Foto: Perpetualplum |
Hét glorieverhaal van de Nederlandse recherche in de afgelopen tien jaar was de zoektocht naar de schrijver van de kogelbrieven tien jaar geleden. In de jaren 2002 en 2003 ontvingen allerlei bekende Nederlanders — van Katja Schuurman tot en met koningin Beatrix — een doodsbedreiging in een brief met een kogel. Door allerlei ingenieuze technieken wist de politie hem te vinden.
Taalkundigen speelden een hoofdrol in dit recherchewerk. Twee van hen vertelden er gisteren over in het programma Fatale fouten (de aflevering staat hier online): Pyter Wagenaar en wijlen Jan de Vries, die in die tijd al emertitus hoogleraar in Leiden was en gelukkig voor zijn dood geïnterviewd is door het Openbaar Ministerie.
Wie zou er niet eens Sherlock Holmes willen zijn? De taalkundigen kregen kopieën van de brieven en sloegen aan het deduceren:
- In de brieven kwamen ouderwetse woorden voor zoals aanstonds en inliggend.
- De envelop was op een ouderwets keurige manier geadresseerd (de plaatsnaam was bijvoorbeeld onderstreept).
- In de brief werden ‘grammaticale tijden door elkaar gehaald’. (Daar werden helaas geen voorbeelden van gegeven; althans terwijl de presentator dit zegt, verschijnt een stukje brief in beeld, maar ik ontdekt daar geen opvallende fout in.)
Dat laatste aspect bracht Jan de Vries naar eigen zeggen op het spoor dat het hier weleens kon gaan om iemand wiens moedertaal niet Nederlands was. Het feit dat de schrijver geregeld het woord garnalenhersens gebruikte, was een andere aanwijzing. Dat woord komt voor in het Indonesisch, zij het dat men daar, woord-voor-woord vertaald, zegt: hersensgarnalen. En ook die volgorde kwam soms voor, bijvoorbeeld in het eveneens regelmatig in de brieven terugkerende hersensgarnalenmassa.
Conclusie van de taalkundigen: het ging hier om een man van (minstens) middelbare leeftijd, van Indonesische afkomst, die in de administratie van het leger had gezeten. En dat bleek achteraf allemaal te kloppen.
Het is een mooi verhaal, maar in de hele aflevering bleek iedere onderzoeker eigenlijk meteen geweten te hebben om wat voor man het ging, wat ze ook aan die brief onderzocht hadden: de kogels roken naar indische kruiden, een van de enveloppen kwam volgens de enveloppendeskundige uit Indonesië, enzovoort. Of er ooit iemand op een dood spoor gezeten had, en aanwijzingen hadden onderzocht die nergens naar leidden, werd niet verteld.
Toch moeten die er wel zijn geweest. Zo leest Wagenaar een zin uit een brief voor over ‘oefenmeester Rijkaard’ en beweert dan dat “niemand” ooit dat woord oefenmeester gebruikt voor trainer. Google leert wat anders. Deze week nog schreef de website Soccer News:
Deze week ontsloeg Novara, uitkomend in de Italiaanse Serie A, haar trainer, Emiliano Mondonico. De oefenmeester was slechts 37 dagen actief bij de club. Tot ieders verbazing werd Attilio Tesser echter aangesteld als oefenmeester. Dat meldt de club dinsdag in Novara op haar officiële website.
Er is geen enkele reden om te denken dat de verslaggever van Soccer News uit Indonesië komt of nog in dienst gezeten heeft. Het woord wordt vooral gebruikt ter afwisseling met trainer, maar kwam tien jaar geleden ongetwijfeld ook veelvuldig voor in Voetbal International, het tijdschrift waarop de dader geabonneerd was.
Achteraf gezien past het natuurlijk altijd in het plaatje. De vraag is wat je er vantevoren aan hebt: welke conclusie zou je kunnen trekken als er nieuwe dreigbrieven opdoken met het woord oefenmeester? Maar bar weinig, volgens mij. Alleen als garnalenhersens opduikt, ja, dan weet je meer: dat de dader gisterenavond niet naar Fatale fouten gekeken heeft, bijvoorbeeld.
Groninganus zegt
ruikten?
Au.
Voor de rest een goed verhaal. Dus veeg deze reactie maar weg als je er weer een sterk werkwoord van gemaakt hebt.
Pyter Wagenaar zegt
Allereerst: het knippen en plakken van documentairemakers doet natuurlijk wonderen. Zo werd 1,5 uur interview teruggebracht tot een paar minuten. Daardoor gingen nuances als een kanttekening bij 'oefenmeester' verloren. Of dat ik opmerkte dat ik niet veel waarde hechtte aan het woord 'garnalenhersens'. Maar feit is, dat ik op grond van de taal in de brieven een daderprofiel heb geschetst dat vrijwel naadloos bleek te kloppen – daar liggen heel wat meer pagina’s verslag aan ten grondslag dan uit zo’n documentaire blijkt. En dat het profiel behoorlijk goed was, bleek vanzelfsprekend pas achteraf, toen de schrijver was opgepakt.
Marc van Oostendorp zegt
De 'kritiek' (zo daar al sprake van is) behelst natuurlijk vooral de documentairemakers, die hier wel een heel glorieus verhaal van hebben gemaakt. Los daarvan: ik geloof best dat het in dit geval mogelijk was om een daderprofiel vast te stellen, maar ik vraag me af of dat kan worden gegeneraliseerd. Was dit een toevalstreffer, of is forensische stilistiek echt mogelijk?
Het enige andere beroemde geval dat ik ken in Nederland betrof de ontvoering van Gerrit Jan Heijn. Ferdi E., die wat slimmer was dan de schrijver van de kogelbrieven, wist daar met wat kunstgrepen goed te simuleren dat hij een Indonesische / Molukse achtergrond had. De deskundigen trapten daarin. Ik wil best geloven dat jij, Pyter Wagenaar, het beter had gedaan, maar ik zou eigenlijk graag cijfers willen zien hierover.
Nogmaals, het is niet mijn bedoeling je aan te vallen, maar ik vond je verhaal in de tv-montage inderdaad niet overtuigend eenduidig wijzen naar dit profiel. Wat waren je argumenten wel? Heb je daar bijvoorbeeld ooit over geschreven?
Marc van Oostendorp zegt
Dank je wel. Ik verbeter de fout maar laat je reactie, met permissie, staan. Het is wel interessant (voor het 'nageslacht') om een overzicht te hebben van welke verschrijvingen ik wanneer maakte en wanneer daar op gereageerd werd, en hoe.