Café chantant (II) En onder 't zuivergele gaslicht blozen Blanke arme' en halze' en glanst het gouden haar, En kruise' of spreiden zich in rozen hozen De fijne slanke beenen paar naast paar. De blouse' omsluite' in velerhande posen De lichamen die groeiden jaar en jaar, Tot schoot en boezem konden voede' en kozen Wat in haar groei' met pijn en lijfsgevaar. En … [Lees meer...] overGedicht: Hein Boeken • Café chantant
20e eeuw
7 september 2018: Presentatie van drie boeken over Slauerhoff in de Dorpskerk Huizum, Leeuwarden
Cultureel Podium Dorpskerk Huizum neemt deel aan het hoofdprogramma van Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa (project 'Under de Toer') met een expositie, theatervoorstellingen en een boekpresentatie in september 2018, dit alles geïnspireerd door het beroemde herdenkingsgedicht 'In Memoriam Patris' van Jan Slauerhoff. De expositie met werk van Nederlandse en Duitse … [Lees meer...] over7 september 2018: Presentatie van drie boeken over Slauerhoff in de Dorpskerk Huizum, Leeuwarden
Gedicht: Jan Emmens • Formule voor haar
Formule voor haar Media voor mijn voorstellingsvermogen, werden mijn daden door haar doen onthuld als kleine muggen, microscopisch omgelogen en door mijn jeugddromen goedkoop verguld. En ik, een denneboom vol onbenulligheden, mijzelf bekijkend, zelfgenoegzaam als de ster die bovenop stond en angstvallig werd aanbeden, werd rustig afgetuigd en raakte ver van het … [Lees meer...] overGedicht: Jan Emmens • Formule voor haar
Gedicht: Remco Campert – Te hard geschreeuwd?
Afgelopen zaterdag werd Remco Campert 89. Te hard geschreeuwd? Nu Roland Holst oud geworden is en vierregelrijmen wisselt met Vestdijk, weggelopen demonen tracht terug te roepen, en men Voeten een belangrijk dichter vindt, wordt het tijd dat wij iets laten horen, een stem dwars door puinstof heen, die glipt door de spijlen van het bedskelet, die nooit de baard in … [Lees meer...] overGedicht: Remco Campert – Te hard geschreeuwd?
Gedicht: Karel Vertommen – De kriekelaar
De kriekelaar* De kriekelaar die in de kleine tuintjes koning is, en uitsteekt boven ewig-flapperend wasgoed, in de achterbuurt waar, onvermoed, veel stakkerds wonen. Ons kleine vreugden, als wij sjouwen met ons wateremmers vanaf de verre pomp naar huis, dan sneewt een onverwachte bloem in 't klotsend water. Als wij op lage stoelen 's avonds aan de deur ons zetten dan … [Lees meer...] overGedicht: Karel Vertommen – De kriekelaar
Gedicht: Karel Vertommen – Ze gingen uit …
Ze gingen uit ... Ze gingen uit met kaarsendompers om de zon te dooven, ze konden niet verdragen dat de zon in 't water scheen. De schalkse navend kwam zeer vroeg en deed hen aan hun macht gelooven; toen moesten ze verdragen dat de maan in 't water scheen, en dat de sterren het elkander giechelend vertelden. Karel Vertommen (1907-1991) uit: Neuriën … [Lees meer...] overGedicht: Karel Vertommen – Ze gingen uit …
Gedicht: Jan Prins – De boer en de boom
De boer en de boom Een boom stond op den akker van een boer, met heel Zijn kroon tegen den hemel. Vruchten droeg hij niet, Maar krekels met hun zang, vogels met hun gekweel, Vonden er toevlucht voor zichzelf en voor hun lied. De boer wilde den boom, daar hij geen vruchten gaf, Gaan rooien, en hij bracht den eersten bijlslag aan. Vogels en krekels smeekten hem daarop: … [Lees meer...] overGedicht: Jan Prins – De boer en de boom
Gedicht: Jan Prins – De goede dingen en de kwade
De goede dingen en de kwade De goede dingen, omdat zij de zwakste waren, Zijn door de kwade van deze aarde eenmaal verjaagd. Ten hemel zijn zij op gevaren, En hebben daar aan Zeus gevraagd, Hoe dat nu moest, om met de menschen nog te leven. De Oppergod gaf hun te verstaan, Dat zij niet allen tegelijk hadden te gaan, Maar een voor een zich naar omlaag moesten … [Lees meer...] overGedicht: Jan Prins – De goede dingen en de kwade
Gedicht: Max de Jong – Droomrit
Droomrit De janpleizier rijdt door het open veld wat brandt de zon wat wiebelen wij heerlijk het koren staat manshoog de korenbloemen zijn blauw mijn overbuurman heeft een slurf Er klopt wel meer niet - op de hoge bok zit een koetsier zijn hoofd een cocosnoot en in de volgeladen janpleizier een wonderlijk gecomponeerd gezelschap … [Lees meer...] overGedicht: Max de Jong – Droomrit
Het oude huis
Door Marc van Biezen Onlangs las ik de roman Het oude huis (vierde druk, als Salamander) van Arthur van Schendel (1874-1946). Al snel las ik dat ‘het oude huis’ een groot pand is aan de Herengracht in Amsterdam, dat het een bordes heeft, dat het op de zuidkant van de gracht uitkijkt en dat het niet ver van de Vijzelstraat af ligt. In het heden is er maar één pand dat al … [Lees meer...] overHet oude huis
Gedicht: E. du Perron – Sonnet van burgerdeugd
Sonnet van burgerdeugd De trammen tuimlen door de lange straten; Al 't leven buiten, en de ramen dicht; Wat thee voor ons en de avond te verpraten. De lamp streelt rustig ons voornaam gezicht. Inbrekers, wurgers, rovers en piraten, En de eerste Zondvloed en het laatst Gericht - Elke onrust heeft ons deugdzaam hart verlaten. O thee! o vriendschap! o kalmerend licht! … [Lees meer...] overGedicht: E. du Perron – Sonnet van burgerdeugd
Gedicht: E. du Perron – Bij wijze van haat
Bij wijze van haat Dit is de bank, hier komen de oude mensen, deez' dag is schoon, ook voor 't verkalkt gebeent. Hier gaan wij zitten, dromerig vereend, en hun oud hart zal doodlijk ons verwensen. Hun oude hart, dat nimmer wou verflensen: 't kent haat en liefde en bloedt nog - en dat meent te kloppen voor elkaar tot het versteent! Laat hen doorstromplen, pruttelen … [Lees meer...] overGedicht: E. du Perron – Bij wijze van haat
Gedicht: Dana Hokke – Zaliger & Kenmerk
Zaliger Ik wens mij de dood niet een langzame leegte van weten afweziger leven, noch een steen mijn hart zinkend in duister onverhoeds wijder golvend. … [Lees meer...] overGedicht: Dana Hokke – Zaliger & Kenmerk
Gedicht: K.L. Poll – In Zweden
In Zweden 1 Een meisjesstudent in Lund stoot haar glas om. De anderen praten door alsof zij de gek in de familie uit beleefdheid niet opmerken. … [Lees meer...] overGedicht: K.L. Poll – In Zweden
Gedicht: J.W.F. Werumeus Buning – Ballade van den boer
Ballade van den boer Er stonden drie kruisen op Golgotha, Maar de boer hij ploegde voort. Magdalena, Maria, Veronica, Maar de boer hij ploegde voort, En toen zijn akker ten einde was, Toen keerde de boer den ploeg En hij knielde naast zijn ploeg in het gras, En de boer, hij werd verhoord. Zo menigeen had een schonen droom, Maar de boer hij ploegde … [Lees meer...] overGedicht: J.W.F. Werumeus Buning – Ballade van den boer
Gedicht: Jan H. de Groot – De ballade der vierduizend Friezen
De ballade der vierduizend Friezen Vierduizend friezen stonden aan den Rijn tegen honderdduizend Fransozen. En het aantal, dat er nog meer moest zijn, ging wel vijfmaal dat der Friezen te boven. Vierduizend Friezen wachtten aan de Rijn onder bevel van drie Hollandsche luiten. zij lagen bij Lobith onder een Hollandsch kapitein om den opmars der Franschen te stuiten. … [Lees meer...] overGedicht: Jan H. de Groot – De ballade der vierduizend Friezen
Gedicht: H.A. Gomperts – Côte d’Azur
Côte d’Azur Onder een hemel van damast tussen zwanen en dolfijnen op een blauw-satijnen kleed komt de wind zich presenteren. Het is goed in zee te zwemmen, want de zee heeft zachte handen, in een bad van schuimballonnen, duizend druppels, duizend zonnen. Op de planken en de stenen van het grint en sintelstrand dansen klossen en sandalen, splinters, stokken, … [Lees meer...] overGedicht: H.A. Gomperts – Côte d’Azur
Gedicht: Jan Hanlo – Op het kerkhof
Op het kerkhof Ik zou hier wel gelukkig zijn om zomer en om zonneschijn wanneer ik jonger was – en niet te vol was van te veel verdriet Maar als ik jong was en nog klein dan zou ’k hier niet gekomen zijn want kinderen waarderen niet de stilte van dit vreemd gebied … [Lees meer...] overGedicht: Jan Hanlo – Op het kerkhof
Gedicht: Bert Voeten – Sonnet voor Solaria (VI)
Sonnet voor Solaria (VI) De nacht rijst koud en blinkend in de ramen; de kaarsvlam flakkert, poover gloeit het vuur. Ik hoor mijn kamer langzaam ademhalen, haar zwakken hartslag tampen aan den muur. Ik weet je ver en in dit eenzaam uur gaan andere oogen langs je lichaam dwalen. - Maar ook de weemoed sluit zich op den duur; men kan niet lang bij het verleden dralen. … [Lees meer...] overGedicht: Bert Voeten – Sonnet voor Solaria (VI)
Gedicht: Hendrik de Vries – Ziek en moe
Ziek en moe ... Ziek en moe naar mijn bedje gebracht, Schrok ik wakker, diep in de nacht, Nam van de tafel 't lampje in de hand, Zette 't weer weg: 't was al uitgebrand; Liep naar beneden, door niemand gezien. Waar ik bij dag soms gasten bedien, Schalen en schotels aan moet reiken, Zitten zwarten die roovers of duivels lijken, Poken, rakelen en rumoeren, Schuiven … [Lees meer...] overGedicht: Hendrik de Vries – Ziek en moe
Poezengedicht 8: Driek van Wissen – Joris
Joris Ik heb vanavond, met de poes op schoot, de onrust uit het beestje weggestreken, waarbij de goedzak mij heeft aangekeken met ogen zo onpeilbaar diep en groot, dat het mij één moment heeft toegeleken als was hij eeuwen lang al deelgenoot van het geheim van leven en van dood en nu dan op het punt stond om te spreken. … [Lees meer...] overPoezengedicht 8: Driek van Wissen – Joris
Poezengedicht 7: J. Eijkelboom – Borborygmes
Borborygmes Mijlen leg ik soms af snachts in dit grote huis, sluipend om niemand te storen als ging ik uit roven en moorden terwijl ik integendeel vlucht voor wat zich zo geducht voordoet in nissen, achter ramen, het meest nog in mijn hoofd dat maar niet thuis wil raken. … [Lees meer...] overPoezengedicht 7: J. Eijkelboom – Borborygmes
Poezengedicht 5: Gerrit Komrij – Je kat
• Vandaag is het de zesde sterfdag van Gerrit Komrij. Je kat Vanmiddag gaf je je kat een kopje en likte haar Staart schoon, toen ze plotseling naar je opkeek, Zoals je daar op je knieën zat, en merkbaar Aangedaan zei ze: ‘Jongen, wat zie je bleek.’ Ze merkte niet meer hoe je naar haar terugkeek, Want ze kneep haar ogen toe, en legde haar kop Plat over haar … [Lees meer...] overPoezengedicht 5: Gerrit Komrij – Je kat
Poezengedicht 4: Elisabeth Eybers – Huiskat
• woordenlijstje onderaan Huiskat Die kat strek hoog op vier bene, buig behaaglik om haar luipeerdlies te lek, rol om en lê fluwelig oopgevlek dat keel en bors en buik die son kan suig. Ons noem haar ‘kat’ want sy is sonder siel en anoniem. Smal skerwe van agaat staar koud uit die driehoekige gelaat. Arglistig, vloeibaar, soos ’n blink reptiel … [Lees meer...] overPoezengedicht 4: Elisabeth Eybers – Huiskat
Poezengedicht 3: C. Buddingh’ – Sammie
Sammie Mijn allergrootste vriend is Sammie Buddingh’, die vluchteling, zeggen we, uit ’t woonwagenkamp: zijn vader stuurde hem elke dag uit bedelen, maar wat hij ook meebracht, hij kreeg stank voor dank. En toen kwam hij bij ons, braafste aller katers, met zijn melancholieke eekhoornstaart. Vanaf ’t begin prezen wij hem uitbundig en zo is hij tenslotte tot rust … [Lees meer...] overPoezengedicht 3: C. Buddingh’ – Sammie