Subject: | Neder-L, no. 9502.b |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 20 Feb 1995 04:21:43 MET |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-------------------------- Neder-L, no. 9502.b -----------ISSN-0929-6514-* | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Col: 9502.09: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XX: | | "Zie dat maar eens uit te leggen" | | (2) Vac: 9502.10: Vacature taalkundedocent Keulen | | (3) Med: 9502.11: Aanvulling op informatie over lezingencyclus "Over de | | schreef" over de Germaans-Romaanse taalgrens op | | Rijksuniversiteit Gent (zie Med: 9502.02) | | (4) Vra: 9502.12: Informatie gezocht over Nederlands-Canadese literatuur| | (5) Med: 9502.13: Aanvulling op Med: 9501.07, over Congres Werkverband | | Geschiedenis van de Taalwetenschap en Tweede | | Lambert-ten-Katelezing | | (6) Med: 9502.14: Colloquium "Leermiddelen voor het Nederlands als | | vreemde taal" aan de Universite de Liege op 22 en 23 | | maart 1995 | | (7) Med: 9502.15: Incorrect LCTL gopher path (aanvulling/verbetering | | bericht Med: 9502.06) | | (8) Vra: 9502.16: Kent iemand de geboorte- en eventuele sterfjaren van | | Bornemann, Couvreur, Ebeling en Buyssens? | | (9) Rea: 9502.17: Minister Dijkstal produceert ongehoorde 'object-to- | | subject raising' (n.a.v. Coppens LM XV) | |(10) Med: 9502.18: Symposium vakgroep Nederlands (RUL), 8 maart 1995: | | 'Historische teksten in gender-belichting' | |(11) Med: 9502.19: Annie Romein-Verschoorlezing 8 maart 1995 (RUL), door | | Helene Nolthenius: 'Alle dingen komen van God behalve | | de vrouw. Vrouwenlevens in Toscane omstreeks 1400' | |(12) Med: 9502.20: Computerprogramma Nederlandse Familienamen | |(13) Col: 9502.21: Column Willem Kuiper, no. 14: "Het wassende water" | | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | (dit geldt ook voor Internet-gebruikers die bijdragen willen leveren) | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 06 Feb 1995 11:33:45 +0100 (MET)
From: Peter-Arno Coppen <U250005@VM.UCI.KUN.NL>
Subject: Col: 9502.09: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XX: "Zie dat maar eens uit te leggen"
LINGUISTISCH MINIATUURTJE XX: “Zie dat maar eens uit te leggen”
Alhoewel niemand weet of het begrip subcategorisatie eigenlijk wel bestaat, en zo ja, wat het dan precies inhoudt, is de gemiddelde taaltechnoloog gedwongen om op de een of andere plaats in zijn grammatica aan te geven wat de beperkingen zijn op de diverse argumenten bij werkwoorden of andere semantische kernwoorden. De klassieke opvatting ten aanzien van subcategorisatie houdt ongeveer in dat voor ieder werkwoord (laten we ons even tot werkwoorden beperken) lexicaal bepaald is welke argumenten het neemt, en wat voor vorm die aannemen. Zo subcategoriseert “wachten” voor een voorzetselvoorwerp met “op”, en “verwachten” wil juist een lijdend voorwerp in de vorm van een NP of een zin.
Hele generaties werken met de klassieke subcategorisatie, en zeker in praktische toepassingen, dus IETS moet ervan kloppen. Ik kan er niks aan doen, maar toch loop ik iedere keer weer tegen problemen aan die ik binnen de bestaande kaders niet kan oplossen. Als ik dan even doorredeneer, kom ik allerlei angstaanjagende consequenties tegen. Loopt u even mee?
Wat is het subcategorisatieframe van het werkwoord “zien”? Een NP, goed: “ik zie een probleem”. Een dat-zin (CP), ook goed: “ik zie dat het regent”. Een infinitiefzin zonder “te” met raising to object, of een VP, of hoe je ’t ook wil noemen: “ik zie hem dansen”. Allemaal niks op aan te merken. Maar wat moet ik nou met de constructie: “zie dat maar eens uit te leggen”?
Op basis van dit laatste voorbeeld zou je zeggen dat “zien” ook subcategoriseert voor een infinitiefzin met “te”, met raising to object, of scrambling, of welk ander konijn er dan ook uit de hoge hoed getoverd dient te worden. Maar het kenmerk van subcategorisatie is juist dat de syntactische vorm waarin de zin gegoten wordt, er niet toe doet: imperatief, verleden tijd, perfectum, dat mag allemaal niet uitmaken. Maar waarom kun je dan niet zeggen: *”ik zag dat gisteren pas uit te leggen”?
Bij nader inzien blijkt de constructie met “zien” en een te-zin beperkt tot die omgevingen waarin een modale bepaling zoals “maar eens” (“nou eens”, “nog”, “weer”) staat, en het werkwoord gemodificeerd is door een imperatiefvorm, of door een modaal hulpwerkwoord. Kijk maar: “ik moet dat nog zien uit te leggen”, “ik mag dat zeker weer zien uit te leggen”, “jij zou dat toch zien uit te leggen?”. Twee modale hulpwerkwoorden gaan niet echt goed, “willen” en “kunnen”: ?”ik wou dat vorige week al zien uit te leggen”, en *”ik kan dat maar niet zien uit te leggen”. De reden lijkt me dat “willen” met een menselijk subject (dat nodig is voor “zien”) moeilijk in z’n modale betekenis te dwingen is, en in geval van “kunnen”, dat de constructie met “zien” zelf al die betekenis van “kunnen” in zich draagt.
Maar goed, modale bepaling dus, plus een modaliteit in het gezegde. Deze toevoegingen veranderen overigens het hele subcategorisatieframe. Ook de dat-zin moet een of-zin worden: “zie maar eens of je dat kunt uitleggen” (hee, wat moet dat “kunnen” daar in de bijzin?).
De overeenkomst tussen het modale hulpwerkwoord en de imperatief lijkt uiterst suggestief. Is de imperatiefvorm een abstract modaal hulpwerkwoord? Dit is een interessante gedachte die nader onderzoek waard lijkt. Daar zal ik hier niet nader op ingaan.
Zouden we naar aanleiding van dit soort voorbeelden niet het verschijnsel subcategorisatie anders moeten organiseren? Waar het op lijkt is, dat het uiteindelijke subcategorisatieframe van de zin een gevolg is van de keuze voor het werkwoord “zien”, EN de dubbele modale modificatie (hulpwerkwoord en “maar-eens”-bepaling). Met andere woorden: is subcategorisatie compositioneel?
Het compositionele karakter van subcategorisatie kan met een aantal verschijnselen onderbouwd worden. Zo zijn daar bijvoorbeeld de constructies met “laten”. Wat moeten we daar eigenlijk mee? We kunnen observeren dat toevoeging van “laten” een element aan het subcategorisatieframe toevoegt (“iemand doet iets” en “iemand laat iemand iets doen”), maar tegelijkertijd dat (in ieder geval het causatieve) “laten” niet echt een eigen subcategorisatieframe heeft: “iemand laat iets” is niet het causatieve “laten”. Een analyse in het klassieke model maakt van het causatieve “laten” toch een zelfstandig werkwoord, en roept de hulp in van raising to object, scrambling, of ander konijn. Waar je dat bij “zien” nog kunt verkopen, lijkt dat bij “laten” problematisch.
En dan zijn er ook nog de beroemde voorbeelden als “van Vestdijk heb ik een roman gelezen”. In een artikel in 1993 heb ik ooit de stelling verdedigd dat in deze constructies het nomen “roman” subcategoriseert voor een PP met “van”, maar dat de NP “een roman” samen met het werkwoord “gelezen” een complex gezegde vormt “een roman gelezen”, dat vervolgens als geheel de subcategorisatie van de PP overneemt. Daardoor wordt de PP “van Vestdijk” een soort compositioneel gegenereerd voorzetselvoorwerp bij het gezegde “een roman gelezen”.
Uiteraard zijn er ook andere analyses mogelijk (subcategorisatie is vrij, en bepaalde combinaties genereren bepaalde betekenissen), maar de gedachte dat subcategorisatie compositioneel is lijkt niet echt gek. Kunnen we hiermee ook Verb Raising niet heranalyseren?
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 08 Feb 1995 16:29 +0100 (MET)
From: Anneke Neijt <AHNEIJT@LET.KUN.NL>
Subject: Vac: 9502.10: Vacature taalkundedocent Keulen
Prof.dr. H.W.J. Vekeman vraagt een gepromoveerde Nederlandse taalkundige voor het vervullen van de vacature Hochschuldozentur Niederlaendische Philologie.
Taak: vier colleges per semester, historische en vooral moderne taalkunde Nederlands.
Aanvankelijk is dit een vervanging (van april tot juli 95), daarna een baan van vijf jaar, mogelijk zelfs vast (vanaf oktober 95).
Belangstellenden wordt verzocht zo spoedig mogelijk hun naam, adres, telefoonnummer en een summier curriculum vitae te zenden naar Vekeman, Univ. zu Koeln, Inst. fuer Niederlaendische Philologie, Lindenthalguertel 15a, D-50935, fax 0221/470-5122.
“De voorkeur gaat uit naar een vrouw, maar het wetenschappelijk en onderwijskundig profiel is doorslaggevend.”
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 09 Feb 1995 11:45:19 +0100 (MET)
From: Jacques Van Keymeulen <Jacques.VanKeymeulen@rug.ac.be>
Subject: Med: 9502.11: Aanvulling op informatie over lezingencyclus "Over de schreef" over de Germaans-Romaanse taalgrens op Rijksuniversiteit Gent (zie Med: 9502.02)
De vakgroep Nederlandse Taalkunde van de RUG (Belgie) deelt mee dat nu ook voor de derde lezing in de cyclus ‘Over de Schreef’ – die reeds eerder in Neder-L (zie 9502.02) werd aangekondigd – een datum vastgelegd is.
De lezing wordt gehouden op donderdag 2 maart, in auditorium C, Blandijnberg 2, 9000 Gent, van 17.00 tot 19.00 uur. Gastspreker is Prof. dr. S. Theissen van de universiteit van Luik, die het zal hebben over de evolutie van de taalgrens en de taaltoestand in de Oostkantons. De toegang is gratis. Voor meer informatie kan men terecht bij de vakgroep Nederlandse Taalkunde, tel. 09/264.40.75.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 10 Jan 1995 13:11:00 -0800 (PST)
From: "Neijmann, Daisy" <NEIJMAN@bldgarts.lan1.umanitoba.ca>
Subject: Vra: 9502.12: Informatie gezocht over Nederlands-Canadese literatuur
Is er iemand die op de hoogte is van publikaties, bibliografieen, en mogelijk ander materiaal of onderzoek op het gebied van de Nederlands-Canadese literatuur in de brede zin (d.w.z. geschreven door zowel immigranten als latere generaties)?
Elke suggestie of aanknopingspunt is welkom op het volgende adres:
neijman@bldgarts.lan1.umanitoba.ca
of:
Daisy Neijmann
Icelandic Department
University of Manitoba
Winnipeg, Man.,
R3M 0E2 Canada
Fax: 204-261-5764.
Hartelijk dank!
(5)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 08 Feb 1995 08:19:11 +0100 (MET)
From: Roland de Bonth <deBonth@LET.KUN.NL>
Subject: Med: 9502.13: Aanvulling op Med: 9501.07, over Congres Werkverband Geschiedenis van de Taalwetenschap en Tweede Lambert-ten-Katelezing
Beste Neder-L-abonnee,
In Neder-L, no. 9501.b maakte ik melding van drie activiteiten op het terrein van de geschiedenis van de taalkunde die binnenkort zullen plaatsvinden. In dit bericht worden de daar ontbrekende gegevens aangevuld.
(1) Congres Werkverband Geschiedenis van de Taalwetenschap
(thema: taalkunde in de achttiende eeuw in Nederland)
10.45-11.30u: prof.dr. Geert Dibbets
‘Een obscuur boek uit verdachte hoek: E.C.P., Ontwerp van eene Nederduytsche spraek-konst (1713)’
11.30-12.15u: dr. Marijke van der Wal
‘Pieter Rabus’ pennevruchten: taalbeschouwing in de marge’
12.15-13.15u: lunch
13.15-14.00u: drs. Roland de Bonth
‘Noot breekt wet. De tweede druk van Huydecopers Proeve‘
14.00-14.45u: drs. Truus Extra
‘Gerard van Hasselt en de bewerking van Kiliaans Etymologicum (1777); een voorlopig verslag’
14.45-15.15u: huishoudelijke vergadering van het werkverband
Datum: vrijdag 24 februari 1995
Plaats: Katholieke Universiteit Nijmegen
Erasmusgebouw, Erasmusplein 1, Nijmegen
Zaal E2.51
Aanvang: 10.45 uur
Toegang: gratis
(2) Tweede Lambert-ten-Katelezing door dr. Ingrid Tieken-Boon van Ostade
Titel: ‘Tweehonderd jaar Lindley Murray’
Datum: woensdag 15 maart 1995
Plaats: Rijksuniversiteit Leiden
Centraal Faciliteitengebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden
Zaal 028
Aanvang: 16.15 uur
Toegang: gratis
VOOR BEIDE GEBEURTENISSEN ZIJN BELANGSTELLENDEN VAN HARTE WELKOM
Met vriendelijke groet,
Roland de Bonth
Vakgroep Nederlands, KUN
(6)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 13 Feb 1995 14:35:17 +0100 (MET)
From: Jacques Van Keymeulen <Jacques.VanKeymeulen@rug.ac.be>
Subject: Med: 9502.14: Colloquium "Leermiddelen voor het Nederlands als vreemde taal" aan de Universite de Liege op 22 en 23 maart 1995
De vakgroep Nederlands van de Universite de Liege organiseert op woensdag 22 en donderdag 23 maart 1995, in samenwerking met de Nederlandse Taalunie, een internationaal colloquium met het thema LEERMIDDELEN VOOR HET NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL.
De agenda ziet er als volgt uit:
WOENSDAG 22 MAART 1995 (13.30 – 18.00 uur)
- L. BEHEYDT (Universite Catholique de Louvain): “Leermiddelen voor woordenschatverwerving als tweede en als vreemde taal.”
- J. W. DE VRIES (Universiteit Leiden): “Cultuur- en maatschappijkunde en vreemde-talenonderwijs.”
- CH. VAN LEEUWEN (Certificaat Nederlands – U.C.L.): “Het opstellen van taalvaardigheidstoetsen in de praktijk: een beknopte handleiding.”
- S. THEISSEN (Universite de Liege): “Genus- en accentueringsverschillen tussen Duitse en Nederlandse klankverwante woorden. Het belang van een contrastieve aanpak voor het onderwijs.”
DONDERDAG 23 MAART 1995 (9.00 – 12.00 uur en 14.00 – 18.00 uur)
- G. JANSSENS (Universite de Liege): “Typische fouten in het geschreven Nederlands van Duitstaligen: een verkennende analyse met suggesties voor remedierende leermiddelen.”
- J. VROMANS (Universite Libre de Bruxelles): “De rol van vertaling en thema in het onderwijs van het Nederlands als vreemde taal en de leermiddelen daarvoor.”
- PH. HILIGSMANN (Universite de Liege): “De rol van het grammatica-onderwijs voor het NVT.”
- J. NOVAKOVIC (Universiteit Belgrado): “Het woordenboek als leerboek. Over het eerste basiswoordenboek Nederlands-Servokroatisch-Nederlands.”
- L. BATEN (Instituut Levende Talen – K.U.L.) en J. VANPARIJS (Fac. Univ. Namur): “‘Is ’t weer op de computer?’ Over niet ingeloste verwachtingen met computer ondersteund onderwijs.”
- J. PEKELDER (Universite de la Sorbonne) en S. GERRITSEN (Universite de Picardie): “Tekstgebruik in het beginnersonderwijs aan volwassen NVT-leerders.”
- L. GILLET (Universite de Liege): “‘If you can’t do it, teach it!’ De balans van veertig jaar literatuuronderwijs.”
Wie meer informatie wil over de agenda, of inlichtingen wil i.v.m. de inschrijving, kan contact opnemen met een van de volgende personen: Siegfried Theissen, Guy Janssens, of Philippe Hiligsmann. Zij zijn bereikbaar op het volgende adres:
Universite de Liege – Philologie
neerlandaise, Place Cockerill 3, B-4000 Liege (Belgique).
Tel. +32.41.665403 / 665377 / 665479
Fax: +32.41.665479
(7)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 06 Feb 1995 14:24:14 -0500
From: Louis Janus <janus005@maroon.tc.umn.edu>
Subject: Med: 9502.15: Incorrect LCTL gopher path (aanvulling/ verbetering bericht Med:9502.06)
Last week, I announced the Less Commonly Taught Languages Project gopher, which presents all US and Canadian colleges and universities that teach LCTLs. The path I gave to get to the gopher was wrong. I left off one crucial step. The correct path is below. I apologize to all of you who have tried and failed to make the connection. Please try us again. (Also apologize for cluttering your e-mail boxes and for cross-posting this to as many language lists as I know of.)
| +--> University of Minnesota
|
+--> University of Minnesota Campus Information <<<<====
|
+--> All the University of Minnesota Gopher Servers
|
+---> Center for Advanced Research on Language Acquisition
or URL gopher://lctl.acad.umn.edu
Louis Janus
Less Commonly Taught Languages Project
Center for Advanced Research on Language Acquisition
University of Minnesota
UTEC–1313 5th Street SE, Suite 111
Minneapolis, MN 55414
612/627-1872 (voice)
612/627-1875 (fax)
janus005@maroon.tc.umn.edu
or
LCTL@maroon.tc.umn.edu
BS Enkele Neder-L-abonnees hadden mij al op het incorrecte ‘path’ geattendeerd. Nadat ik het bericht had ontvangen, had ik alleen de ‘URL’ gecontroleerd. Die URL was en is correct…
Ben Salemans.
(8)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 09 Feb 1995 11:53:47 +0100 (MET)
From: Roland de Bonth <deBonth@LET.KUN.NL>
Subject: Vra: 9502.16: Kent iemand de geboorte- en eventuele sterfjaren van Bornemann, Couvreur, Ebeling en Buyssens?
Beste Neder-L-abonnee,
Een collega die momenteel in de Verenigde Staten vertoeft, is op zoek naar de geboortejaren (eventueel ook sterfjaren) van de volgende taalkundigen:
— Ulrich Bornemann
— Walter Couvreur
— Carl Ebeling
— Eric Buyssens
Mocht u weten wanneer deze mensen geboren (en gestorven) zijn, dan kunt u die gegevens naar mij toesturen.
Met vriendelijke groeten,
Roland de Bonth
Vakgroep Nederlands, KUN
e-mail: deBonth@let.kun.nl
(9)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 09 Feb 1995 15:18:40 +0100 (MET)
From: johan de caluwe <Johan.DeCaluwe@rug.ac.be>
Subject: Rea: 9502.17: Minister Dijkstal produceert ongehoorde 'object-to-subject raising' (n.a.v. Coppens Linguistisch Miniatuurtje XV)
Mijn e-mailadres even als doorgeefluik gebruikend, meldt Willy Vandeweghe uit Gent het volgende:
“6 februari 1995
Attestatie
In Linguistisch Miniatuurtje XV (6 sept. 94) behandelt P.-A. Coppen een constructie die hem een “competence-collaps” bezorgde:
(1) En hij is ook nog gepoogd te vergiftigen.
Er is behalve zijn vriendin nog minstens e’e’n nederlandstalige die deze op het eerste gezicht volstrekt ongehoorde ‘object-to-subject raising’ spontaan produceert: minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken. Toen deze bewindsman het op het NOS-journaal van zondag 5 februari had over het beleid van de overheid i.v.m. de voorwaarden voor schadeterugbetaling na de watersnood, zei hij onverhoeds:
(2) Dat wordt nu geprobeerd te formuleren.
Al komt ze dan van een minister, de constructie wordt er niet fraaier op.”
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 17 Feb 1995 15:04:44 +0100 (MET)
From: Korrie Korevaart <KOREVAART@rullet.LEIDENUNIV.NL>
Subject: Med: 9502.18: Symposium vakgroep Nederlands (RUL), 8 maart 1995: 'Historische teksten in gender-belichting'
Symposium vakgroep Nederlands (RUL), 8 maart 1995
De vakgroep Nederlands organiseert voor de tweede achtereenvolgende maal een symposium op 8 maart. In het onderwerp van het symposium wordt getracht aan te sluiten bij het onderwerp van de Annie Romein-Verschoorlezing (zie Med: 9502.19), die ’s avonds gehouden wordt. Het onderwerp van het symposium van 1995 is: ‘Historische teksten in gender-belichting’.
Er worden twee inleidingen gehouden:
- Mirjam de Baar (RUG): Leidster of verleidster? Beeldvorming rond Antoinette Bourignon.
- Myriam Everard (RUL): Een achttiende-eeuwse lollepot is niet wat zij lijkt. Over de (on)bruikbaarheid van het hedendaagse gender-perspectief bij historisch onderzoek.
Het symposium is bedoeld voor studenten en docenten van de Leidse universiteit, maar ook geinteresseerde buitenstaanders zijn welkom.
Het symposium wordt gehouden op woensdagmiddag 8 maart van 14.00 tot 17.00 uur in Regens Colegii, Kaiserstraat 13.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 17 Feb 1995 15:04:44 +0100 (MET)
From: Korrie Korevaart <KOREVAART@rullet.LEIDENUNIV.NL>
Subject: Med: 9502.19: Annie Romein-Verschoorlezing 8 maart 1995 (RUL), door Helene Nolthenius: 'Alle dingen komen van God behalve de vrouw. Vrouwenlevens in Toscane omstreeks 1400'
Annie Romein-Verschoorlezing 8 maart 1995 (RUL)
De zesde Annie Romein-Verschoorlezing wordt gehouden op woensdag 8 maart 1995 door Helene Nolthenius, getiteld ‘Alle dingen komen van God behalve de vrouw. Vrouwenlevens in Toscane omstreeks 1400’.
De lezing wordt gehouden in het Groot Auditorium van de Rijksuniversiteit Leiden, Rapenburg 73, Leiden. Aanvang 20.00 uur.
In het Florence van rond 1250 is het normaal dat meisjes leren lezen en schrijven. Ook is het geen uitzondering als vrouwen zelfstandig een bedrijf leiden. Maar een eeuw later gaat er bijna geen meisje meer naar school. Zodra ze er de leeftijd voor heeft, zijn er voor haar eigenlijk maar twee mogelijkheden. Als haar bruidsschat groot genoeg is, trouwt ze. En anders gaat ze het klooster in.
Rond 1400 lijkt bijna het hele openbare leven van Florence in handen van mannen. Vrouwen zijn, onder invloed van de kerk en de herontdekte Aristoteles, tot tweederangswezens gedegradeerd. De enige mogelijkheid om zelf geld te verdienen is als thuiswerkster of als prostituee.
Helene Nolthenius beschrijft aan de hand van de bewaard gebleven brieven van Margherita Bandini, geboren in 1360, het leven van Florentijnse vrouwen in de late middeleeuwen. Nolthenius put voor deze Annie Romein-Verschoorlezing ook uit andere bronnen: literatuur, preken, huiskronieken, stadskronieken en juridische documenten.
Kaarten gratis verkrijgbaar bij: secretariaat Annie Romein-Verschoor- lezing, Rijksuniversiteit Leiden, Vakgroep Nederlands, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, tel. 071-272604 (of per e-mail: Korevaart@rullet.LeidenUniv.nl).
N.B.: De eerste vijf Annie Romein-Verschoorlezingen zijn, samen met een niet eerder gepubliceerde lezing van Annie Romein-Verschoor zelf, gebundeld. Het boek ‘Een zee van golven: vijf jaar Leidse Annie Romein-Verschoorlezing’ wordt uitgegeven door uitgeverij Vita te Nijmegen en verschijnt op 8 maart. Het boek is op de avond van de lezing verkrijgbaar voor de gereduceerde prijs van fl. 24,50 (winkelprijs: fl. 29,50).
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 14 Feb 1995 12:56 +0100 (MET)
From: WILLEM KUIPER <KUIPER@ALF.LET.UVA.NL>
Subject: Med: 9502.20: Computerprogramma Nederlandse Familienamen
Computerprogramma Nederlandse Familienamen
De vorige maand heb ik in mijn column 13, “Centennia” (Col. 9501.09), melding gemaakt van een computerprogramma op het gebied van Nederlandse familienamen. Daarop is gereageerd. Het gaat om een database-programma op basis van de volkstelling van 1947. De auteur is Gerald van Berkel. Het programma is menugestuurd. Je voert een achternaam in en het programma kleurt (absoluut of relatief) de kaart van Nederland in op provincie-niveau. Elke kleur staat voor een bepaald percentage.
Wie in het bezit van dit programma wenst te komen – IBM, VGA-kleur, 3,5 inch – kan het bestellen bij de auteur door overmaking van het luttele bedrag van fl. 15,00 op postgiro 38.64.205 ten name van G. van Berkel, Amstelveen. Zeer de moeite waard.
Willem Kuiper – Kuiper@Alf.Let.UvA.NL
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 14 Feb 1995 12:56 +0100 (MET)
From: WILLEM KUIPER <KUIPER@ALF.LET.UVA.NL>
Subject: Col: 9502.21: Column Willem Kuiper, no. 14: "Het wassende water"
Het wassende water
Middeleeuwse mensen hadden het niet zo op water. Water was goed voor het land en het vee. Je kon niet zonder, maar je had er gauw te veel van. In dat geval sprak men niet van drinken, maar van verdrinken (het voorvoegsel ‘ver’ betekent vaak ‘helemaal’).
Het was niet normaal om water te drinken. Was je van adel dan dronk je wijn – witte wijn – met een alcoholpercentage dat geschommeld zal hebben rond de 5 %, hoog genoeg om bederf tegen te gaan en laag genoeg om niet (te snel) dronken te worden. Rode wijn was minder gebruikelijk. De techniek om tanninerijke rode wijn (op vat) te laten rijpen had men nog niet goed genoeg onder de knie. Om rode wijn drinkbaar en genietbaar te maken voegde men honing en andere kruiden toe. Men dronk het na het eten of als medicijn.
Was je van eenvoudiger komaf dan dronk je bier, ‘dunnebier’, met een alcoholpercentage dat rond de 3 % geschommeld zal hebben. Dat kun je de hele dag door drinken zonder uit te drogen. In kloosters brouwde men zwaarder bier, maar dat was niet zozeer om te drinken als wel als geneesmiddel bedoeld. Net als het ‘aqua vite’ dat wij nog kennen als Benedictine (Benedictijnen) en Chartreuse (Kartuizers).
Boeren dronken het melkafval dat overbleef na de bereiding van kaas en boter, wat in de ogen van de stedeling de verklaring van hun hersenverweking was. Zuivel was namelijk verdacht.
Maar wie dronken er dan wel water? Gevangenen, religieus bevlogenen, herders en herderinnetjes (in de literatuur althans). Mensen dus, die geen deel uitmaakten van de (normale) maatschappij. Water drinken was straf of versterving.
Het drinken van bier en wijn was geen drankzucht maar hygiene. Anders dan iedereen op voorheen de lagere school leerde/t, kenden de middeleeuwers wel degelijk reinheidsgeboden, en waren zij zich zeer wel bewust van bederf en besmettelijkheid. Het grote voordeel van dunnebier boven drinkwater uit de rivier was dat het bier gebrouwen (gekookt) was en dus gezuiverd van menselijk en industrieel afval. Wij denken dat milieuproblemen typisch van deze tijd zijn. Nou, vergeet het maar!
Natuurlijk, men putte water, maar dat gebruikte men haast uitsluitend voor huishoudelijk werk, om te wassen en schoon te maken, om mee te koken. Er zal heus wel af en toe een slok van genomen zijn, maar dan wel bij gebrek aan beter.
Een middeleeuwer ging niet graag te water. Niet dat men de zwemkunst niet machtig was, leren zwemmen hoorde bij de lichamelijke opvoeding die adellijke jongetjes tussen hun twaalfde en vijftiende kregen, maar men deed dat niet voor zijn plezier. Ik althans ben nog nooit een plaats in een middeleeuwse roman tegengekomen waar men voor zijn lol gaat pootjebaaien, laat staan kopje onder.
Voor het nemen van een bad geldt hetzelfde. Men deed dat niet omdat men dat lekker vond. Buiten de steden althans. Middeleeuwse steden – die overigens allemaal aan het water liggen, bij voorkeur een rivier, zodat het vuil via het water afgevoerd kan worden – kenden in navolging van de Romeinse thermen badhuizen, ‘stoven’ geheten. Die stond(en) – u raadt het al – in de Stoofstraat. In sommige stadjes is de naam bewaard gebleven. Die stoven waren overigens niet alleen om je te baden, daar gebeurde van alles. Menige stoof is met de Reformatie als poel van ontucht gesloten.
In het Manesische handschrift, een Duits liederenhandschrift uit de dertiende eeuw, waarin ook gedichten van Heinric van Veldeke en hertog Jan van Brabant bewaard bleven, en dat met talrijke miniaturen verlucht is, zie je ridders in bad zitten, terwijl ze door bevallige jonkvrouwen afgesponsd en afgelapt worden. Dus toch, zou je kunnen denken, lekker in bad! Mispoes. Wat wij hier afgebeeld zien – wanneer kunnen er nu eens plaatjes in Neder-L?! – heeft niets met ‘lekker in bad’ te maken, het is de behandeling c.q. beloning die een ridder te beurt valt als hij gewond maar zegevierend uit het strijdperk terugkeert naar de wereld van het hof, waarvoor hij zijn leven gewaagd heeft. De jonkvrouwen wassen het bloed van zijn lichaam en verzorgen zijn wonden. En is er iets mooiers voor een echte man dan het tonen van zijn wonden?
Nee, de mens en het water waren twee verschillende, elkaar vijandige werelden. Zo bedreigend zelfs ervoer men het water dat men niet goed wist of iemand die zich in een schip op ‘de hoge zee’ begaf eigenlijk nog wel tot de levenden gerekend mocht worden. Objectief gezien was zo iemand halfdood. Tot de meest indrukwekkende wonderen van Jezus van Nazareth behoort dan ook zijn wandeling over het water. Door de lucht vliegen gold als een kleiner kunstje. Tovenaars zat die dat konden. Maar over het water lopen…
Rivieren en andere waterpartijen in ridderromans worden altijd afgeschilderd als grondeloos diep, onafzienbaar breed en snel stromend. In de praktijk bleek dat een ridder te paard heel weinig water nodig had om te verdrinken. Denk maar aan Frederik met de Rode Baard.
Het was ook niet voor niets dat de Almachtige Vader zijn toevlucht tot het water nam om de eerste wereld te vernietigen. En het was een hele geruststelling dat hij, achteraf toch een beetje geschrokken van wat Hij in Zijn drift had aangericht, beloofde het bij die ene zondvloed te laten. Hoewel ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat de mens Zijn schepper in deze niet op Zijn woord vertrouwde. Kleine overstromingen waren een haast jaarlijks terugkerende plaag, grote overstromingen kwamen regelmatig voor, en af en toe een heel grote zoals de St. Elizabethsvloed (19 november, de feestdag van de heilige Elizabeth, de moeder van Johannes de Doper, vandaar, AD 1421), waaraan wij onder andere de Bieschbosch danken. Overstromingen en stormvloeden werden gedurende de Middeleeuwen steevast als strafexpedities van boven geinterpreteerd, en de strijd tegen het water had niets triomfantelijks.
Het mooiste middeleeuwse watersnood-verhaal dat ik ken werd geschreven door Geoffrey Chaucer. Het maakt deel uit van de CANTERBURY TALES. Chaucer legde het in de mond van de molenaar: Ik ga het hier niet navertellen, lees het zelf maar, maar het gaat over en student die op kamer woont bij een oude timmerman en diens jonge vrouw (grapje richting Jozef en Maria). Natuurlijk is die student smoorverliefd op zijn hospita en even natuurlijk is de oude timmerman stinkend jaloers. Dus moet er een list gevonden worden. De student die in de sterren kan kijken ziet zogenaamd een nieuwe zondvloed aankomen. Daar weet de oude timmerman raad mee. Hij gaat in het geniep op zolder een ark bouwen zodat hij, als het water komt, zichzelf en zijn vrouw in veiligheid kan brengen. Terwijl de timmerman op zolder overuren maakt, geven zijn vrouw en de student zich over aan de Liefde.
Helaas, een mooie vrouw wordt nooit door e’e’n man begeerd. In dit geval had ook de koster zijn lodderig oog op de vrouw van de timmerman laten vallen. Terwijl zij en de student nog nahijgen van hun zoveelste hoogtepunt klopt de koster stiekem aan haar raamluik: e’e’n kusje maar. Baldadig geworden door de list en de stootkracht van de student steekt de vrouw haar achterste uit het raam. Als de koster in het stereotiepe stervensdonker met zijn lippen de mond vindt van de vrouw die hij zo graag bezitten zou, en zich realiseert dat er anatomisch iets absoluut niet klopt, laat de vrouw een daverende scheet, en stapt gillend van de lach het zevende hemel-bed weer in.
Natuurlijk laat de koster dit niet op zich zitten. Hij gaat naar de smid, leent daar een eindje gloeiend ijzer, en gaat weer terug: nog een kusje. Deze kans laat de student zich niet ontgaan. Hij steekt zijn kont naar buiten, telt tot drie, en laat op zijn beurt een oorverdovende scheet. Zijn triomf duurt echter kort als de koster het gloeiende ijzer tegen zijn blote billen houdt. “Water, water”, brullend rent de student – zelfs een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen – als een waanzinnige door het huis, daarmee de oude timmerman uit zijn dommel halend. Die aarzelt geen moment. Hij grijpt zijn bijl, hakt de trossen door en lazert met ark en al naar beneden. De ravage is enorm. De timmerman ernstig gewond. Hij wordt voor gek verklaard, zodat alle betrokkenen hun eer en reputatie behouden.
Willem Kuiper – Kuiper@Alf.Let.UvA.NL
-Einde-------------------- Neder-L, no. 9502.b --------------------------
Laat een reactie achter