Ik werd onlangs gegrepen door sombere gedachten over deze column. Wat ben ik toch een verschrikkelijke amateur. Ik doe maar wat. Een systeem zit er niet in, en hoe ik de lezers onder ogen durf te komen is welbeschouwd een raadsel.
Hoe moet je schrijven voor de digitale media? Daar wilde ik eindelijk wel eens wat meer over weten. Dus kocht ik twee boeken. Het eerste boek zag er zeer hip uit, was geschreven door redacteuren van een bekend modern tijdschrift van de Amerikaanse westkust, en beloofde tips te geven over het onderwerp waarin ik geinteresseerd was geraakt. Dit boek was helaas een miskoop. ‘Gebruik geen moeilijke woorden’, ‘Schrijf het woord ftp met kleine letters’. Wie graag dergelijke zinnen ontcijfert als ze in merkwaardige letters staan afgedrukt op bontgekleurd glimmend papier, zal misschien zijn voordeel kunnen doen met Wired Style. Wat mij betreft was het alleen maar een slecht stijlboek — een dat misschien wel ingaat op enkele modieuze kreten uit de digitale cultuur, maar niet echt op het onderwerp dat mij interesseerde: schrijven voor het scherm.
Van het tweede boek dat ik kocht heb ik meer plezier — al is het niet speciaal bedoeld voor schrijvers voor digitale media, en al komen die media ook nauwelijks aan de orde. De schrijvers van het Handboek Stijl, Peter Burger en Jaap de Jong, bespreken wel de voor- en nadelen van de tekstverwerker, maar ze nemen aan dat de lezer het eindresultaat toch op papier te lezen krijgt. Ik heb het boek met veel plezier gelezen omdat het goed geschreven is; omdat de auteurs goed hebben nagedacht over wat ‘aantrekkelijk schrijven’ betekent; omdat ze veel aardige en interessante voorbeelden geven; en omdat er tips instaan waar ik wat aanhad. Niet overal was ik het met de schrijvers eens. Een wetenschappelijk artikel zou ik nooit opbouwen volgens de tips die ze verstrekken: als ik zelf zo’n artikel lees, heb ik liever ook niet dat het al te ‘aantrekkelijk’ is, ik wil alleen snel de informatie eruit kunnen halen die ik nodig heb. Wat mij betreft neemt elk wetenschappelijk artikel de vorm aan van een tabel.
Maar dat geldt natuurlijk niet voor een column. Veel van de tips die Burger en De Jong geven lijken me hier wel van toepassing, hoewel niet allemaal in dezelfde mate. Bondigheid lijkt me bijvoorbeeld op een beeldscherm nog belangrijker dan op papier. Lezen van een flikkerend scherm is nu eenmaal vermoeiender dan lezen van papier. Aan de andere kant is hoofdstuk 8 van het boek – met ’trucs voor een aantrekkelijke structuur’ – wel erg duidelijk geschreven voor papieren publicatie, om precies te zijn, voor publicatie in een publiekstijdschrift.
Ik hoop dat Burger en de Jong over een paar jaar nog eens een Website Stijl schrijven, dat ze die dan op het Web publiceren en voorzien van koppelingen naar inspirerende voorbeelden. Langzamerhand komen er steeds meer schrijvers en journalisten die het schrijven voor het beeldscherm als genre onder de knie hebben. Op dit moment zou die website bijvoorbeeld veel koppelingen moeten hebben naar de eenpersoonskrant Daily Planet van Francisco van Jole, en het tweepersoonstijdschrift HeT van Erno Mijland en Arjan Broere.
En ook in xvalt er gelukkig op dit gebied genoeg te genieten. De teksten van mijn collega-columnist Willem — ‘ook ik ben ervoor dat taalgebruikers hun taal beheersen, maar dat met ’taalbeheersing’ leren is zoiets als de duivel uitdrijven met Beëlzebub’ — Kuiper bijvoorbeeld, naar wiens columns ik vaak doorklik als ik door sombere gedachten gegrepen dreig te worden.
Constance Hale, red. Wired style; Principles of English usage in the digital age. HardWired, Calif., 1996. ISBN 1-888869-01-1
Peter Burger en Jaap de Jong Handboek Stijl; Adviezen voor aantrekkelijk schrijven. Martinus Nijhoff, Groningen, 1997. ISBN 90 6890 481 7.
Daily Planet: http://www.pi.net/archief/daily/daily.shtml
Humoristisch Elektronisch Tijdschrift HeT: http://www.dra.nl/~het/
Columns Willem Kuiper: http://www.neder-l.nl//kuiper/index.html
Laat een reactie achter