De oudste Europese verhalen waar de vos in voorkomt, zijn de fabels van de Griekse schrijver Aesopus uit ongeveer 600 voor Christus. Sinds die tijd zijn fabels met vossen niet meer weg te denken uit de diverse Europese culturen. Ook in de Nederlandse cultuur en literatuur komt de vos voor, zoals in Esopet uit de dertiende eeuw. Esopet bestaat uit 67 fabels over dieren. Het is niet bekend wie de fabels geschreven hebben, maar er worden al eeuwenlang twee auteurs genoemd: Calfstaf en Noydekijn.
De bekendste fabel in Esopet is nummer XV:
Fabel XV
Een roec ende hadde in sinen mont
Enen case. Dit sach Reinaert
Ende sprac aldus ten roece waert:
‘Dine vederen sijn soe scone,
Du mochts boven allen voglen crone
Draghen, hads tu claren sanc.’
‘Bi gode, ja ic!’ seidi, ‘Goddanc.’
Doen toendi aldaer sijn luut.
Hij gapede ende die case viel uut.
Den case greep die vos Reinaert
Ende liep te sinen hole waert.
Dus sijnre vele te scherne ghedreven
Bi prise die si hem horen gheven.
Vertaling
Een raaf en hij had in zijn mond
Een kaas. Dit zag Reinaert
En hij sprak aldus tegen de raaf:
‘Jouw veren zijn zo mooi,
Dat je boven alle vogels verheven bent
Zou zijn, als je ook nog helder kon zingen.’
‘Bij God,’ zei hij, ‘ja ik wel, godzijdank.’
Toen liet hij zijn geluid horen.
Hij opende zijn mond en de kaas viel eruit.
De kaas greep Reinaert de vos
En hij liep ermee naar zijn hol.
Aldus zijn velen te grazen genomen
Door het geslijm dat ze te horen hadden gekregen.
Voorbereiding van de les
– Kopieer de fabel en de vertaling ervan op twee losse blaadjes.
– Kopieer de spreekwoorden en de betekenissen op twee losse
blaadjes.
De lesdoelen zijn:
– De leerlingen maken kennis met de vos in de Nederlandse taal en cultuur.
– De leerlingen maken kennis met diverse spreekwoorden.
– De leerlingen hebben een leuk en leerzaam lesuur.
– Eventueel: de leerlingen met kennis met spreekwoorden uit andere talen en culturen.
De les
Deel de oorspronkelijke fabel uit en lees hem hardop en rustig voor. Laat uit de klas komen waar deze fabel over gaat. Makkelijk is het niet, want het dertiende-eeuwse Nederlands staat ver van het moderne Nederlands af. Na enig puzzelen is het tijd om de vertaling uit te delen en te bespreken.
De vos heeft ook in het dagelijks taalgebruik zijn sporen nagelaten. Er zijn veel spreekwoorden en gezegdes waarin de vos voorkomt. Over het algemeen refereren ze aan de sluwheid; de sluwheid van de vos is dus letterlijk spreekwoordelijk geworden. Deel de lijst met spreekwoorden uit. Laat uit de klas mogelijke oplossingen komen.
1 Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen.
2 Zo sluw als een vos.
3 Hij is een oude vos.
4 Hij is een sloddervos.
5 Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.
6 Wat de vos niet weet, weet de haas ook niet.
7 De vos verandert wel van baard maar niet van aard.
8 Een vos is niet licht met één strik te vangen.
9 Het vossenvel aan een leeuwenhuid naaien.
10 Het vossenvel aandoen.
11 Kleine vossen bederven de wijngaard.
12 Men moet vossen met vossen vangen.
13 Steelt de vos, zo steelt het vosje ook.
14 Men moet vossen met vossen vangen.
15 Iemand geselen met een vossenstaart.
Deel nu het blad met de antwoorden uit. Een andere mogelijkheid is dat het oplossingenblad uitgedeeld wordt tegelijk met de spreekwoorden, maar dan wel met de antwoorden in een andere volgorde, zodat er één grote multiple choice puzzel ontstaat.
1 Als een sluw persoon mooie praatjes verkoopt, voert hij wat in zijn schild.
2 Heel slim/sluw zijn.
3 Slimme, op ruime ervaring steunende vakman.
4 Hij is een erg slordig persoon.
5 Mettertijd verandert het aanzien, maar niet de aard van het dier.
6 Het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is.
7 Een slecht mens kun je nooit vertrouwen.
8 Als je een slim persoon wilt pakken moet je van goede huize komen.
9 Slimheid en moed gebruiken.
10 Sluwheid gebruiken.
11 Kleine problemen leiden vaak tot grote narigheden.
12 Als je een slim persoon wilt pakken zul je zelf ook slim moeten zijn.
13 Kinderen nemen de slechte eigenschappen van hun ouders over.
14 Men moet slimme mensen door slimheid verschalken.
15 Iemand zacht straffen.
Spreekwoorden 1 tot en met 5 komen nog geregeld voor, de overige zijn minder gangbaar. Als er nog tijd over is, vraag dan welke spreekwoorden er zijn in de moedertalen van de cursisten die hetzelfde betekenen als onze vossenspreekwoorden.
Laat een reactie achter