Toen ik Nederlands studeerde aan de UvA, eind jaren tachtig, begin jaren negentig, kende de studierichting vier pijlers: moderne letterkunde, historische letterkunde, taalkunde en taalbeheersing. Het zal me niet verbazen als dit vandaag de dag nog zo is, al is het mogelijk dat een van de specialisaties vanwege een tekort aan studenten inmiddels is opgeheven. Zoals veel eerstejaars kwam ik binnen vanwege de moderne letterkunde, maar een gloedvol wervingspraatje van Herman Pleij trok mij richting de historische letterkunde, waarin ik uiteindelijk met veel plezier ben afgestudeerd. In het propedeutisch jaar (en het post-propedeutisch jaar) moest je vakken uit de andere disciplines volgen. Dat deed ik graag. De vakken waren altijd interessant. Ik weet nog hoe Joop van der Horst met de croma-zin mij liet inzien hoe ook de syntaxis van taal verandert (wie niet meer weet wat een croma-zin is verwijs ik graag naar Wikipedia). Ik heb de constructie nog wel eens aan mijn zoon en zijn vrienden proberen uit te leggen, maar gezien het feit dat de slogan ‘Hou je van vlees, braad je in Croma’ al jaren niet meer in gebruik is en kinderen ook niet meer weten wat vlees of braden is, moet je zoveel dingen uitleggen, dat het inzicht op hen niet zoveel indruk maakte als op mij in 1989.
Van alle vakken die ik heb gevolgd blijkt achteraf het college ‘Argumentatieleer en drogredenen’ van Taalbeheersing bepalend te zijn geweest. Ik volgde de colleges met mede-Neerlandicus Bastiaan Geleijnse, met wie ik, samen met jurist John Reid, nog steeds Fokke & Sukke maak. We woonden alle drie in een huis aan de Nieuwe Herengracht. In Amsterdam werden studenten Taalbeheersing onderwezen in de pragma-dialectiek van Van Eemeren en Grootendorst, waarin valide argumentatie wordt beschouwd als een essentieel onderdeel om een meningsgeschil op te lossen. Het herkennen van drogredenen is daarbij onontbeerlijk: alleen wanneer je een drogreden kunt benoemen en neutraliseren kan het geschil wérkelijk opgelost worden. We leerden tientallen drogredenen te onderscheiden, via lesboeken die bol stonden van cartoons en strips van ons idool Peter van Straaten. Het gebruik van cartoons in die boeken is niet toevallig. Drogredenen hebben iets humoristisch: wanneer er een onder een tekening van Peter van Straaten staat, wordt het vanzelf grappig, ook voor mensen die niet onderlegd zijn in Argumentatieleer. Het zou best kunnen dat er inmiddels iemand gepromoveerd is op het gebruik van drogredenen in humor, maar voor ons was het net zo’n ontdekking als de croma-zin. In de keuken van ons studentenhuis probeerden we elkaar te overtroeven in het gebruik van de meest bizarre redeneringen. Ik durf te stellen dat dit aan de basis van onze humor staat: het in het absurde trekken van valse redeneringen.
Tegen het eind van onze studietijd werden we gevraagd om een cartoon te bedenken voor het Amsterdamse Studentenweekblad Propria Cures en dat werd Fokke & Sukke. Inmiddels bestaat de cartoonreeks al bijna dertig jaar en nog steeds vormt het op de hak nemen van verkeerde redeneringen een belangrijk bestanddeel van onze humor. Wanneer je discussies en meningsverschillen in de media ziet, zou je willen dat veel meer mensen op de hoogte zouden zijn van de werking van drogredenen. In deze tijden van desinformatie, fakenews en trollen is er een enorme behoefte aan zuivere redenaties en het gebruik van geldige argumenten. Hoeveel leed zou ons niet bespaard blijven als mensen niet constant in drogredeneringen trappen? Toen onlangs publiciste en Neerlandica Paula Steenwinkel ons vroeg om een boekje te illustreren waarin zij drogredenen op alfabetische volgorde behandelt en beschrijft hoe je je ertegen kunt wapenen, werkten we daar dan ook graag aan mee. Eindelijk werden we een beetje Peter van Straaten
Wanneer er één ding is waar alle Nederlanders (en wat mij betreft ook niet-Nederlanders) kennis van zouden moeten nemen, dan is het de Argumentatieleer van Van Eemeren en Grootendorst. Het boekje van Paula Steenwinkel is een prima inleiding tot hun theorie. Wanneer iedereen de werking van drogredenen begrijpt, dan kan dat de mensheid heel wat leed besparen. Hopelijk wordt onze humor dan overbodig.
Jean-Marc van Tol (UvA, Historische Letterkunde, 1989-1995) is de tekenaar van Fokke & Sukke, auteur van historische romans en onderzoeker naar Johan de Witt.
Dinie Sophie Fintelman zegt
In mijn tijd was “Zindelijk denken” van Prof. Dr. A.F. van Hoesel!
Inge Boulonois zegt
Absoluut mee eens! Ik zeg al jaren dat onderricht in communicatie (zowel mondeling als schriftelijk) onderwezen zou moeten worden! Het is onbegrijpelijk dat iets dat dermate belangrijk is in het dagelijks leven, in het onderwijs ontbreekt. Ook vriendschappen en huwelijken zouden daar goed garen bij spinnen!
Nico Berghuis zegt
Helemaal eens met wat Jean-Marc schrijft over van Eemeren en Grotendorst, keien waren het, ik herinner me van eind jaren ’70 nog de boeiende colleges van Frans van Eemeren en hun beider heldere boek Argumentatietheorie, volgens mij toen nog zonder illustraties. Ook ik moet bij beweringen die soms glashard worden gedaan, nog denken aan die colleges en vraag me af, klopt die redenering wel. Vaak niet.
Robert zegt
Croma-zin? Ik heb decennia geleden Croma-management bedacht als variant/uiting van “Je moet er even bij blijven voor het beste resultaat”. En Croma-management is/was dat een verbijzondering in de gereedschapskist van Project Management. Dat is ook vaak van toepassing bij mensen die iets/een taak moeten doen/uitvoeren, maar net dat beetje druk van je aanwezigheid nodig hebben om het ook daadwerkelijk ten uitvoer te brengen 😉