten en slaende
De wijse luyden seer weynich prijs begaende
Want oude luyden kloeck en seer hervaren 
Seyde wie mach haer dit spelraen dese wijswaende
Want die den gecken met wijsheyt wil vergaren      
Die hoort men altijt met schanden beswaren
Want of zijt winnen of verliesen hout in ghedacht
Soo hoortmen de menicht altijt verklaren
T’sy out of grijs// by bier of spijs// schout hoogheyts pracht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince.

Sghelijkcx menich al te wijs wesen wil
Spot met een sot daer gheen prijs is aen te halen
Want een slot leyt het af met een sotte gril
Daermen op den ander van elck hoort smalen
Sot is hy die van sotten wijsheyt begeert/ die malen
Soo elck mach mercken en goet is om te vermoen
Bedriecht ghy een geck men hoort elck vertalen
Ja dat hebbense wel goet een sot te doen
En wert ghy bedrogen so seytmen siet dese bloen
Waren tot spot nu van den gheck by ghebracht
Die de geck maken kan krijgt prijs avont en noen
Als hy wat vrijs// seyt int logijs// daermen om lacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Haghe (refereyn 3)

Wel op ghy sotten al die nu met vreuchden leven
Comt en leert u sotheyt wijslick bekleden bly
Of anders salmen u nu geheenen prijs hier gheven
Soo ghy alleene tsot/ of wijs/ behoudet vry
Ghebruyct sotheyt met maet anders raeckt ghy in d’ly
Weest niet so bot/ dat ghy sot zijt/ tot allen stonden
Hout alleman voor vrient en niemant voor parthy
Wantmen nu daechlijcx hoort uyt elcken eens vermonden
Dat tusschen sot en vroet/ meest twisten wert bevonden
Dies om d’allerwijst te zijn mede niet en tracht
Maer laet van passen wijs zijn u daechlijcx/ oorconden
Ist out of grijs// niet al te wijs// staet hier op wacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Veel verscheyden sotten zijn van natuer bysonder
D’een sout wel al geven al hadt hy met hoopen
D’ander die is soo Sot tis voorwaer groot wonder
Al dat hy maer siet/ dat heeft hy lust te koopen
Al sout hem daer nae doen met kackhielen loopen
Dan zijnder noch ander die alle dingh vermeten
S’willen wijcken niet/ al soumens t’vel af stroopen
Maer winnent over al/ waer dat sy zijn gheseten
Niemanden haers gelijkck/ weten sulcke secreten
Daer deur veel kleyne sotgens/ krijghen grote kracht
Die oock belustich zijn wat sonderlinghs te weten
Maer te propijs// krijcht vry excijs// hoe groot van macht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Dan zijnder noch sotten diemen geleert gaet noemen
Van wijsheyt zijnde sot/ tblijckt aen hare wercken
Want om dat sy haer selven wijslick gaen beroemen
In plaetse dat een ander sulcx hoort te mercken
Op dat haer doen haren lof mochte verstercken
Maer neen/ tis so zijt drijven wie seyt daer tegen
Al woud den meester onderrechten syn klercken
Hij deed’ verlooren arbeyt/ twaer beter gheswegen
Want de verwaende wijsheyt/ is niet te beweghen
Tis groote verhindering voor alle eendracht
Beter waer by de sulc matelijck wijsheyt vercregen
Tis grove spijs// daer op glat ijs// van schiet dees klacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince

Dat sulck weetgierich Sot zijn kan men bethoonen
Om dat sy met t’geen haer Godt geeft niet zijn te vreen
Tdunct haer wijsheyt om dattet een deel sotten croonen
En datmen dan daerom haren naem siet verbreen/
Maer die van passen wijs hem weet te bekleen/
En oock alst past bedecktelick den Sot kan maecken/
Ick bevinde dat sulcke ende anders gheen
Hier ter werlt aen tmeeste goet/ en tbest leven raecken
Tis voorwaer twijselicxste boven alle saecken
Half sot half vroet alhier te wesen van gheslacht
Nae niet meer als van passe wijsheyt hier te haecken
Swerelts Paradijs// is sulck tlogijs// dus sijt verdacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Haerlem (refereyn 5)

Naer dien daer ghevraecht/ hoe dat den tijt nu staet
In het aenmercken hier/ wesende desolaet
Door t’menschelijck geslacht/ dat hem seer gaet verhoogen
Op zijne wijsheyt groot/ denckende tzijnder baet
Daer door tot heerlijckheyt/ te comen met der daet
En prijs behalen snel door zijns wijsheyts vermoghen
Twelck niet geschieden sal/ des vint hy hem bedroghen
Want smenschen wijsheyt al/ is voor God dwaesheyt siet
Geacht/ also men mach/ seer klaerlijck sien voor ooghen
Daerom weest niet te wijs/ dat ghy ter schande niet
En comt/ door u vernuft/ maer Godt zijn eere biet
En hem toch vreest// minst ende meest// vliet t’boos gheslacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Het wijs geleerde volck/ sich te vercieren spoet
Met het onnosel kleet door waenwijsheyt onvroet
Om in nedrighen staet/ soo tschijnt voor tvolck te leven
Maer opgheblasen hooch/ elck heer men noemen moet
Om dat haer wijsheyt al/ haer seer verheffen doet
Waer over leet gheschiet/ t’onnosel kleet met beven
Daerom ghy menschen al/ wilt u toch niet begheven
Tot latendunckenheyt/ dat ghy wijs zijt vermaert
Want s’menschen wijsheyt siet moet voor den Heere sneven
Daerom ootmoedich slecht wilt doch wesen van aert
Soo ghy ontfanghen wilt/ Godts rijcke onghespaert
Daer ghy verheucht// in rechter deucht// wert dach en nacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Die daer in hoocheyt zijn ghestelt al van den Heer
Beroemen haer daer op/ dat hare wijsheyt seer
Anderen overtreft/ daerom sy seer vermeten
Verachten t’slechte volck/ om dat sy t’elcken keer
Achten de wijste zijn/ om dat sy soo tot eer
In d’werelt zijn gheraeckt/ en in hoocheyt gheseten
Daer sulck wijsheyt van God/ haestelijk wart versmeten
En worden dan gheacht/ voor sotten int ghetal
Daerom ootmoedicht dy/ eer dat ghy wort versleten
Al van de doot/ seer haest/ die u is naeckend’al
Hierom u neerstich spoet/ te treden den wech seer smal
Op dat ghy niet// in swaer verdriet// en blijft versmacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince

Prince om weten recht/ waer na men toeven gaet
In het logijs seer goet/ d’welck als den dagheraet
Seer claerlijck is verciert/ met veel schoonheyt waerachtig
T’is naer den mensche slecht/ die in nedrigen graet
Hem selfs hier voor den Heer is draghende niet quaet
Maer goet ende oprecht/ in al zijn doen eendrachtich
En niet op wijsheyt groot/ sich gaet verheffen prachtich
Dus door Liefd’ Boven Al, u doch eenvoudich draecht
Dat ghy verschijnen mecht/ voor Godts oordeel almachtich
En in t’hemelsche huys/ als een reyn suyver maecht
Eeuwichlijck zijn verheucht/ des niet te laet beclaecht
Maer toch altijt// sonder respijt// den Heer verwacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Leyden (refereyn 17)

Die u Minerva comt van Iupiter gheboren
Sal u de waenwijsheyt noch langhe tijt bekooren
Wilt toch op Phaton en zijn leven nemen merck
Hoe hy boven zijn kracht hem beroemde al vooren
Van wijsheyt en verstant alsoomen nu mach hooren
Maer inder daet en was hy gheen half gheleert klerck
Hy bid’ zijn Vader af een bed’ al veel te sterck
Twelck was om eenen dach te mennen zijnen waghen
Fobus sprack tot zijn soon ghy begaet een dwaeswerck
Want mijn waghen en peert can gheen sterflick mensch draghen
Faton die gaet al voort en doet naer zijn behaghen
Maer met ghekrijs// ghelijck broos ijs//wert hy versmacht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Dedalus les behoort elck mensch wel te bewaren
Soo sal hy prijs end’ eer door zijn wijsheyt vergaren
Als men in alle dinck can houden middel maet
Soo en krijght niemant niet door eyghen lust beswaren
Als de History ons wijt en breet gaet verclaren
Al van Icarus list wijsheyt tot eyghen baet
Hy wilde weten hoe dat in den Hemel staet
Sijn vaders goeden raet heeft hy seer haest vergheten
Hoe dat hy roept om help twas voor hem al te laet
Apollos heeten brant heeft hem ter neer ghesmeten
T’is wonder quaet die lust boven verstant te weten
Al zijn sy grijs// alsulck advijs// en heeft gheen kracht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

De Heyden hebben dit tot leeringh’ ons beschreven
En laet Cleus eersucht by u niet zijn int leven
Want tis al Esels werck omgort met t’Leeuwen huyt
Noch en beroemt u niet Penneloops web te weven
Dat tijtel van wijsheyt wilt u selven niet gheven
Op dat de sotticheyt die wijsheyt niet drijft uyt
Die roemt van al wijsheyt daer ist dat sotheyt spruyt
Den haen die gaet hier in menich mensch overtreffen
Al eer hy gheeft wieckslach of oock eenich gheluyt
Sal hy t’een oogh om leegh en t’ander oogh opheffen
Die soo niet doen en wil mach men wel noemen effen
Een Uyl by t’Cijs// singhende op t’rijs// d’een wort belacht.
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince.

Prince of yemant leest hier al Didymus boecken
Noch sal hy vinden niet al t’geen hy meent te soecken
Wat te heet ofte swaer is laten ligghen moet
Als yemant onderwint hem selven te verkloecken
Waerom Jupiter wil d’een meer dan d’ander vloecken
Soo sal sulcke wijsheyt bekent wesen onvroet
Ende bespot zijn oock van die de Cap aen doet
Om dat sy t’hemels heel met haer verstant regieren
En sien niet eenen steen daers an stooten den voet
De sulcke plomper zijn dan d’onvernufte dieren
Dus niemant en behoort een ander te schoffieren
En weest niet kijs// al is dees spys// u hier ghebracht
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Leyden (refereyn 18)

Waer zijt ghy Tyribus met kappaerts benden// mal
Vertoont u hier int perck eer dees feest enden// sal
Verhaelt ons doch de eeuw die ghy nu hier beleeft
Daer u bootsich ghepraet wy ons hier wenden// al
Hier ben ick Alecto my nu gheensins begheeft/
Trisiphon, Megara hier nu oock niet en sneeft
Wat menich leyt int hooft/ wat we hooren voor wonder
Tgaet met ons voor den wint wy loopen als den kreeft
Soo wie jeghens ons is moet int lest ligghen onder
Ick bevest u goemaer die ons volghen bysonder
Tsy jong of grijs// bloeyt als groen rijs// hier vreucht verpacht.
Uut myn kap ghekoleurt ick moet noch bootsen ronder
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Die noch leutert den key my hant en trouwe// biet
Drijd’ ick schoon Bersabe doch niet soo nouwe// siet
Ten schaet my noch ten baet// min saeck staet altijts vast
Ich beleef tgulden eeuw van my druck rouwe// vliet
Sie my doch anders praet acht ick ben hont die bast
Int slevens loopbaen wijt kan ick niet zijn verrast
Wien isser als ick ben binnen des werelts wijcken
Myn broerkens met ghetelt die van al zijn ontlast
Wy sullen vrolick zijn in vreucht niet om verrijcken
Als ons wederpartye danssen dwers door de pijcken
Int groot ghekrijs// Plutoos logijs// haer toe ghedacht
Ick segh met woorden recht noch eens tot myn ghelijcken
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Als hoort men my met lust sonder ghetruer// kijven
Jupiter is den man diet mij sal duer// drijven
Mijn broeckens laet ons doch uutspreken als de milde
Opgheblasen gheveynst op ons ghebuer// blijven
Laet ons met goet ghemoet lustich spelen de ghilde
Quackels vangen int wout ghewapent met den schilde
Want wy zijn doch alleen heel wys in overvloet
Als ick ligh onder voet ick swijch voor die my stilde
Op recht my weder op die my voor quaet gheeft goet
Ich liegh/ bedriegh/ opt nieu twort al weder versoet
Kouder dan ijs// waer al mijn spijs// sonder dees macht
Geen sond’ my scheyden kan van die dees weldaet doet
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Prince.

Onrustich tot dispuyt kan ick niet slapen// wel
Op een ander ick loer hem te betrapen// sel
Myn eyghen wijsheyt selfs en kan niet zyn gheswicht
Die my hier anders raet/ ick hout voor Apen// spel
Door inbeeldingh vast ben ick wel onderricht
Al was voor hondert jaer mijns gelijck noyt int licht
Als bloeyd in Asia de reyn ghemeent vol eeren
Tot seven int ghetal de sond brack haer ghesticht
Daer ben ick niet gheraeckt, sulcx wil ick van my keeren
Ons kussens zijn soo sacht ich mach niet anders leeren
Hoe sterck avijs// Leeuwerc noch Sijs// ja geen geslacht
Ick segh tot een besluyt sonder eenich verseeren
Voor al te wijs,, en valt gheen prijs,, als Sot gheacht.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, letterkunde, rederijkers, refereyn

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Tom Graftdijk • De electrische stoel (1)

politici met hun handen op één
verschrikkelijke buik verspreiden
de publieke geheimen waar ik
geen weet van heb

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OPSTAAN BIJ RADIO

Waterhoogten in de ochtend
maken kamers vol van kou,
waterkou en blauwe luchten,
was en val, ik was mij gauw.

Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1805 Joan van Bolhuis
1907 Jacob Drewes
1908 Wytze Hellinga
1933 Johan Mönnink
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d