80 jaar Gerrit Komrij
31-03-2025
Ik heb grote angst voor volwassenheid. Ik zou ook niet weten wat men onder volwassen gedrag zou moeten verstaan. Op de dag dat ik mij volwassen voel, zou ik me graag willen verhangen.
Bron: 'Volwassenheid' in De buitenkant (1995)
30-03-2025
Vooruitgang is zowat het ergste wat er is: je wordt ouder, je gaat dood... en dat heb je allemaal te danken aan de vooruitgang. Maar ik wil ook helemaal niet terug naar het verleden. Toen was het ook al één en al vooruitgang.
Bron: 'Vooruitgang' in De buitenkant (1995)
29-03-2025
Ik vind enige afstand wel verkieslijk voor mijn zelfbehoud - een groot woord, want zo lijklt het wel of er iets de moeite waard is om behouden te worden -, voor mijn persoonlijke ademhalingstechniek, zeg maar.
Bron: 'Vluchtgedrag' in De buitenkant (1995)
28-03-2025
Je moet de mensen wijsmaken dat je je nu om de hoek verscholen hebt en dan zorgen dat ze daar gaan kijken, en inmiddels zelf weer om een andere hoek staan. Ja, dat vind ik prettig.
Bron: 'Vluchtgedrag' in De buitenkant (1995)
26-03-2025
Mooie zonsondergangen, blaaskapellen, dat doet mij iets en er zijn verschrikkelijk boerse gevoelens die ik op bepaalde momenten stel boven het verfijndste esthetendom.
Bron: ‘Boer’ in De buitenkant (1995)
25-03-2025
Een van de motto’s van mijn leven is altijd de regel van William Blake geweest: “Enough or too much”. Dat staat als het ware op de poorten van mijn ziel gegrift, van jongs af aan.
Bron: ‘Blake, William’ in De buitenkant (1995)
24-03-2025
Ik geloof in zielsverhuizing. Ik smeek degene die alles bestiert innig mij in een volgend leven, opdat de geniepigste en tegelijk nobelste kant van mijn inborst sneller en intensiever moge worden bevredigd, te laten terugkeren als stinkdier.
Bron: ‘Zielsverhuizing’ in De buitenkant (1995)
23-03-2025
Ik kom ook niet meer uit deze vertrekken weg. Ik heb mijn vrienden daar tegen de wand staan. Ik praat weinig met levenden. Ze zijn zoveel dommer dan boeken.
Bron: ‘Bibliotheek’ in Halfgod verzamelaar (2012)
22-03-2025
Pillen slikte ik, rode, groene, witte. Ik slikte pillen in miraculeuze hoeveelheden, genoeg om de doofstomme te laten jubelen en de lamme geschikt te maken voor een zevendaagse hordenloop. Ik kastijdde mezelf met kattenstaarten en brandende fakkels. Maar niets kon me redden van de demon die me in zijn macht had, van de baarlijke duivel die mijn lijf en leden sprakeloos in zijn knoken hield. Mijn kwaal was niet te genezen. Ik bedoel de bibliofilie.
Bron: ‘Bibliofilie’ in Halfgod verzamelaar (2012)
21-03-2025
Alle Dik Trommen en Pietje Bellen uit de ouderwetse openbare leeszaal las ik. Alle Jules Vernes, Paul d’Ivoys, Doctor Dolittles, enzovoort, heb ik verslonden. En in de boekwinkel stal ik van alles. Boeken stelen is voor sommigen hoogstnoodzakelijk.
Bron: ‘Leeshonger (1)’ in Halfgod verzamelaar (2012)