De slak Draag ik mijn huis en ben ik nergens thuisen kan ik nergens voor de regen schuilen,dan in de schelp, die ik niet om kan ruilenvoor ooit een ander, niet mijn eigen huis. Ken ik de aarde, maar de hemel niet,de groene haag, maar niet de bloesemknoppen,de helling wel, maar nooit de heuveltoppen.Laat ik geen sporen na dan van verdriet.Ben ik maar voor eenzelvigheid … [Lees meer...] overHarriët Laurey • De slak
Harriët Laurey
Harriët Laurey • De vrouw
De vrouw Opdat haar glimlach zich verwonderen zouover de kinderweemoed van de regen, - opdat zij kleine tranen hebben zouover de droefheid die wordt doodgezwegen, - opdat haar hand een sneeuwbal leggen zouover de onrust van de gevallen blaren, - opdat haar mond weer leven spreken zouover de dode plekken van de aarde, - opdat haar oog altijd geloven zouwat niet te … [Lees meer...] overHarriët Laurey • De vrouw
Harriët Laurey • Tijger
Tijger Zo traag mijn tijger, zacht-getemd.Mijn vingers, trillend in zijn flanken,verstaan van binnenwaartse klankenzijn onuitsprekelijke stem. En diep zijn hartslag toegenegen,waar ik zijn droeve onrust gis,ben ik begin van groene regenin zijn verborgen wildernis. Harriët Laurey (1924-2004) Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een … [Lees meer...] overHarriët Laurey • Tijger
Harriët Laurey • De schildpad
De schildpad Het was mijn schildpad, en de schatbewaardervan alles, wat ik innerlijk bezat.Het maakte mij bedroefd en rustig, datik dood kon gaan en hij nog honderd jaren zonder verandering zichzelf zou blijven;in andere dan mijn handen overgaan,maar met de flonkering van mijn bestaan;en daar zou niemand meer een vers van schrijven. En nu ik hem vanavond heb gevonden,— … [Lees meer...] overHarriët Laurey • De schildpad