S – “Ja, het is zo, het origineel is geschreven in de dactylische hexameter…”
H – “Dactische hexameter”.
Ik weet niet goed hoe ik het bovenstaande goed moet opschrijven. Zoals het er nu staat, lijkt het net alsof H zijn woorden uitspreekt nadat S ze heeft gezegd, maar zo is het niet. Het gaat eerder lettergreep voor lettergreep:
S – “dacty”
H -“dac”
S – “li”
H – “ti”
S – “sche”
H – “sche”
Enzovoort. En ook dat klopt weer niet. Het is meer zo dat H ongeveer en lettergreep achterloopt op S, hij zegt iedere lettergreep terwijl S de volgende al aan het uitspreken is.
Ik luister naar het programma Oba Live, om precies te zijn naar de aflevering van vorige week vrijdag 6 januari 2012. H is de interviewer Theodor Holman, S is zijn gast Piet Schrijvers — vertaler van werk van onder meer Lucretius, dat in het metrum geschreven is dat dactylische hexameter heet. Ik luister vaak naar het programma, dat iedere werkdag wordt uitgezonden en meestal door Holman gepresenteerd wordt. En het valt me vaker op dat Holman deze shuffle uitvoert; in dit geval begint hij in minuut 53 van de uitzending. Een halve minuut later (53:31) zeggen Schrijvers en Holman in fuga ‘zesvoeter’ en nog een paar seconden (53:45) later ‘(daar heb ik een zesvoetige) jambe van gemaakt’.
Andere mensen doen het ook wel, maar ik ken niemand die deze shuffle zo veelvuldig gebruikt als Theodor Holman in Oba Live.
Het gebeurt het vaakst bij moeilijke woorden. Waar het nog het meest op lijkt: de situatie waarin iemand hapert omdat hij even niet op een moeilijk woord kan komen en de ander hem dan aanvult:
S – “Ja, het origineel is geschreven in de … eh… “
H – “…dactylische hexameter!”
Behalve dat Schrijvers in dit geval best op het moeilijke woord kan komen en gewoon doorpraat. Het klinkt daardoor net alsof de spreker vooral wil laten horen aan de meester dat hij dat moeilijke woord ook kent.
Of die interpretatie juist is, is niet eens zo belangrijk. Dat het die betekenis kan hebben, komt natuurlijk alleen door de gelaagdheid van de taal. Er gebeurt eigenlijk niet veel meer dan dat iemand dezelfde woorden zegt als iemand anders, maar een fractie van een seconde later. De luisteraar geeft daar razendsnel een interpretatie aan: deze H zegt de woorden die S had willen zeggen; dat geldt normaal gesproken als behulpzaamheid, maar omdat het te laat komt, is het zinloze hulp. Wat kan het dan zijn? Onwillekeurig ga je gedwongen daarover nadenken.
Zo bezien is de Holman-shuffle een minstens even ingewikkeld stijlmiddel als de dactylische hexameter.
Dactische hexameter.
Laat een reactie achter