Heeft u al bedacht hoe u de Nederlandse industrie vooruit gaat helpen? Ik wel! Wanneer de regering haar plannen doorzet, wordt het over een paar jaar moeilijk nog geld te krijgen voor onderzoek dat niet op de een of andere manier nuttig is — waarbij ‘nuttig zijn’ betekent: geld opleveren voor het bedrijfsleven.
Welnu, ik ben er uit: ik ga namen beoordelen. Sinds verschillende media deze week berichtten over onderzoek van een aantal sociaal-psychologen weet ik hoe het moet. Die sociaal-psychologen, Laham, Koval en Alter, onderzochten of je carrièrekansen groter zijn als je een makkelijk uit te spreken naam hebt. Dat bleek het geval: mensen met namen die niet al te lastig waren, kwamen beter vooruit op Amerikaanse kantoren dan mensen van wie de naam meer moeilijkheden gaf. (Het volledige artikel staat hier — maar als u niet op een universiteit werkt moet u waarschijnlijk betalen om het te mogen lezen.)
Succesvoller
Namen zijn al een tijdje populair onderzoeksmateriaal bij economen en sociaal-psychologen, waarschijnlijk omdat het eenvoudig is om aan grote databases met namen te komen die je kunt correleren met allerlei andere gegevens. Vaak gaat het over letters: in Dallas wonen relatief veel Dennis’en omdat mensen houden van de letters die in hun voornaam houden en daarmee onbewust rekening houden als ze besluiten waar ze willen wonen. De Nederlandse econometristen Van Praag & Van Praag lieten enkele jaren geleden zien dat economen met een achternaam relatief vooraan in het alfabet succesvoller zijn dan hun vakbroeders met een achternaam ergens achteraan in het alfabet. De reden zou zijn dat de eersten relatief vaak als eerste auteur genoemd worden en dus beter scoren in citaties.
Lazaridis
Laham, Koval en Alter hebben het niet over letters, maar over klanken. Het gaat hun om namen die makkelijk uit te spreken zijn en ze laten zien dat dat gemak een psychologisch effect heeft. Dat is om een aantal redenen interessant. Als hun onderzoek klopt, is het een bewijs dat we woorden in ons hoofd hebben als instructies om spieren te bewegen, niet als geluidopnamen van hoe ze klinken. Als ik de experimenten goed begrijp deed het uitspraakgemak er namelijk zelfs toe als niemand de namen ooit echt in de mond nam.
Het onderzoek van Laham en zijn collega’s ziet er gedegen uit. Experimenten waarin studenten moesten kiezen tussen de verzonnen politicus Lazaridis (makkelijk) en zijn concurrent Leszczynska (moeilijk) worden gecombineerd met een grootschalige studie van de feitelijke carrières van honderden advocaten.
Grootschalig onderzoek
Het gekke is: voor dat criterium ‘makkelijk uit te spreken’ hebben ze helemaal geen goed te kwantificeren maat. In het eerste experiment, waarin proefpersonen moeten beoordelen hoe prettig ze een naam vinden, zijn de onderzoekers zelf de maat: zij bepalen hoe makkelijk ze een naam uit te spreken vinden. Dat kan natuurlijk beter, vooral wanneer je honderden of duizenden namen op die manier wil classificeren om echt grootschalig onderzoek te doen, en daar heb je dan een taalkundige voor nodig. Je zou tamelijk gemakkelijk een maat kunnen opstellen voor de complexiteit van lettergreepstructuur en voor individuele klanken om een veel preciezere maat te vinden. Je zou op die manier zelfs kunnen bepalen of ‘Gijs’ (met een lastige ij) beter of slechter is voor je carrière dan Frank (met en ingewikkelde lettergreep). Fonologen hebben precies kennis over dat soort onderscheidingen en zouden dus dit soort onderzoek kunnen verfijnen.
Laham, Koval en Alter vermelden dat hun bevindingen niet alleen opgaan voor de namen van personen, maar ook voor die van producten. En daar zit natuurlijk geld in. De Nederlandse industrie gaat onder mijn aanvoering de wereld veroveren met universeel gegarandeerd eenvoudig uit te spreken namen!
Helco zegt
Gaaf, zeg! Ik ben benieuwd! Ik hou van taal! (ben docent Duits en Engels).
Anoniem zegt
Best leuk en informatief, maar of je daarmee wat kunt bijverdienen is toch maar de vraag 😉
Even terzake. u schrijft:
"Het volledige artikel staat hier — maar als u niet op een universiteit werkt moet u waarschijnlijk betalen om het te mogen lezen"
Dit is niet helemaal juist. Via uw link en doorklikken op "view full text" kom je op
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0022103111002927
Daar moet je gewoon registreren én de prijs van $31.50 zien te betalen, ongeacht je (academisch) statuut of wie je bent. Wàt je daarvoor krijgt is hoogstwaarschijnlijk de afdrukbare pdf-versie.
Is het overigens al iemand opgevallen dat wetenschappelijke artikelen (m.i.) extreem duur zijn (en je hebt dan nog niet eens iets tastbaars voor je geld). $31.50 vind ik veel en is zeker geen uitzondering. Voor dat geld koop je al een redelijk boek, en kun je gespecialiseerde werken niet betalen, dan kun in je lokale bib je via het interbibliothecair leensysteem (in België bekend als IBL) massa's boeken thuis raadplegen (niet steeds gratis, altijd spotgoedkoop!)
Voor gratis downloadbare wetenschappelijke artikels ga ik o.a. op PNAS zoeken. Die hebben een uitgebreid archief en een dagelijkse nieuwsbrief met de recentste titels.
Ook SAGE is een uitstekende bron.
Voor het overige voeren universiteiten en hogescholen nogal uiteenlopende politieken voor het online beschikbaar stellen van proefschriften en thesissen.
Maar er is op het net heus wel méér dan genoeg te vinden om zowat iedereen behoorlijk aan zijn trekken te laten komen. Academici hebben overigens hun eigen netwerken voor informatieverspreiding. Als je tot die kring(en) van vakgenoten behoort heb je uiteraard een aantal voordeeltjes maar betaal je evengoed een prijs die overeenstemt met wat een doorsnee professional verdient (doorgaans een veelvoud van de amateur of "gewone werkmens")…
"There is no such thing as a free lunch" – en ik vergeet van wie dit citaat afkomstig is…
Zeker weten?
Het artikel waarvan sprake (“The name-pronunciation effect: Why people like Mr. Smith more than Mr. Colquhoun”) staat gratis als 5-pagina pdf op http://ppw.kuleuven.be/okp/_pdf/Laham2012TNPEW.pdf
Groeten van
Patrick