Door Marc van Oostendorp
De titel van de onlangs verschenen petitie ‘voor taalrijk hoger onderwijs, tegen taalverschraling door verengelsing’ klinkt goed: wie is er niet voor rijkdom en tegen verschraling? Hij gaat uit van een club met de sympathieke naam Beter Onderwijs Nederland (BON), en een bestuurslid, Felix Huygen, schreef in de Volkskrant ook nog een welsprekend essay ons allen te waarschuwen voor de ‘vernieling’ van ons universitair onderwijs die dreigt doordat we met ons allen steeds meer de taal van Shakespeare hanteren.
Toch zal ik die petitie niet tekenen. Het officiële doel ervan is te onduidelijk, het niet-officiële te bedenkelijk.
Het officiële eerst: BON wil de regering houden aan artikel 7.2 van de wet op het hoger onderwijs, waarin staat dat het onderwijs aan hogescholen en universiteiten in beginsel in het Nederlands moet worden gehouden, tenzij er speciale omstandigheden zijn. Mij lijkt dat wetsartikel zo vaag dat je je altijd wel kunt beroepen op ‘speciale omstandigheden’. Er is dan ook niemand tegen dat artikel 7.2. Waarom zou je een petitie opzetten voor een al bestaande wet die niemand wil afschaffen? Hoe zou de rechter kunnen gaan bepalen of voor individuele opleidingen die speciale omstandigheden opgaan?
Slimme Italianen
Het niet-officiële doel van de petitie is zo te zien: de opleidingen weer uniek Nederlandstalig maken, en daarmee alleen toegankelijk voor Nederlandse studenten. De petitietekst klaagt erover dat er teveel buitenlandse studenten zijn en dat daardoor de Nederlandse studenten in het gedrang komen. In zijn stuk in de Volkskrant is Huygen iets toegeeflijker: Italiaanse studenten mogen hier best onderwijs komen volgen, maar dan moeten ze wel eerst Nederlands leren. Hij heeft zelf immers ook Italiaans geleerd toen hij in Italië ging studeren. In de praktijk komt dat natuurlijk op hetzelfde neer: zó graag willen die Italianen nu ook weer niet naar Nederland komen, als ze ook kunnen uitwijken naar Duitsland of Zweden.
Het voorbeeld van Italië is ook wel bijzonder slecht gekozen. Het klinkt romantisch, zo’n grand tour die Huygens ondernomen heeft, om daar ongetwijfeld college te krijgen van een echte Italiaanse professor. Maar het gaat voorbij aan het feit dat het Italiaanse systeem kreunt onder de gevolgen van de gesloten cultuur die aan de academische wereld heerst: nepotisme, corruptie. Slimme Italianen die echt verder willen leren Engels (waarvan het onderwijs op de middelbare school nog heel slecht is) en kiezen daarna als ze even kunnen en masse voor het buitenland.
Bachelor-niveau
BON zegt in de petitie dat de universiteiten hun programma’s alleen maar in het Engels aanbieden om geld te verdienen aan die buitenlandse studenten, zonder daar overigens bewijs voor aan te dragen. De vereniging gaat volledig voorbij aan de voordelen die deze internationalisering onmiskenbaar ook heeft: het maakt de sfeer op de gemiddelde Nederlandse universiteitscampus levendiger, sprankelender en prikkelender. Er komen studenten van overal, met een geheel eigen kijk op de Nederlandse samenleving en het Nederlandse academische systeem. In mijn eigen waarneming is het leuker om nu op een Nederlandse universiteit rond te lopen, als student, als medewerker, dan het vroeger was. De hele samenleving profiteert uiteindelijk van die frisse blik.
Sommige doelstellingen van BON kan ieder zinnig mens onderschrijven. Een belangrijke taak van Nederlandse universiteiten is om Nederlandse intellectuelen op te leiden, die op verantwoordelijke posities in de samenleving komen – in het gemeentehuis, in het ziekenhuis, in de journalistiek, in het onderwijs en nog zo wat domeinen – en voor wie het een belangrijke voorwaarde is dat ze zich goed in het Nederlands kunnen uitdrukken. De universiteiten kunnen daar best meer aan doen en Nederlandse taalvaardigheid op academisch niveau een belangrijk onderdeel maken van vrijwel iedere opleiding, zeker op het bachelor-niveau.
Belangrijke positie
Intussen internationaliseert Nederland in hoog tempo. Het is waarschijnlijk altijd een illusie geweest om te denken dat ons land eentalig was, maar inmiddels spreekt vrijwel iedere inwoner van ons land een redelijk mondje Engels, wat de mopperaars ook mogen beweren. Ongetwijfeld valt er van alles aan de kwaliteit van dat Engels te verbeteren, maar dat ga je in ieder geval niet bereiken door die taal van het hoger onderwijs te bannen. In plaats daarvan zou je moeten eisen dat ook de Engelse taalvaardigheid een belangrijk onderdeel wordt van het curriculum.
Het beste lijkt me om de toekomstige generaties voor te bereiden op het feit dat Nederland steeds meer een tweetalig land wordt, of althans: een taal waarin het openbare leven door twee talen wordt gedomineerd, het Nederlands en het Engels. (Thuis spreken we met ons allen nog honderden andere talen.) Je moet in het hoger onderwijs het Nederlands en het Engels dus allebei een belangrijke positie geven; je mag best van een afgestudeerde verwachten dat hij of zij minstens deze twee talen op niveau beheerst.
Profiteren
Natuurlijk is de verengelsing van de universiteiten her en der doorgeslagen. Natuurlijk zal er vast af en toe een docent in het Engels staan te stamelen tegenover een zaal studenten die best allemaal ook Nederlands kennen. Maar het alternatief dat BON bepleit is: terugkeren naar de tijd dat we met zijn allen gezellig onder elkaar waren en Nederlands spraken. Dat is niet alleen wereldvreemd, het is uiteindelijk ook ongewenst. Wees blij dat onze samenleving open kan staan voor de grote wereld, en zorg zoveel mogelijk van onze burgers daarvan kunnen profiteren.
Eén van de argumenten is dat je beter denkt in een taal die je doorgrondt. Dat klinkt niet onaannemelijk en raakt, als ik het goed zie, de kern van de taalkunde. Is dit argument ook empirisch te onderbouwen? Zijn discussies zindelijker, doordachter, verfijnder als mensen ze voeren in een taal die ze ook werkelijk in de vingers hebben? (En vervolgvraag: hoe meet je zoiets?)
Ik ken geen studies die aantonen dat het zo is op het niveau van het hoger onderwijs, wel op lagere niveaus. Ik geloof dat er momenteel wel in Vlaanderen dit soort onderzoek aan de gang is. Het zou me niet verbazen als zo’n effect wordt aangetoond – zij het niet in de zin van ‘verfijnder’ e.d., maar in de vorm van meetbare verschillen in studieresultaat. Maar bij dat vervolgonderzoek wordt de volgende vraag welke implicaties dit precies heeft voor Nederlandse jongeren die het Nederlands niet als moedertaal hebben; en of dit dan moet betekenen dat we onze jongeren moeten leren zindelijk, doordacht en verfijnd te discussiëren binnen onze landgrenzen, of dat ze ook daarbuiten moeten kunnen kijken.
Let wel: ik sta niet voor dat alle universitaire opleidingen vanaf nu in het Engels plaatsvinden. Wel dat er aandacht is voor zowel Engelse als Nederlandse taalvaardigheid.
Dank je wel.
Er bestaat ook een pedagogische opvatting, onder andere toegepast in het vrijeschoolonderwijs, dat meertaligheid een mens ruimdenkerder kan maken.
Goed stuk. Ik verbaas me bij deze jaarlijks terugkerende petitie (iemand zou ze eens moeten vergelijken om te zien of er eigenlijk verschillen zijn) elke keer weer over het gebrek aan pragmatische oplossing. Hoe zien ze dat dan voor zich, alles in het Nederlands? Wordt alle literatuur vertaald, en zo ja, op wiens kosten? Zo niet, hoe moeten studenten daarmee omgaan, Engelse literatuur in verder Nederlandse omgeving? Hoe zit het met buitenlandse docenten: moeten die alleen in Nederlands lesgeven? Daar ligt denk ik ook kwaliteitsverlies op de loer.
Nee, beter is inzitten op kwaliteit. En volgens mij gebeurt dat ook al een tijd: er zijn (voor zover ik weet) bijscholingen, toetsen voor docenten en wat al niet. Het argument ‘sommige docenten staan te bazelen’ van tegenstanders van Engels blijft echter hetzelfde. Ik las weleens onderzoek over de perceptie van Engels, maar is dat er voor en na dit soort interventies? Het kan natuurlijk ook dat in ieder geval een deel van de docenten simpelweg minder goed is. Bazelen kan ook in je moedertaal.
Het is jammer, want er kan zeker een zinnige discussie gevoerd worden over de in sommige gevallen ook mijns inziens doorgeslagen verengelsing. Maar zonder haalbaar alternatief kom je volgens mij, net zoals bij alle voorgaande petities, nergens.
Ik spreek geen Engels (wel 10 andere talen die wel te leren waren voor mij), de waarde van Engels wordt enorm overschat en de waarde van andere talen enorm onderschat. Ik heb dit artikel met stijgende verbijstering zitten lezen en ben weer heel blij dat ik Nederland (wat compleet niet aan het internationaliseren is maar meer en meer een raar buitenbeentje wordt) uit ben gevlucht. Ondanks dat ik heel graag zou willen dat ik ook van de taal af kon, is en blijft het de taal waarin ik het beste kan denken, mij het beste kan uitdrukken. Het is te triest om van uit het thuisfront te horen dat de internationalisering al zo ver gaat dat zelfs talenstudies over gaan op Engels, scripties verplicht in het Engels moeten worden geschreven, de bronnen Engels talig zijn. In de techniek is het niet Engels maar Duits, in de Kunstgeschiedenis zien we meer en meer de catastrofale gevolgen van deze doorgeslagen Engels-aanbidding (waar de Engelsen zelf zeggen dat ze gehandicapt zijn met een mono linguïstiek en het hoog tijd wordt dat ze eens een mondje over de grens gaan spreken.
Grappig genoeg ken ik Italiaanse studenten die Nederlands hebben geleerd en graag in Nederland kwamen studeren, tot ze het niveau van het onderwijs ondervonden en uitweken naar inderdaad Duitsland, waar ze dan Duits voor moesten leren. Ik ben half Duits en woon daar ook, geloof me: we lullen gewoon Duits op de universiteit, ik heb nog geen Engelstalig college gehad en het niveau is er vele vele malen beter dan in Nederland. In Nederland zijn niet alleen de scripties in het Engels, wanneer je Duits studeert, krijg je Shakespeare in het Duits te lezen, vergeet Kant, vergeet Schiller. Vrijwel alles op Engels literair gebied is vertaald in alle talen, en dat niet alleen, zelfs kasteelromannetjes. Heel triest is dat er vrijwel niets van waarde vertaald is in het Engels, vanuit geen enkele taal. Het Engels is in vele opzichten een zeer arme taal. Frans studeren? Shakespeare in het Frans, want we krijgen allemaal dezelfde boekenlijst en die is grotendeels oorspronkelijk in het Engels geschreven.
Ik heb op eigen kosten meerdere studies gevolgd (in zowel het beta, gamma als alfa spectrum) en studeer nog. Ik heb het onderwijs in Nederland zo achteruit zien gaan dat een huidig VWO minder is geworden dan iemand die 15 jaar geleden een MAVO diploma haalde. Ik kon met een MAVO diploma makkelijk naar de universiteit, VWO haalde ik niet omdat ik een 2 voor Engels had dus ik ben naar HAVO en toen MAVO gegaan, inmiddels heb ik alle vakken VWO op Engels na wel gehaald. Een HBO? Laat me niet lachen, men noemt het sinds een aantal jaar studeren, ineens lopen er studenten rond. Ik zou geen willen inhuren, als je bij ons de stagiairs krijgt zie je hoe erg het is, de meest basale vaardigheden hebben ze niet, ik huur voor mijn bedrijf liever een wat oudere MTS’er, die hebben veel meer kennis en vaardigheden. Laat die HTS’er maar hoor al heeft hij wel “colleges” in het Engels gehad, boeiend…. Het is te triest en als je maar wilt, liggen de bewijzen zelfs voor een blinde nog duidelijk zichtbaar op tafel, idem voor het aantal Engels sprekenden overigens. Ik ben niet bepaald een uitzondering en ken zeer veel mensen die geen Engels spreken of met heel veel moeite het kunnen lezen en dat met mijn toch redelijk diverse achtergrond en daarmee idemdito vrienden en kennissenkring, ook onder studenten! Dit gelezen hebbende ben ik blij dat ik dit land echt de rug heb toegekeerd!! Het enige wat jammer is dat mensen blijven horen dat je uit Nederland komt en dat maakt je toch regelmatig het mikpunt van spot tot ze je beter kennen.
ach…Zweeds..ook zoiets: colleges zijn daar in het Zweeds, prachtige taal overigens, goed te leren ook, ben me aan het voorbereiden op nog een jaartje een Zweedse universiteit, met mijn Italiaanse vriendin.
U heeft wel gelijk dat de petitie te vaag is.
Het essay waarnaar je verwijst heb ik ook gelezen, maar ik kreeg niet de indruk dat Felix Huygen het Engels algemeen wil bannen van de Nederlandse universiteiten.
Citaat : ” Het is een waanidee dat een paar cursussen Engels voor staf en studenten deze problemen oplossen. Alleen na jarenlange immersie in een Engelstalig land zouden ze de nuance waarmee ze zich in hun moedertaal uitdrukken, in het Engels ook maar enigszins kunnen evenaren.
Bestuurders in het hoger onderwijs zijn herhaaldelijk voor deze problematiek gewaarschuwd. Volgens een rapport van de KNAW uit 2003, Nederlands, tenzij…, leidt het overschakelen op het Engels als instructietaal in het universitaire onderwijs tot een gemiddelde kwaliteitsdaling van 30 procent. Dit rapport adviseerde daarom dat in elk geval bachelor-opleidingen te allen tijde in het Nederlands dienen te worden aangeboden.
Verder beval het rapport aan op de universiteit meertaligheid te cultiveren: studenten moeten zich goed leren uitdrukken in het Nederlands, de taal van de maatschappij waarin wij leven, en daarnaast zo goed mogelijk Engels (de wetenschappelijke lingua franca) leren. Een verstandig advies.”
Het is vooral een pleidooi voor een betere kwaliteit van het gehanteerde Engels als instructietaal.
Ik heb de petitie niet begrepen als een oproep voor ’n Nederlandstalige monocultuur. Veel bronnen zijn nu eenmaal in het Engels of het Duits en dat zou geen probleem moeten zijn. De ingeslagen weg richting een Engelstalige monocultuur lijkt me dan weer wel een probleem. Universiteiten zouden júist veeltalig moeten zijn, en in Nederland is het Nederlands vanzelfsprekend één van die vele talen. Voor die buitenlandse studenten is het ook een stuk prettiger als ze Nederlands leren, dan wordt hun studie hier ook daadwerkelijk meer dan een wisseling van decor, en bovendien is de kans dan groter dat ze zich na hun studie hier gaan vestigen en ook daadwerkelijk een verrijking voor de samenleving zullen zijn. Wie dat te hoog gaat, mist kennelijk de noodzakelijke ambitie.
Ik kan met dit pleidooi helemaal instemmen. En nu heb ik op deze blog de laatste jaren veel gelezen over de aangetoonde voordelen van meertaligheid bij kinderen, niet alleen vergroot het hun taalvermogen, maar ook hun intellectuele capaciteiten. Wellicht biedt dit nog een extra handvat om met Engels al heel jong te beginnen in het onderwijs, misschien al gelijk bij groep 1.
Hartelijk dank voor uw reactie! Goed te zien dat mijn stuk zoveel reacties losmaakt en ertoe bijdraagt dat deze belangrijke discussie gevoerd wordt.
Graag wil ik enkele misverstanden uit de weg ruimen en een en ander verduidelijken. Volgens mij zijn we het namelijk helemaal niet zo oneens als u wellicht denkt. Misschien dat u na lezing van het onderstaande toch nog onze petitie wilt ondertekenen
1.
Dat bewijs hebben wij niet aangedragen, omdat het zonneklaar is. Universiteiten en hogescholen geven zelf openlijk toe dat financiële overwegingen een zeer grote rol spelen in de overschakeling op het Engels als instructietaal. Zie bijvoorbeeld de (nota bene kritische) reactie op mijn stuk in de Volkskrant van vandaag:
Of zie hoe ‘Tilburg University’ in een Universiteitsraadsstuk uitlegt waarom ze meer opleidingen in het Engels in plaats van het Nederlands gaat aanbieden (ironisch genoeg in slecht Engels):
Zo kan ik nog wel even doorgaan met officiële stukken citeren, maar het punt is volgens mij helder.
2.
Het wetsartikel rept niet zomaar van ‘speciale omstandigheden’, maar van omstandigheden die tot onderwijs in een andere taal dan het Nederlands noodzaken. Niet mis te verstaan, lijkt me. Onderwijs zou dus alleen in het Engels kunnen plaatsvinden als het écht niet anders kan. Welnu, in veel gevallen kan het wél anders en volgens mij zou de rechter in een uitspraak wel degelijk richtlijnen kunnen bieden die duidelijk maken in welke gevallen wel, en in welke gevallen geen sprake is van een noodzaak.
3.
Dit is pertinent onjuist. Er kunnen goede redenen zijn om bepaalde vakken in het Engels of een andere taal te geven, en we hebben ook nooit anders beweerd.
In mijn stuk citeer ik met instemming het KNAW-rapport waarin het aanleren van goed Nederlands én goed academisch Engels wordt aanbevolen. In onderzoeksmasters (voor toekomstige onderzoekers) kunnen bijvoorbeeld vakken in het Engels worden gegeven zodat studenten alvast vertrouwd raken met het presenteren in het Engels. Prima! Maar als ook steeds meer bacheloropleidingen exclusief in het Engels gegeven worden, komen de Nederlandse taalvaardigheid en het onderwijsniveau onherroepelijk verder in het gedrang. Daarom lijkt het ons goed om het in principe mogelijk te maken alle opleidingen in het Nederlands te volgen (behalve als er een evidente noodzaak is tot exclusief onderwijs in een andere taal). Parallel daaraan zouden opleidingen eventueel aparte Engelstalige programma’s kunnen oprichten voor buitenlandse studenten die geen Nederlands willen leren, als zij dit voldoende kunnen beargumenteren – dat wil zeggen als de motieven niet voornamelijk financieel van aard zijn.
4. Het voorbeeld van Italië was willekeurig gekozen; er had net zo goed Duitsland, Frankrijk of Spanje kunnen staan. Overigens zijn dit allemaal landen die – in tegenstelling tot Nederland – Engelstalig onderwijs niet ten koste laten gaan van het onderwijs in de landstaal. Het kan dus wél!
5. Het gestamel van docenten en studenten (waaronder ikzelf) dat ik in mijn stuk beschrijf, komt niet doordat ons Engels slecht is. Ik heb zelf vijf jaar Amerikaans onderwijs genoten, dus ik durf wel te stellen dat mijn Engels voor een hoogopgeleide Nederlander bovengemiddeld goed is. Dat van de beschreven docenten ook. Het gestamel komt doordat we ons genuanceerd en op hoog niveau proberen uit te drukken in een taal die we bij lange na niet zo goed beheersen als onze moedertaal. Hier slagen we niet in – in het Nederlands is dit namelijk al lastig genoeg – en dit leidt tot vervlakking van de discussies en verslechtering van het onderwijs, ook als je er een aantal cursussen Engels tegenaan gooit. (Want voor het aanleren van native-niveau Engels is naast het reguliere programma jammer genoeg absoluut geen tijd.)
6. Dan had ik nog een vraag voor de heer Van Oostendorp. U stelt: “Natuurlijk is de verengelsing van de universiteiten her en der doorgeslagen.” Kunt u hier enkele voorbeelden van geven?
Ik dank u wel, op mijn beurt, voor uw uitvoerige reactie.
1. Ik twijfel er niet aan dat bestuurders de financiële voordelen graag aanwijzen als hét argument om buitenlandse studenten aan te trekken. Dat bewijst nog niet dat het de enige reden is (de filosofen schrijven dan ook ‘onder andere’). Zoals ik al schreef, vind ik als docent de komst van buitenlandse studenten om een aantal heel andere redenen ook zeer welkom: ze brengen leven in de brouwerij, een andere kijk op het bestel, en op ingesleten Nederlandse gewoonten. Ik vind dat allemaal niet te versmaden. Men kan natuurlijk van mening verschillen over de relatieve waarde van zoiets, en de voorkeur geven aan een homogenere groep studenten (dat maakt sommige dingen onmiskenbaar gemakkelijker uit te leggen) maar het gaat niet aan om te doen alsof de centen de enige reden zijn voor deze handelingswijze.
2. Ik moet toegeven dat ik uw actie in die zin interessant vind, omdat ik benieuwd ben wat de rechter ervan zal zeggen, of deze inderdaad bereid is te oordelen dat het gebruik van het Engels niet noodzakelijk is. Ik heb geen ervaring met onderwijssituaties waarin de taalkeuze in de ogen van de deelnemers volkomen absurd was, maar die zullen vast bestaan.
3. Er zit hier een spanning, zowel voor u als voor mij: hoe gaan we dat bereiken, een evenwicht van Nederlandse en Engelse taalvaardigheid van Nederlandse studenten. Ik denk niet dat ik uw petitie zal tekenen, maar we kunnen elkaar misschien wel vinden in een streven om hier de juiste balans te treffen. Ik vermoed dat we het er daarbij ook over eens zullen zijn dat goed academisch onderwijs in Nederland idealiter zelfs niet tot deze twee talen beperkt blijft, maar dat ook voor andere talen aandacht moet worden gevraagd. Dat maakt het allemaal behoorlijk ambitieus, maar die ambitie mag er best zijn. (Een petitie waarin wordt opgeroepen tot grote zorg voor zulke meertalige taalvaardigheid in het academisch onderwijs zou ik wel ondertekenen.)
4. Ik zou Italië niet snel als voorbeeld nemen in dezen. Inderdaad, het kán wel, alleen onderwijs in de landstaal, maar de rijke academische traditie in Italië verkeert inmiddels in zeer grote problemen, die volgens mij voor een belangrijk deel kunnen worden toegeschreven aan het naar binnen gekeerde karakter ervan. En dat heeft weer veel te maken met het uniek Italiaanstalige van veel opleidingen, en veel geleerden: ik ken een aantal zeer intelligente Italiaanse geleerden wiens licht onder de korenmaat schijnt omdat ze alleen in die landstaal vermogen te communiceren.
Van de andere landen die u noemt ken ik de situatie in Duitsland het best, maar ook daar wordt steeds meer Engels gebruikt, al loopt het land misschien een aantal jaren achter op Nederland.
5. U beschrijft uw ervaring, men zou daar andere tegenover kunnen zetten. Naar mijn idee komt ‘stamelen’ vaak voort uit een (in mijn ogen overdreven) angst om ‘fouten’ te maken, die wordt gevoed door acties als de uwe waarin erop wordt gewezen dat academische communicatie foutloos moet zijn.
6. Er wordt beweerd dat soms Nederlandse docenten Nederlandse stof aan Nederlandse studenten uitleggen in het Engels. Ik heb daar dus geen ervaring mee, maar als dit waar is lijkt het me overdreven en nergens voor nodig. Het moet voor alle betrokkenen ook zeer onnatuurlijk aanvoelen.
Dank nogmaals dat u deze discussie zo serieus neemt. Uw reactie bevestigt mijn vermoeden dat onze standpunten helemaal niet zo ver uiteen liggen. We streven inderdaad allebei naar het vinden van een juiste balans tussen Nederlandstalig en Engelstalig onderwijs (naast onderwijs in mogelijk nog andere talen).
Dan wil ik graag de studenten en docenten die mogelijk een dergelijke (verkeerde) indruk hebben gekregen van mijn stuk, hierbij geruststellen. Natuurlijk hoeft academische communicatie niet foutloos te zijn. Ik heb veel liever iemand met een rijke woordenschat en idioomkennis die zich genuanceerd in een taal uitdrukt en daarbij fouten maakt, dan iemand met een vocabulaire van 1000 woorden die foutloos spreekt. Fouten zijn het probleem niet! Ik maak weinig fouten in mijn Engels, maar dat maakt mijn Engels meestal nog niet goed genoeg om in die taal exact te zeggen wat ik bedoel, iets waar ik in het Nederlands (met fouten en al) zo nu en dan wél in slaag.
Geerten Waling maakt in een aardig stuk deze week een soortgelijk punt:
Ik zou dus willen voorstellen: wil men Engelstalige opleidingen aanbieden, stel dan voor docenten en studenten – in elk geval in de humaniora en sociale wetenschappen – C2-niveau Engels als ingangseis. Behoud daarnaast de mogelijkheid om opleidingen in het Nederlands te volgen voor degenen voor wie dat niveau niet haalbaar is. Dat lijkt me een grote vooruitgang boven de huidige situatie, waarin het paard achter de wagen wordt gespannen door opleidingen massaal te laten overschakelen op het Engels zonder Nederlandstalig alternatief en zonder oog voor kwaliteitsverlies.
Lijkt me een prima idee, dat van het C2 taalniveau Engels – voor docent en student – als toegangseis tot een Engelstalige opleiding, voor zover evenwel welbepaalde omstandigheden of doelstellingen noodzaken tot het inrichten van zo’n opleiding of voor zover dit op grond van welbepaalde vakgebonden criteria noodzakelijk bevonden wordt.
Het kan immers nooit de bedoeling zijn dat het ‘Nederlandstalig alternatief’ zomaar als een lager of minderwaardig alternatief zou worden gezien voor het niet voldoen door docenten en studenten aan het C2 taalniveau Engels als toegangseis tot veralgemeende Engelstalige opleidingen.
Dit impliceert dus dat het aanbieden van anderstalige (dan Nederlandstalige) opleidingen slechts uitzonderlijk en enkel in welbepaalde gevallen kan en mag, zoals de wet op het hoger onderwijs in Nederland duidelijk en vanuit grondwettelijk oogpunt gezien ook volkomen terecht stelt.
Die C2 taalniveau Engels vereiste voor toegang tot welbepaalde Engelstalige opleidingen zou dan uiteraard ook moeten gelden voor alle buitenlandse studenten en docenten, met uitzondering evenwel van tijdelijke gastdocenten en vorsers die enkel wetenschappelijk onderzoek verrichten.
Heel wat buitenlandse studenten kiezen – om redenen die zeker niet altijd met de kwaliteit van de opleiding van doen hebben – voor ‘Engelstalige’ universiteiten in Nederland en Vlaanderen juist omdat ze ervan uitgaan dat een minimum aan kennis van het Engels volstaat om het beoogde diploma te behalen en dat ze bovendien in zowat alles op hun wenken zullen worden bediend zonder ook maar één woordje Nederlands in de mond te moeten nemen. Ik vermoed dat die gemakkelijke vlieger niet even gemakkelijk opgaat aan échte Engelstalige universiteiten in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten bv. Dat is allicht ook één van de redenen waarom die universiteiten doorgaans ook betere kwaliteit leveren (de docenten) én afleveren (gediplomeerde studenten).
Als studenten – welke ook hun moedertaal is – in hun eigen land hoger onderwijs in een bepaalde discipline in hun eigen moedertaal kunnen volgen – wat mij als een fundamenteel universeel mensenrecht voorkomt – waarom zouden ze dat dan in dezelfde discipline in een ander en anderstalig land willen doen? Als dat om redenen van kwaliteit zou zijn, waarom zouden ze dan in hun eigen land niet ijveren en desnoods vechten voor een betere kwaliteit die bovendien ook andere studenten in hun land en hun land zelf ten goede zou komen? Hebben de huidige en de komende generaties academici nog wel voldoende (universeel) ethisch besef en zien ze ook de keerzijde van de ‘globalistische’ medaille, de onderlinge tegenspraak en de dubbele bodem ervan?
Nergens ter wereld – ook in de Verenigde Staten niet – bestaan er in verhouding tot de bevolking zoveel universiteiten als in Europa. Dat vindt vooral zijn verklaring in de veeltaligheid van het Europese continent waardoor in elk land (bijna) voor elke taal(gemeenschap) X aantal universiteiten werden opgericht die uitsluitend onderwijs in de betrokken taal verstrekken / verstrekten.
In Vlaanderen zijn er thans 4 Nederlandstalige universiteiten, aangevuld met nog enkele ‘uithoek’ vestigingen. Franstalig Wallonië met eveneens 4 Franstalige universiteiten meegerekend komt het totaal aantal universiteiten in het kleine België alleen al op minstens 8, alle recht gehouden en onderhouden met geld van de overheid en dus van de belastingbetaler.
Als nu die 4 Nederlandstalige Vlaamse universiteiten en die 4 Franstalige Waalse universiteiten samen met alle universiteiten in Nederland en met alle universiteiten in Frankrijk en bij uitbreiding samen met alle andere Europese universiteiten naar het op internationalistische leest geschoeide Nederlandse lichtend voorbeeld allemaal unisono Engelstalig zouden worden, dan zal een terechte roep en eis tot ‘rationalisering’ niet lang op zich laten wachten en zal minstens de helft tot twee derden van het huidige totaal aantal Europese universiteiten en universiteitjes weldra zijn deuren of deurtjes moeten sluiten.
Maar zelfs zonder die roep of eis zal het globalistische wonder – volgens de aanbeden liberale principes van economische zelfregulering en van open grenzen en maximale mobiliteit – zich vanzelf voltrekken omdat onder al die toekomstige unisono Engelstalige Europese universiteiten en universiteitjes alleen de mooiste Engelse universitaire bloemen op de hoogste Engelse universitaire stengels nog boven het gemene Engelse maaiveld zullen uitsteken.
Misschien toch iets om – als het nog mag en kan, bij voorkeur in het Nederlands – even over te reflecteren, geachte Engelstalige Academische Overheden en Academici van het Koninkrijk der Nederlanden?
Ik vind het nuttig dat Marc van Oostendorp deze discussie hier (opnieuw) op gang trekt en voedt en ik vind het nog nuttiger dat ze hier ook (uitgebreid) gevoerd en gevoed wordt.
Desalniettemin vind ik het betoog van Marc van Oostendorp op heel wat punten vaag, dubbelzijdig of dubbelzinnig, soms tegensprakig en her en der ronduit zwak, vaak met een idealistische bijklank, op het randje van utopistisch te klinken.
Bijvoorbeeld m.b.t. het ‘officiële’ (juridische) aspect, hoewel ’taal’ juist de wezenlijke en in de meeste gevallen zelfs de enige kern is van elke wetgeving en dus ook van elke juridische interpretatie en elk rechterlijk oordeel. Een wet die op taalvlak onduidelijk of vaag is, is bovendien een slechte wet. Stel U dan maar even voor wat de gevolgen zouden kunnen zijn als Nederlandse juristen aan Nederlandse universiteiten unisono ‘in het Engels’ of zelfs ‘bisono’ in het Nederlands én in het Engels – laat staan ‘multisono’ – zouden worden opgeleid terwijl er nu al zovelen afgaan of afknappen op een niet (zeer) goede, brede en diepe ‘kennis’ van de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk?
En verder pik ik hier nog 2 puntjes uit zijn betoog:
1. ‘Nederland zou best officieel ’tweetalig’ (Nederlands en Engels) worden’
Tja, dat is wel makkelijker gezegd dan gedaan, niet zozeer ‘op papier’ maar wel in de feiten. Kijk, in Zuid-Afrika heeft men het ‘op papier’ gedaan en (in 1984) het hele land meteen in één papieren slag officieel 11 / elf talig gemaakt, waaronder het Engels. Daar bovenop werden zelfs nog een tiental semiofficiële of ‘cultureel beschermde’ andere talen gegooid, ongeveer vergelijkbaar met onder meer de status van het Fries en – jazeker – ook de ‘cultureel beschermde’ status van het ‘Limburgs’ in Nederland.
De naakte Zuid-Afrikaanse feiten zien er evenwel een beetje anders uit. Er is namelijk maar 1 / één taal die bijna op alle vlakken van het officieel en niet officieel openbaar leven, op economisch en cultureel vlak (het onderwijs inbegrepen) de bovenhand haalt op alle andere 10 officiële talen en dat is…. jawel het Engels, unisono het Engels.
Hierdoor zijn niet alleen grote maatschappelijke problemen en vooral ongelijkheid en ongelijke kansen opgedoken en gegroeid maar komen stilaan ook alle andere 1O talen en dus culturen in de verdrukking, in het beste geval in de verdediging en weldra allicht ook in opstand.
In mijn eigen land België – dat officieel drietalig is – noemden (en noemen) we dit ’taalstrijd’. Dit hebben we dan netjes opgelost, niet door twee- of drietalig te worden maar door de boel op te splitsen in drie ‘(ei)landjes’, elk mooi met hun eigen één-taaltje, behalve in Brussel dat op papier tweetalig (Frans en Nederlands) heet te zijn maar thans in de praktijk tot een onoverzichtelijke, onbeheersbare, onbetaalbare en zelfs onbestuurbare (talen)hutsepot is verworden met slechts één ‘mooi’ vooruitzicht: we maken het officieel ééntalig Engels!.
Ziet U, zo iets staat het toekomstige (uiteraard democratische) tweetalige Nederlands-Engelse Nederlandse Koninkrijk ook te wachten, ongeacht of die tweetaligheid zich enkel ‘op papier’ dan wel ook in de feiten zou manifesteren, voor zover dit laatste al haalbaar zou zijn voor iedereen, voor elke Nederlander.
Daar zit ook een eenvoudige economische ‘logica’ achter: waarom zouden zogenaamd ’tweetalig Engels-Nederlands machtige’ Nederlanders het Nederlands nog verder blijven bijhouden / meeslepen als het Engels volstaat, méér zelfs het enige instrument is (zou zijn) om het niet alleen in eigen land maar ook wereldwijd waar te maken, om overal en in alles op de eerste rij te staan, om wereldomspannende zaakjes te doen, om ‘wereldburger’ te zijn, kortom om het (waan)idee te hebben te ‘ZIJN’? Homo Universalis Britannus?
2. ‘Slimme Italianen leren wat Engels en ontvluchten dan hun gehandicapte, op zichzelf gekeerde ééntalig Italiaanse Vaderland’
Men zou ze ‘slim’ maar eerder leep en vooral kortzichtig op zichzelf gericht en egoïstisch kunnen noemen, die Italianen die zulk plat, gemeen, laaghartig verraad beramen en plegen tegenover hun land met zijn (achterblijvend) volk en zijn cultuur, hun land dat hen – in de beste Romeinse traditie – heeft ‘gezoogd’, opgevoed en groot gebracht. ‘Tu quoque Brute?’.
Hetzelfde geldt trouwens voor al diegenen die vanuit dezelfde platte, laaghartige, egoïstische motieven hun land en zijn volk ontvluchten en achterlaten.
Maar hoe voelen ze zich dan, die weggevluchte Italianen die zich in een ‘English minded’ lucratief veelbelovend ‘El Dorado’ buitenland hebben genesteld? Ik zou ze niet willen tellen dezen die gebukt gaan onder en verteren van heimwee en schuldbesef, die zich met onverholen maar misplaatste trots ‘Italiaan’ blijven noemen, hoewel ze uit pure zelfzucht, zucht naar eigen eer, roem en geld geen ‘Italiaan’ meer wilden zijn, zichzelf hebben verloochend.
‘Zeer intelligente Italiaanse geleerden wiens licht onder de korenmaat schijnt omdat ze alleen in die landstaal vermogen te communiceren’
Welke ‘korenmaat’? De maat van eigen eer, roem en geld? Ik zie niet in op welke academisch intellectueel verankerde gronden en aanvaardbare redenen het intellectueel licht van zeer intelligente Italiaanse geleerden internationaal gedoemd zou zijn om onder de intellectuele korenmaat te moeten schijnen enkel en uitsluitend omdat die zeer geleerden ‘alleen in de Italiaanse landstaal vermogen te communiceren’? Is het dan niet het intellectueel gehalte, de inhoud die zou moeten primeren, ver boven de taal waarin die inhoud verwoord en gesteld is?
Voor zover dit waar zou kunnen zijn – wat ik alsnog durf te betwijfelen – is dit alleen maar een teken en een bewijs hoe laag het internationaal academisch niveau en ‘circuit’ intellectueel gevallen is dat enkel één taal, hun internationaal incestueus opererend taaltje – het Engels – allesbepalend geworden is, geleerden maakt of kraakt en waarvoor zelfs de inhoud, het intellect moet wijken. Tiest, treurig is dit maar vooral ook schandalig én zeer onverstandig, gewoon dom laat ons zeggen.
Dom omdat het internationaal academisch niveau en ‘circuit’ blijkbaar maar één taal – het Engels – wil (er)kennen en nog véél dommer als zou blijken dat het internationaal academisch niveau en ‘circuit’ ook echt maar één taal – het Engels – echt kent en kan. Zou U geloven dat ik geneigd ben om dat stilaan ook écht te gaan geloven, dat het écht zo is?
Even los van de geldkwestie. Op die toenemende diversiteit bij toelaten van internationale studenten en medewerkers valt ook heel wat af te dingen. Het wordt al gauw een internationale bubbel met gelijkgestemden. Die samen de opkomst van het populisme niet begrijpen. Wie het wel aan zag komen? De enige college die uit Almere komt. Dat is diversiteit. Zie o.a. dit stuk van mij. http://www.folia.nl/opinie/105801/kom-uit-de-internationaliseringsbubbel
De discussie over verengelsing duurt al jaren en telkens passeren dezelfde argumenten de revue. Ondertussen verengelsen de universiteiten verder. Marc van Oostendorp neemt een genuanceerde tussenpositie in. Helaas maken ook zulke gematigde betogen geen enkele indruk op universitaire bestuurders of overheid. Zelf kan hij daarover meepraten als een van de ondertekenaars van een open brief aan toenmalig minister Plasterk, een pleidooi voor het behoud van het Nederlands als wetenschapstaal (naast het Engels). Destijds vakkundig afgeserveerd door de minister.
Nu is er eindelijk gecoördineerd verzet vanuit diezelfde universiteiten. Iedereen weet dat BON nooit voor 100% zijn zin zal krijgen, maar – nogmaals – met uiterst gematigde standpunten bereik je bij die universiteitsbesturen helemaal niets. Helaas moet je soms vuile handen maken en iets radicalers onderschrijven dan je voorstaat om kleine veranderingen ten goede te bewerkstelligen. Reden om de petitie van BON wél te ondertekenen.
In Zuid-Afrika staat men al wat ‘verder’: daar weet en ervaart men al heel lang, heel goed en heel concreet hoe diverse talen en culturen (in de feiten: het Afrikaans en een waaier aan Afrikaanse talen) onder druk en in de verdrukking komen door de voortschrijdende trend van algemene ‘verengelsing’ en de evolutie naar een wereldwijde ééntalige monocultuur waarin wetenschap en techniek, globalistisch georiënteerde economie en politiek een hoofdrol spelen en waarvan universiteiten en academici – bestuurders, docenten én studenten – meer en meer de gewillige handlangers, de dienstbare knechten en de blinde uitvoerders worden.
Wie daaromtrent iets méér wil weten, kan dit (onder meer) via de hierna vermelde 2 webschakels naar 2 referaten van de Zuid-Afrikaanse professor (Afrikaanse en Nederlandse) taalkunde, tevens taalfilosoof en taalsocioloog, Wannie Carstens.
Beide referaten zijn niet in het Engels maar in het Afrikaans gesteld maar dat zal voor academische taalkundigen en andere academici uit Nederland en Vlaanderen wel geen probleem zijn, veronderstel ik.
– Taalmuseum- en Erfenisdaglesing 2013: ek het ’n droom – Afrikaans in 2033
http://www.litnet.co.za/taalmuseum-en-erfenisdaglesing-2013-volledige-toespraak/
– Referaat (universiteit Gent 2016): Die impak van taalpolitiek op universiteite in Suid-Afrika – die geval Afrikaans
http://www.litnet.co.za/referaat-die-impak-van-taalpolitiek-op-universiteite-suid-afrika-die-geval-afrikaans/