De discussie over de vraag of je kunt zeggen dat iets ‘lekker smaakt’ (sommige mensen, waaronder ik, vinden dat dit een beetje vreemd klinkt terwijl we wel ‘lekker ruiken’ kunnen zeggen; anderen vinden dat bijgeloof) kreeg gisteren een nieuwe wending toen iemand opmerkte dat er verschil is tussen de volgende twee zinnen:
– De kaas ruikt.
– De kaas smaakt.
De eerste zin betekent dat de kaas vies ruikt, terwijl de tweede juist betekent dat hij lekker is. Dat zou weleens de reden kunnen zijn dat ‘lekker smaken’ vreemd klinkt: bijna net zo vreemd als ‘vies stinken’.
De beroemde Duitse taalkundige Manfred Krifka heeft er een aantal jaar geleden een artikel over geschreven, waarin hij laat zien dat er in andere talen iets soortgelijks aan de hand is: smelly betekent in het Engels ‘onaangenaam ruikend’ en tasty juist ‘met een aangename smaak’.
Nog een feitje dat tot nadenken stemt: woorden voor de andere zintuigen hebben meestal niet zo’n inherent waardeoordeel. ‘Dat ziet eruit’ kan zowel positief als negatief zijn, net als ‘dat klinkt’. In het Engels bestaan er geen woorden ‘sighty’ of ‘heary’.
Krifka speculeert nog over wat dit alles betekent voor hoe de zintuigelijke waarneming in de taal worden uitgedrukt. Ruiken en proeven heeft te maken met voedsel, waarbij het van groot belang is om altijd een oordeel te hebben, terwijl zicht en gehoor neutralere zintuigen zijn: je ziet en hoort van alles waar je niets over hoeft te vinden.
Omdat wat je proeft meestal door jezelf in je mond gestopt wordt, zal de sensatie meestal aangenaam zijn. Geuren dringen daarentegen ongevraagd je neus binnen en wekken daardoor vaker een ongewenste associatie.
En zo laat een grammaticaal dispuut je ineens nadenken over hoe de wereld bij ons binnenkomt.
Peter-Arno Coppen zegt
Is in het Nederlands 'geuren' niet een werkwoord met een naar positief neigende betekenis? Bij 'het eten geurt' heb ik eerder positieve associaties dan negatieve.
Krupke zegt
hoe meer de kaas ruikt hoe beter hij smaakt
Anoniem zegt
"De kaas ruikt (…) De eerste zin betekent dat de kaas vies ruikt".
M.i. niet helemaal juist.
Ruiken heeft zowel een positieve als een pejoratieve betekenis.
In (Zuid-) Vlaanderen is "ruiken", – naast een aktief werkwoord (het "opsnuiven van geuren") -, ook "het passief ervaren van een geur". Datzelfde is ook zo in Nederland.
Waar het om slechte geuren gaat, spreken wij over "rieken".
Een "bedorven scheet", een stuk bedorven vlees, etter, zweetvoeten, okselzweet, etc. "riekt".
Een aangename neusgewaarwording heet dan "ruiken".
In geval van twijfel of wanneer je beleefd wilt zijn, dan gebruik je "reuk", "geur",…
Tóch een beetje spijkers op laag water? Het zal je maar overkomen: "Mevrouw, u riekt als een roos temidden dit geurend bloemenveld".
Of [van een man tot een vrouw): "Er zijn twee dingen die naar verse garnalen ruiken, mevrouw, verse garnalen en u… niet…"
Neurobiologisch zijn beide betrokken zintuigen (geur en smaak) innig met mekaar verbonden… Evengoed als met de andere drie. Maar dat staat los van taalkunde. Ja toch?
Patrick.
janienbenaets zegt
Zintuiglijke waarneming "los van taalkunde"? Dat snap ik niet. Leven we niet in taal?
Dat smaak en geur innig met elkaar verbonden zijn, akkoord, dat speelt toch ook in kookkunst.