Baal Sjem Kultuurvreten: ketch-up yoga op hot-dog karma, Bahavadgita lezen bij licht van wierook terwijl de wensdroom Witte Licht op lage pit in de gaarkeuken van het moderne denken verpietert. Tussen acupunctuur-pop en zen-beat met spreuk spiritisme en dooddoener drugs wordt slijk tot golem en tot god gekneed: in zijn dode mond is mode het baalsjem, … [Lees meer...] overGedicht: Jotie T’Hooft – Baal Sjem
gedichten
Gedicht:
Achtste grafgedicht Maria van Burgondië ligt te Brugge in brons; Ilaria del Caretto in Lucca lieflijk ligt, in marmer uitgehouwen 't wassen aangezicht, zooals Medea Colleoni in Bergamo. Het vleesch der afgestorvenen wordt op aard verdrongen door marmer, brons, arduin; zilver en goud op urnen, tomben, schrijn en sarcophaag behoudt reliëf bedriegelijk voor aderen, … [Lees meer...] overGedicht:
Gedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Uit Brabant Melancholiek is 't klinken van de bellen Aan 't haam* van 't paard, dat stapvoets sloft in 't zand, Het opgeschoffeld stof zweeft naar de kant En gansche zwermen vliegen vergezellen Het beest, dat scheukt* en kopschudt van hun kwellen. De kop omlaag, door 't kwastig net omrand, Zo trekt het dier langs 't hooge dorre land De tweewielskar en blijft eentonig … [Lees meer...] overGedicht: Johannes B. Schepers – Uit Brabant
Gedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Toen kwam ik in een groote stille stad. De huizen-oogen waren zwart en dom En zonder glans. Zij keken droef en mat ... De lucht was vol van somber klokgebrom. Daar kwam een stoet. Vóóraan een man, die bad; En dan veel mannen, zwart, de ruggen krom, Of 't leed ze allen kromgebogen had Met centnaars* last. Zij weenden stil en stom. En elk van hen had in de droeve … [Lees meer...] overGedicht: G.C. van ’t Hoog — Toen kwam ik in een groote stille stad
Gedicht: Remco Campert – Credo
• Vandaag is Remco Campert jarig. Daarom het eerste gedicht uit zijn eerste bundel. . Credo ik geloof in een rivier die stroomt van zee naar de bergen ik vraag van poëzie niet meer dan die rivier in kaart te brengen ik wil geen water uit de rotsen slaan maar ik wil water naar de rotsen dragen droge zwarte rots wordt blauwe waterrots maar de kranten willen het … [Lees meer...] overGedicht: Remco Campert – Credo
Gedicht: Karel Jonckheere – Bij de dood van een parelhoen
Bij de dood van een parelhoen In 't luide, ronde dorp dat Aardbol heet leest elkeen elke dag de naam der doden maar rouwen wordt door hun getal verboden zodat men zelfs zijn vaders graf vergeet. Tot men in 't zand een zieke vogel vindt, het zachtgrijs parelhoen met brekende ogen, en al wat sterft houdt plots uw hoofd gebogen over het laf geheim dat weer begint. … [Lees meer...] overGedicht: Karel Jonckheere – Bij de dood van een parelhoen
Gedicht: Ankie Peypers – Taal
Taal Ik ken de woorden alleen van horen zeggen. Zij zijn mij verwant als de neven in Finland die brede schouders hebben, kalme ogen, waarin geruisloos bomen groeien, sleden rijden. Ik denk aan hen in brieven vol rivieren, wit hout stroomafwaarts, vol van sneeuw en liefde. Omdat zij eenzaam zijn en onbereikbaar als woorden. Ankie Peypers (1928-2008) uit: Taal … [Lees meer...] overGedicht: Ankie Peypers – Taal
Gedicht: Hanny Michaelis – Het is gruwelijk
Het is gruwelijk. Alles begint opnieuw alsof er niets gebeurd was. In stekelige takken kabaal van vogels. Piepend en krassend zet het voorjaar in. De wind plukt aan ontstemde snaren van hoop en begoocheling. Er is niets gebeurd. Alles begint opnieuw. Het is gruwelijk. Hanny Michaelis (1922-2007) uit: Onvoorzien (1966) Hanny … [Lees meer...] overGedicht: Hanny Michaelis – Het is gruwelijk
Gedicht: Jacobus Bellamy – De drie bevalligheden
De drie bevalligheden* Is Aglaïa deftig*, schitt'rend, Is haar schoonheid meer dan schoonheid; Even als de grootsche luister Van een' held'ren nacht des winters: Kwijnt in Euphrosine's oogen 't Vuur der zagte, ted're liefde; Teekent heur bevallig wezen Niets dan tederheid en liefde: … [Lees meer...] overGedicht: Jacobus Bellamy – De drie bevalligheden
Gedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Nietigheid Ach! al des stervlings roem is niet Dan blinkend ijs en ruischend riet. Het ijs versmelt, het rietjen knikt, Als zon of wind het tegen blikt. Waar blijft dan 't schitterschoon kristal? Waar 't oorbehagend pijpgeschal? Eén rukjen luchts, één zonnestraal! Daar ligt des hoogmoeds flonkerpraal. Willem Bilderdijk (1756-1831) Willem … [Lees meer...] overGedicht: Willem Bilderdijk – Nietigheid
Gedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
De Elyzese velden (fragment uit: De Hollandsche natie) Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden, Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land, Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant. Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen, Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen, Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal: Een … [Lees meer...] overGedicht: J.F. Helmers – De Elyzese velden
Gedicht: René de Clercq — België bovenal
• Vandaag Nationale feestdag in België. België bovenal Midden groote landen ligt ons kleine land, als in gouden randen echte diamant. Hooge boomen, blijde stroomen, duin en zee, en berg en dal; werklijkheid der zoetste droomen: België, België bovenal! Over vlas en koren, hoeve en lindetop, schiet een spitse toren scherp ten hemel op: Bijlen, … [Lees meer...] overGedicht: René de Clercq — België bovenal
Gedicht: Wiel Kusters – Verstervend huis
• Uit Leesjongen, de onlangs verschenen verzamelde gedichten (met cd met voorgelezen gedichten) van Wiel Kusters. Verstervend huis Geen water, geen licht meer, geen kachel die brandt, geen mens die gaande verbanden sticht tussen de leeg gehaalde kamers, de brievenbus ontruimt en zich iets anders herinnert dan dat het geheugen doven wil nu het zo dodelijk verlangt … [Lees meer...] overGedicht: Wiel Kusters – Verstervend huis
Gedicht: Maria Tesselschade Roemers Visscher – Wilde zangster
• Tot 29 oktober: tentoonstelling over Maria Tesselschade Roemers Visscher. Wilde zangster Prijst vrij de nachtegaal, Als hij u menigmaal Verlust, en schatert uit: Een zingend vedertje en een gewiekt geluid, Wiens kwinkeleren zoet De oren luisteren doet Gauw, na het tiereliertje Der vlugge luchtigheid, van 't olijk vrolijk diertje. Wiens tjilpend schril … [Lees meer...] overGedicht: Maria Tesselschade Roemers Visscher – Wilde zangster
Gedicht: Peggy Verzett – Ik ben het gras en lig in de zon
• Peggy Verzett is een van de dichters in het allerlaatste nummer van Tortuca. Ik ben het gras en lig in de zon en sta op het punt om een zonsopgang op te slaan onder 4 tiktakpoten (zo’n kwartet) kniel als niemand ziet lig ik op het geduld van een anoniem kanaal hoe m’n liggende duur lijkt uitgestald maar drijft in niets, geen onderwerpen, in te vullen water zo … [Lees meer...] overGedicht: Peggy Verzett – Ik ben het gras en lig in de zon
Gedicht: Jacob Israël de Haan – Kwatrijnen
Jeruzalem. De stem van Jeruzalem: door de dagen Roept Jeruzalem, door den donkren nacht. Als Moeder troost, wanneer haar zonen klagen, Zóó troost die Stad der Steden onze klacht. Londen. Maar de stem van Londen. In u verloren Valt elke schoone stem. Eén wild geweld. Boven de lucht, onder den weg, de sporen Waarlangs het leven naar den afgrond snelt. … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Israël de Haan – Kwatrijnen
Gedicht: Maurits Mok – Kwatrijnen
Kwatrijnen Geen meening heb ik en niets houdt mij vast, mijzelf vertrouw ik niet en op den tast ga ik de uren door - er is geen weten, geen aflaten; de wereld is een last. De woorden loopen toonloos uit mijn mond, de uren gaan den etmaal altijd rond, er wordt geleefd, gestreden en gestorven; geen die hierin een richt- en steunpunt vond. … [Lees meer...] overGedicht: Maurits Mok – Kwatrijnen
Gedicht: Han G. Hoekstra – Kwatrijnen
Kwatrijnen Zoolang de oorlog, dwars door zijn alarmen, Gedoogt dat wij ons aan elkander warmen, Zal ik het leven niet verbeteren, Vanavond wil ik slapen in uw armen. * Ik zie mijn hand, zij zal mij eens begeven. Ik zie het zonlicht op het water beven. Ik hoor de stem, die mij het liefste is. Ik schrijf: een snel, smal randschrift op het leven. * … [Lees meer...] overGedicht: Han G. Hoekstra – Kwatrijnen
Gedicht: Antony Kok – De fabriek
• Vandaag 101 jaar geleden: de geboorte van Dada. DE FABRIEK Zzzz wiep tikke klets tikke klets tikke tikke klets tikke klets tikke klets HET WIEL De Ziel Zwart Grijs Blaauw Zzzz wiep … [Lees meer...] overGedicht: Antony Kok – De fabriek
Gedicht: Mark van Tongele – Wat een mens bezielen kan!
• Uit De loeiende tier, de nieuwe bundel van Mark van Tongele. Wat een mens bezielen kan! Neem een absorberend, sterk ogenblik en dompel het onder ïn je bewustzijn. Laat het uitlekken. En bedruppel het nog natte moment met blauwe zin. Blauw geeft de mens een idee van het oneindige. Als de vlekken droog zijn, doe hetzelfde met gele zin. Het zuivere geel is de lichtste van … [Lees meer...] overGedicht: Mark van Tongele – Wat een mens bezielen kan!
Gedicht: Rutger Kopland – Wat is geluk
• Lieke Marsman over de allervroegste schrijfsels van Rutger Kopland: “Maar weinigen weten bijvoorbeeld dat Rudi ooit lid was van een berucht genootschap, de Apensioux genaamd (wachtwoord: Vang den mustang), een club die samenkwam bij een zekere Grote Eik en die zorgvuldig bijhield wat men van plan was. Zoals het een club betaamt, was er een reglement: Art. 1: Wie de club … [Lees meer...] overGedicht: Rutger Kopland – Wat is geluk
Gedicht: J. Slauerhoff – Kon ik eenmaal toch jouw dans weergeven
• Slauerhoff was vijf jaar getrouwd getrouwd met danseres Darja Collin. Kon ik eenmaal toch jouw dans weergeven In een van het woord bevrijd gedicht, Eenmaal even vrij en lenig zweven Als jij in de lucht en in het licht Met je lichaam doet, dat toch niet even Los van de aarde is als wat ik dicht, Zich met moeite van den grond opricht, Zwaarder dan mijn geest, en … [Lees meer...] overGedicht: J. Slauerhoff – Kon ik eenmaal toch jouw dans weergeven
Gedicht: Ida Gerhardt – Eerste avond op Northrock
• "Jarenlang reisden de twee schrijfsters [Ida Gerhardt en Maria van der Zeyde] in de schoolvakanties naar Ierland, waar ze verbleven in een 'onbeschrijflijk prachtig gelegen, eenzaam, onbewoond huis'." Eerste avond op Northrock Ik die hier eindelijk te schrijven zit ’t was vijf uur varens van de overkant – ben weer gewend. Want nauwelijks geland liep ik vijf mijlen … [Lees meer...] overGedicht: Ida Gerhardt – Eerste avond op Northrock
Gedicht: Maurits Mok – De wereld in
• 'De wereld in' is het eerste gedicht uit Dwars door de zomer, waarin Maurits Mok in dichtvorm verslag doet van een gezinsvakantie. De wereld in Boven ons spreidde de dag zijn armen van wind en zon. De kinderen begonnen te trippelvoeten op het licht. Mijn vrouw liep tussen huis en ruimte heen en weer met stoffelijke zwarigheden. En ik liep vol ongeschreven … [Lees meer...] overGedicht: Maurits Mok – De wereld in
Gedicht: Arnold Houbraken – Het zwyn
Het zwyn. 't Is schandelyk te melden. Was 't niet genoeg, der Heidnen drinkgelagen, En dronkenschap in 's weerelds duistren tyd Te volgen? wort dit quaat in deze dagen, Van 't volk gepleegt, dat Christus naam belyd? Helaas! wie kan 't verbloemen of verschoonen, Hoe veelen zich in 't nutten van den wyn, Tot hun bederf, niet minder gulzig toonen, Dan dit gepropte en … [Lees meer...] overGedicht: Arnold Houbraken – Het zwyn