Vroeger en nu Die vroeger zeide, of schreef, of prenten liet, Wat ieder dacht, die dacht, werd, zonder sagen, Na kort proces, het paste hem of niet, Gehangen of verbrand, of doodgeslagen. Men leeft nu slimmer met zoo'n stouten gast, Men laat hem zonder brood of broodambt loopen, Verduikt zijn schrift, waar niemand tegen bast, En laat hem met den dood zijn moed … [Lees meer...] overGedicht: Prudens van Duyse – Vroeger en nu
gedichten
Gedicht: A. van Collem – Twee gedichten
Bloemen, sterren, grassen en de zon Bloemen, sterren, grassen en de zon Nemen voortaan het bedoelen over Van de kleine mensen op de aarde. Want de werelden die in hen zijn Moeten wachten op het mensenwoord Dat hun zeggen zal waarom zij werden Bloemen, sterren, grassen, en de zon. uit: Nieuwe Liederen der Gemeenschap (1920) … [Lees meer...] overGedicht: A. van Collem – Twee gedichten
Gedicht: Simon Vinkenoog – Strafrecht
Strafrecht Strafrecht, vroeg ik, wat is strafrecht? wie deelt het recht op straf uit en brengt het recht terecht? Wat is straf? Wie deelt de mens als buit? Een gestrekte draf, de wind die een moordenaar vindt of een hond die tegen zijn schaduw blaft? De mens is goed, hij rijdt in de regen langs zand en bloed, en rookt een natte sigaret. … [Lees meer...] overGedicht: Simon Vinkenoog – Strafrecht
Gedicht: Hans Verhagen – Momentum
• Onlangs verschenen: Alle gedichten van P.C. Hooftprijswinnaar Hans Verhagen, met daarin al zijn gedichten tot nu toe. Momentum Geen honderdste seconde krediet hebben ze ons gegeven nadat we toch de waarheid in transparante regels hadden weergegeven als een plastic kinderspeeltje van plusminus 12 cent dat door de veelkantigheid en equilibrium permanent tot in de … [Lees meer...] overGedicht: Hans Verhagen – Momentum
Gedicht: Jan van Nijlen – Augustusavond
Augustusavond Nu valt de wind, nu gaan de wolken rusten en de avondlucht is blauwer dan de dag, alles bereidt zich tot den onbewusten staat die geneest van alle leed en lach Wij naderen de lang begeerde kusten die onze droom jaren en jaren zag: straks is weer ’t hart gevangen in het rag der verre jeugd en weegt het zwaar van lusten … [Lees meer...] overGedicht: Jan van Nijlen – Augustusavond
Gedicht: Gust Gils – Biografie
Biografie gerateerde eenzaat ik ben te zeer vertroebadoerd sprak hij zijn omgangstaal beperkte zich gaandeweg tot een steeds beknopter sisteem van abrupte tekens voor hemzelf verstaanbaar – als kleurstoffen lang geleden … [Lees meer...] overGedicht: Gust Gils – Biografie
Gedicht: N.J. Storm van ‘s-Gravesande – De waarheid & De sterveling
De waarheid De waarheid is een brood, slechts goed voor scherpe tanden; Een spijs, die aan den disch liefst elk voorbij laat gaan; Een boek, dat menig slechts gedwongen neemt in handen; Een bruid, waarnaast geen mensch als bruigom graag wil staan. … [Lees meer...] overGedicht: N.J. Storm van ‘s-Gravesande – De waarheid & De sterveling
Gedicht: Raymond Herreman – Vrouw en kind
Vrouw en kind Ik met mijn pijp, die zachtjes paft; de wake van een hond, die blaft; op straat een snelle stap, die keert naar wat men zonder angst begeert of men het leven haat of mint: de vrouw die wacht, en 't slapend kind; ik met mijn pijp en stillen lach om 't loonend einde van den dag, die, was hij luide en kommervol gelijk een stroom die dreigend zwol, toch … [Lees meer...] overGedicht: Raymond Herreman – Vrouw en kind
Gedicht: Paul Snoek – Een mergpijp
Een mergpijp Het was de goedgeefse regen buigzaam als een buideldier, die het kleilichaam streelde van de hond van vanmorgen. Toen de goochelaars van vannacht het mengelwerk van de huizen achterlieten in het achterland, waar orgelmergpijpen speelden straalmagere koudmuziek uit de tijd der weduwen. … [Lees meer...] overGedicht: Paul Snoek – Een mergpijp
Gedicht: C.B. Vaandrager – Cyclus in de verleden tijd
Cyclus in de verleden tijd Ik kwam gek uit de hoek. Ik struikelde over mijn woorden. Ik zei maar wat. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik zei niks. Ik sloot me aan bij de vorige spreker. Ik had kapsies. Ik was onzakelijk. Ik had geen geld. … [Lees meer...] overGedicht: C.B. Vaandrager – Cyclus in de verleden tijd
Gedicht: Kim Pauwels – Marthe
• Onderstaand gedicht komt uit Tweelingstrijd, de debuutbundel van Kim Pauwels, uit de afdeling 'Verf', met gedichten over schilderkunst. Marthe (naar Pierre Bonnard) Haar lichaam stroomt verf zoals fonteinen water. Hij heeft haar afgeschilderd met niets omhanden, tenzij het sop om te omarmen. … [Lees meer...] overGedicht: Kim Pauwels – Marthe
Gedicht: Mea Strand – Schreeuwde …
Schreeuwde ... Er was werkelijk een vogel in die grijze holte, naast de ijzeren lineaal van snelverkeersweg, waarover wij razend achter onze lichten aan. Als luchtalarm, erger nog, schreeuwde de vogel naast het open raam, maar ik verstond het niet. Een zwart, liggend paard, sprong weg en ik begreep het niet. Ik werd bang en nu hoor ik het weer en ik weet het … [Lees meer...] overGedicht: Mea Strand – Schreeuwde …
Gedicht: Willy Roggeman – Dertien blijvende meisjes van het denken
Dertien blijvende meisjes van het denken zodra de vloed der gedachten verbeent en droes en droevig weeft het waanbeeld zich zodra langs de liggende water- winden het bloed beu ingeslapen is om te weten waarheen één waar woord gevonden wordt voorbij de lentevrouw aan het venster die wij vroeger verdriet hebben genoemd … [Lees meer...] overGedicht: Willy Roggeman – Dertien blijvende meisjes van het denken
Gedicht: Prudens van Duyse – De graankorrel
De graankorrel Drie duizend jaren zijn vervlogen. Den nacht der pyramide onttogen, Herziet de momie 't licht: een wenk! Geen windsels, die ze meer omprangen, Heur hand ontsluit: wat houdt ze omvangen? Een korrel, heilig grafgeschenk. De onschatbre schat, dien zij bewaarde, Vertrouwt men aan de moederaarde: Uit haren schoot ontkiemt, en schiet Omhoog, met milde … [Lees meer...] overGedicht: Prudens van Duyse – De graankorrel
Gedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Grafschrift van een filosoof Naakt was ik, toen ik werd geboren; Naakt lig ik onder dezen steen; 'k Heb, sedert ik op aard verscheen, Dus niets gewonnen of verloren. Is 't wonder, dat de mensch in 't leven Het beste spoor zoo moeilijk vindt ? Twee gidsen, die hem voort doen streven, En beurtlings wenk en spoorslag geven, Fortuin en Min zijn beiden … [Lees meer...] overGedicht: Johannes Immerzeel – Grafschrift van een filosoof
Gedicht: Freek van Leeuwen – Uitverkoop
Uitverkoop De heele wereld draait om koopen en verkoopen, Engros, detail, zielen en menschenvleesch. Radio, rubber, kunstzij en benzine... Liefde en geluk zijn incourante fondsen. M'n moeder verkocht vaak d'r hemd van d'r gat Als ze Vrijdags geen centen voor brood meer had. Zeg, kameraad heb jij me zuster niet gekend? -- Ze was de mooiste meid hier in de heele … [Lees meer...] overGedicht: Freek van Leeuwen – Uitverkoop
Gedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Slaap en dood Twee broeders heersen over 't wereldrond; 't Zijn Slaap en Dood, de zonen van den Nacht; De een droomrig schoon, met trekken vriendlijk zacht En de ander somber; nooit verried zijn mond 't Geheim, dat zelfs de broeder niet doorgrondt, Hem 't meest gelijk in wezen en in macht. En de een spreekt 's morgens : “Frisse lust en kracht Schonk ik wat leeft. Maar … [Lees meer...] overGedicht: Frederik L. Hemkes – Slaap en dood
Gedicht: Han G. Hoekstra – Polsstok-hoogtesprong
Polsstok-hoogtesprong Aanloop en afstoot waren welberekend voordat hij zich verhief tot deze reis, glanzend-wit staat zijn smalle lijf getekend tegen een eindeloos-diep zilvergrijs. Zie! die ons snel en argeloos heeft verlaten, wiens schaduw danste over ons gezicht, houdt nu – subliemste aller acrobaten – de wereld op een mast in evenwicht. Han G. Hoekstra … [Lees meer...] overGedicht: Han G. Hoekstra – Polsstok-hoogtesprong
Gedicht: Lies Van Gasse – We deden alles in omgekeerde volgorde
• Uit Wassende stad, de nieuwe bundel van Lies Van Gasse. We deden alles in omgekeerde volgorde: je benen vielen uit de lucht als takken, je armen trok ik in mijn palmen en ik nam je bij de ellebogen vast als een bewaarengel. Toen kromp je, verdwenen borsten en heupen, werd je kaaklijn spichtiger, en sprong je in tuinen rond. Je ploeterde in een zwembadje, draaide … [Lees meer...] overGedicht: Lies Van Gasse – We deden alles in omgekeerde volgorde
Gedicht: Gerrit Krol – Athletiek
Athletiek Junior heeft gelopen. Hij wordt opgevangen en tot stilstand gebracht; het voordeel in zijn rug bekeken en gemeten de lengte van zijn schoen, de druppel aan zijn neus afgenomen, doorgegeven; het voordeel in zijn rug, de thermometerstand vermenigvuldigd met de luchtweerstand, uitgerekend: Junior heeft gelopen – hoera – harder dan in Rome vier jaar … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Krol – Athletiek
Gedicht: C.S. Adama van Scheltema – Zomer
Zomer De groote zomerdag staat open En bouwt zijn weelde over de aarde, Het malsche moes lacht in de gaarde Bij 't sappig groen, met dauw bedropen; Het ruischelt in de weeke hagen, Het gonzelt in de bloesemstruiken, het tintelt in de groene pruiken Der berken bij de zoete vlagen; De kool brandt op de peerse kluiten, De blonde brem bloeit welig tegen De mulle … [Lees meer...] overGedicht: C.S. Adama van Scheltema – Zomer
Gedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Caradrius Er leefde in oude tijden Een vogel, Caradrius, Wiens wondre gaaf verhaald is In 't boek Physiologus. Hij zweefde in hooge wolken Des nachts over d'aarde heen; Maar streek op breede vlerken Soms onbemerkt naar beneên. Hij wist verborgen dingen, Waar zelfs geen klerk van las, En of den doodlijk kranke Genezing nog mooglijk was. Was 't lot den mensch … [Lees meer...] overGedicht: Carel Vosmaer – Caradrius
Gedicht: Ed Leeflang – 1945
1945 Op wat legerauto's na lege wegen, waanzinnig veel vis in de meren, de grootste stilte ooit gemeten in Overijssels kop en ergens moesten nog frontlijnen lopen en landschappen zijn, steden en deelstaten die bleven zweren. Aan de Beulaker gingen we - vijf jongens, vier meisjes - met een bus eierpoeder en één pakje Craven-A kamperen. … [Lees meer...] overGedicht: Ed Leeflang – 1945
Gedicht: Gerrit Komrij – Een verre reis
Een verre reis Je ging, gezeten in een emmer, naar een Zekere streek op reis, waar enkel grote, Pokdalige dokters en goede heelkruiden waren. Dat was een reis, die je nooit heeft verdroten. Je was immers een emmer vol ziekte. Ja, Een door en door krank vat, en je zocht Beterschap. Er vloog jou een regen achterna Van scheldwoorden van het grauw. Maar toch, … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Komrij – Een verre reis
Gedicht: Maartje Smits – De laatste mens
• Uit Hoe ik een bos begon in mijn badkamer, de nieuwe bundel van Maartje Smits. De laatste mens nu de arena opdroogt nu een koufront over de tribunes klettert nu schoothondjes gonzen en wraakzuchtig loenzen naar de laatste mens een volwassen exemplaar zij pronkt haar melkklieren waar generaties in zijn verschrompeld … [Lees meer...] overGedicht: Maartje Smits – De laatste mens