Over het oudste Nederlandse zinnetje Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu is al van alles en nog wat geschreven. Dat het helemaal niet het oudste Nederlandse zinnetje is. Dat het geen Nederlands is. Dat het een liefdesgedicht is. Dat het een religieus gedicht is. Dat het door een monnik geschreven is. Dat het door een vrouw geschreven is.
De Wikipedia-pagina vat het allemaal adequaat samen, voor zover ik het beoordelen kan. Eén zin lijkt me onjuist:
Hij schreef het versje neer in het Latijn en schreef er vervolgens de vertaling onder, in (vermoedelijk) zijn eigen taal.
Ik weet niet waar de gedachte vandaan komt dat het in die volgorde gebeurd is, maar volgens mij is er alle reden om te denken dat het andersom moet zijn geweest. De Latijnse en de Nederlandse tekst zijn volkomen parallel, zowel waar het gaat om zinsbouw als waar het gaat om klanken (habent/hebben, uogala/uolucres, enx.). En dat is vooral voor de zinsbouw makkelijker te regelen als je het Nederlands vertaalt in het Latijn dan andersom: de woordvolgorde is in die laatste taal immers veel vrijer, terwijl de tekst, woord voor woord vertaald nog steeds een alleszins acceptabele Nederlandse tekst, terwijl je er in het moderne Italiaans nog aardig wat voor moet versleutelen.
Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij, wat wachten we nu
Hanno iniziato un nido tutti gli uccelli, tranne me e te? Che cosa stiamo aspettando.
Bas Jongenelen zegt
Alvast gefeliciteerd en maak er morgen een mooie dag van.