O, 't guitje in uw ziel is een oolijk guitje, En danst soms in kleed van sleepend fluweel, Met sierlijk beweeg, maar fiertjes de keel In 't strotje rondend tot een bruusk geluidje, Waar 'k zoet van schrik, tot ik roep : „O, wat muit je, Mijn Lief, toch zoo, of lief-welige veel, Midden in diep-harmonieus gespeel, Pots op ging kaboutren als hoog-klaar fluitje?" … [Lees meer...] overGedicht: Willem Kloos – O, ’t guitje in uw ziel is een oolijk guitje
19e eeuw
Gedicht: Prudens van Duyse – Vroeger en nu
Vroeger en nu Die vroeger zeide, of schreef, of prenten liet, Wat ieder dacht, die dacht, werd, zonder sagen, Na kort proces, het paste hem of niet, Gehangen of verbrand, of doodgeslagen. Men leeft nu slimmer met zoo'n stouten gast, Men laat hem zonder brood of broodambt loopen, Verduikt zijn schrift, waar niemand tegen bast, En laat hem met den dood zijn moed … [Lees meer...] overGedicht: Prudens van Duyse – Vroeger en nu
Gedicht: N.J. Storm van ‘s-Gravesande – De waarheid & De sterveling
De waarheid De waarheid is een brood, slechts goed voor scherpe tanden; Een spijs, die aan den disch liefst elk voorbij laat gaan; Een boek, dat menig slechts gedwongen neemt in handen; Een bruid, waarnaast geen mensch als bruigom graag wil staan. … [Lees meer...] overGedicht: N.J. Storm van ‘s-Gravesande – De waarheid & De sterveling
5 oktober 2017: Achtste Jacob van Lenneplezing door Robert Verhoogt
Werkgroep De Moderne Tijd in samenwerking met de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA De negentiende eeuw onder de grond. Over de fascinatie voor de aardbodem en de verbeelding ervan De verwoestende aardbeving op 1 november 1755 in Lissabon leek het einde van de wereld, maar al snel bleek het een nieuw begin. Nadat het stof gedaald was ontstond onder geleerden en het … [Lees meer...] over5 oktober 2017: Achtste Jacob van Lenneplezing door Robert Verhoogt
Gedicht: Prudens van Duyse – De graankorrel
De graankorrel Drie duizend jaren zijn vervlogen. Den nacht der pyramide onttogen, Herziet de momie 't licht: een wenk! Geen windsels, die ze meer omprangen, Heur hand ontsluit: wat houdt ze omvangen? Een korrel, heilig grafgeschenk. De onschatbre schat, dien zij bewaarde, Vertrouwt men aan de moederaarde: Uit haren schoot ontkiemt, en schiet Omhoog, met milde … [Lees meer...] overGedicht: Prudens van Duyse – De graankorrel
Gedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Grafschrift van een filosoof Naakt was ik, toen ik werd geboren; Naakt lig ik onder dezen steen; 'k Heb, sedert ik op aard verscheen, Dus niets gewonnen of verloren. Is 't wonder, dat de mensch in 't leven Het beste spoor zoo moeilijk vindt ? Twee gidsen, die hem voort doen streven, En beurtlings wenk en spoorslag geven, Fortuin en Min zijn beiden … [Lees meer...] overGedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Gedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Slaap en dood Twee broeders heersen over 't wereldrond; 't Zijn Slaap en Dood, de zonen van den Nacht; De een droomrig schoon, met trekken vriendlijk zacht En de ander somber; nooit verried zijn mond 't Geheim, dat zelfs de broeder niet doorgrondt, Hem 't meest gelijk in wezen en in macht. En de een spreekt 's morgens : “Frisse lust en kracht Schonk ik wat leeft. Maar … [Lees meer...] overGedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Cursus: Het Amsterdam van Jacob van Lennep
Door Marita Mathijsen Jacob van Lennep was een Amsterdammer in hart en nieren. Hij zou het goed hebben kunnen vinden met Eberhard van der Laan en hij zou hem nog een paar suggesties hebben gedaan om de stad nog liever te maken: een zwembad in een van de grachten, het Paleis op de Dam terug aan de Amsterdammers, een veiliger verkeer bij de kruising van de Elandsgracht en de … [Lees meer...] overCursus: Het Amsterdam van Jacob van Lennep
Pas verschenen: Jozef en Isaäc Israëls – In Spanje, met Frans Erens
Mei 1894. In Den Haag treurt Jozef Israëls (1824-1911), schilder uit de Haagse School, om het heengaan van zijn echtgenote Aleida. In Keulen kwijnt Tachtiger Frans Erens (1857-1935): zijn loopbaan in de advocatuur is mislukt, zijn debuutbundel Dansen en Ritmen slecht ontvangen en zijn verloving met de uit de Duitse Rijnstad afkomstige Sofie Bourens verbroken. De schilderende … [Lees meer...] overPas verschenen: Jozef en Isaäc Israëls – In Spanje, met Frans Erens
Gedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Caradrius Er leefde in oude tijden Een vogel, Caradrius, Wiens wondre gaaf verhaald is In 't boek Physiologus. Hij zweefde in hooge wolken Des nachts over d'aarde heen; Maar streek op breede vlerken Soms onbemerkt naar beneên. Hij wist verborgen dingen, Waar zelfs geen klerk van las, En of den doodlijk kranke Genezing nog mooglijk was. Was 't lot den mensch … [Lees meer...] overGedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Gedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Uit Brabant Melancholiek is 't klinken van de bellen Aan 't haam* van 't paard, dat stapvoets sloft in 't zand, Het opgeschoffeld stof zweeft naar de kant En gansche zwermen vliegen vergezellen Het beest, dat scheukt* en kopschudt van hun kwellen. De kop omlaag, door 't kwastig net omrand, Zo trekt het dier langs 't hooge dorre land De tweewielskar en blijft eentonig … [Lees meer...] overGedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Gedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Toen kwam ik in een groote stille stad. De huizen-oogen waren zwart en dom En zonder glans. Zij keken droef en mat ... De lucht was vol van somber klokgebrom. Daar kwam een stoet. Vóóraan een man, die bad; En dan veel mannen, zwart, de ruggen krom, Of 't leed ze allen kromgebogen had Met centnaars* last. Zij weenden stil en stom. En elk van hen had in de droeve … [Lees meer...] overGedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Inwondig leven
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (134) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Over de heldere gedachte Woorden zijn de oogen van de gedachte en doen ons haar inwondig leven kond; zij ontsluiten haar aard en of er grond bestaat diens gebrekkigheid te verachten dan of zij … [Lees meer...] overInwondig leven
Gedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Nietigheid Ach! al des stervlings roem is niet Dan blinkend ijs en ruischend riet. Het ijs versmelt, het rietjen knikt, Als zon of wind het tegen blikt. Waar blijft dan 't schitterschoon kristal? Waar 't oorbehagend pijpgeschal? Eén rukjen luchts, één zonnestraal! Daar ligt des hoogmoeds flonkerpraal. Willem Bilderdijk (1756-1831) Willem … [Lees meer...] overGedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Gedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
De Elyzese velden (fragment uit: De Hollandsche natie) Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden, Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land, Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant. Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen, Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen, Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal: Een … [Lees meer...] overGedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
O, makkers, ’t pad gaat stijgend
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (133) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Hoe de menschen samengaan in de dagen der jeugd, en waardoor zij scheiden. Opgetogen gingen de jongelingen al wier gedachten in hun oogen welden, eendrachtig, met harten, die niet ontstelden over de … [Lees meer...] overO, makkers, ’t pad gaat stijgend
Gedicht: René de Clercq — België bovenal
• Vandaag Nationale feestdag in België. België bovenal Midden groote landen ligt ons kleine land, als in gouden randen echte diamant. Hooge boomen, blijde stroomen, duin en zee, en berg en dal; werklijkheid der zoetste droomen: België, België bovenal! Over vlas en koren, hoeve en lindetop, schiet een spitse toren scherp ten hemel op: Bijlen, … [Lees meer...] overGedicht: René de Clercq — België bovenal
Plekkend beschenen witte heerlijkheden
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (132) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Schemering is het doodgaan en vertrekkend begeven van dingen die zijn gegleden meê met den dag, en steunde' als vertrouwdheden, en ware' als scheidingen, wegen behekkend. Plekkend beschenen witte … [Lees meer...] overPlekkend beschenen witte heerlijkheden
Het tweede nummer van ‘De Moderne Tijd’
Eind mei verscheen de eerste aflevering van De Moderne Tijd, het tijdschrift van Werkgroep De Moderne Tijd (voorheen Werkgroep Negentiende Eeuw). Hierin kwam duidelijk tot uitdrukking hoezeer het onderzoeksgebied uitgebreid was tot het bredere tijdvak waar nu ook de late achttiende en vroege twintigste eeuw onder vallen. Nu is het tweede nummer alweer van de persen gerold. … [Lees meer...] overHet tweede nummer van ‘De Moderne Tijd’
Twistgezangen van Vleesch en Visch: oplichterij
Door Marita Mathijsen Oplichterij in de literatuur: het gebeurde al vóór Ossian. Ook Van Lennep deed eraan mee. De Rijmkroniek van Klaas Kolijn, zogenaamd uit de twaalfde eeuw maar in werkelijkheid in de zeventiende eeuw geproduceerd, is er een bekend Nederlands voorbeeld van. Iedereen tuinde indertijd in het bestaan van het Oera Linda Boek dat in 1872 werd uitgegeven als een … [Lees meer...] overTwistgezangen van Vleesch en Visch: oplichterij
Lezing Peter Altena: ‘Het Oosten’ op Delpher, 2 juli 2017
Het Nijmeegse weekblad Het Oosten, dat van 1871 tot 1960 verscheen, is door de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief in Den Haag compleet gedigitaliseerd. Iedereen kan deze unieke historische bron nu gratis doorbladeren op de website www.delpher.nl. Het Oosten werd opgericht door Johannes van ’t Lindenhout, de stichter van de Weesinrichting Neerbosch. In de … [Lees meer...] overLezing Peter Altena: ‘Het Oosten’ op Delpher, 2 juli 2017
Gedicht: Jan van Droogenbroeck – Twee ghazelen
• GHAZELE beteekent eigenlik lofgedicht , en is eene oorspronkelik Perzische vorm door Rückert en Platen bij den Duitscheren ingevoerd. Tweede ghazele. Wijn! breng hier! Wijn, o Schenker! dat hemelsche goed, breng hier! Die vloeiende vlammen, dien vlammenden vloed, breng hier! Wijn, die het hert verheugt en den geest verrukt, Die alle wee vergeten, belachen doet, … [Lees meer...] overGedicht: Jan van Droogenbroeck – Twee ghazelen
Gedicht: Eliza Laurillard – Een vers dat als een nachtkaars uitgaat
• Warmweergedicht bij uitstek. . Een vers dat als een nachtkaars uitgaat In een dilligence zaten Negen menschen bij elkaar; 't Was een dag van groote hitte, En de lucht was drukkend zwaar. Alles wat die menschen zeiden, Kwam zoowat op 't zelfde neer: Niemand hunner sprak tenminste Anders dan van 't heete weer. … [Lees meer...] overGedicht: Eliza Laurillard – Een vers dat als een nachtkaars uitgaat
Gedicht: Frederik van Eeden – Ster-licht Gewelf! – Uitspansel eindeloos!
Ster-licht Gewelf! - Uitspansel eindeloos! Waereld van Liefde! - Ruimten zonder Naam! Hoe kan dit woonen in zóó klein lichaam, In een eng huis, zóó wankelend en broos? Hoe vat één Ziel, leevend zóó korte poos, In zich de Ziel van àl wat leeft, te saam, Dat zij durft noemen 't Weezen en den Naam Des één'gen Gods, die àl is en àltoos? … [Lees meer...] overGedicht: Frederik van Eeden – Ster-licht Gewelf! – Uitspansel eindeloos!
Gedicht: Frederik van Eeden – Ellen (fragment)
Ellen, eerste zang (fragment) Waarom hebt Gij den Dood zoo lief, mijn Lief? Wel ben ik niet afgunstig, maar toch schijnt Mijn leevend hart m'Uw leevend schoon meer waard Dan Hij, die zwijgend en verteerend mint, Uw stem niet wil en niet Uw oogenlicht, Maar 't arme lijf alleen, dat het geheel Vergaan moet voor zijn koude liefdevlam. - Hij zal Uw schoon niet sparen, … [Lees meer...] overGedicht: Frederik van Eeden – Ellen (fragment)