Een veel gebruikt Nederlands woord is ‘a’ . Je weet de weg niet en je ziet een voetganger: A, die kan ik even vragen. Je bent benieuwd na ar het weerbericht en dan kondigt de radio het net aan: ‘A, stil even jongens!’ Vreemd genoeg léés je nooit ‘A’ en het staat ook niet in Van Dale. In de gegeven voorbeelden zal men eerder ‘Ha’ schrijven, dat wel in het woordenboek staat, maar je hóórt heel vaak alleen maar ‘A’ . Er lijkt een zekere angst te bestaan om zo’ n enkele a te schrijven; vandaar ook liever twee of drie a’ s achter elkaar: Drentse Aa, Zeg ‘ns aaa. En er zijn mensen die er ‘ah’ van maken, maar dat klinkt eigenlijk anders en wordt door Van Dale een uitroep van teleurstelling genoemd.
Iets soortgelijks is aan de hand met ‘O’ . Ik heb de indruk dat men er steeds meer voor terugdeinst ‘O’ te schrijven als men ‘O’ bedoelt. In dit geval heeft de gewoonte om er ‘oh’ van te maken al veel verder om zich heen gegrepen. Veel mensen zullen de naam van het programma ‘Oh, oh, Cherso’ al vaak hebben gezien, zonder zich te realiseren dat hier natuurlijk gewoon ‘O, o, Cherso’ wordt bedoeld.
Immers, de h achter de o is bedoeld om de lettergreep te sluiten, zodat de o klinkt als de o van ‘pot’ . ‘Oh’ klinkt dus bijna net als ‘och’ en dat wordt duidelijk niet bedoeld in dat opgewekte tv-programma. Moet het dan niet ‘oo’ zijn? Nee, aan het eind van een woord is één o genoeg: hallo, auto, radio. En ook ‘zo’ , dat in de vorige eeuw bekend werd in het motto ‘Niet zoo, maar zo’ .
Intussen grijpt het ‘oh’ waarmee ‘o’ wordt bedoeld wel om zich heen. Ik zal wat citaatjes uit de Leeuwarder Courant van april geven, waarin iedereen kan zien dat er ‘o’ wordt bedoeld.
Oh, nu begrijp ik het allemaal (18 april)
Oh, haha, ik zal het doorgeven (16 april)
Oh, maar dat waren serieuze beslissingen hoor (14 april)
Oh vind je dat (14 april)
Oh kijk nou (7 april)
Oh schande (6 april)
Maar de LC is natuurlijk niet de enige! Overigens kan iedereen naar hartenlust ‘ooo’ schrijven, om aan te geven dat de uitroep langer duurt. Zo komt het ook dat je wel ‘iii’ kunt aantreffen, terwijl er geen uitroep ‘i’ bestaat. Wat de e betreft: die is ingewikkelder, maar we kunnen wel vaststellen dat het dorp Ee eigenlijk net zo goed E zou kunnen heten en zo de kortste plaatsnaam ter wereld zou krijgen.
Tot slot is natuurlijk de u nog van belang. Graag zou ik de oh-schrijvers nog iets op het hart willen drukken: u gaat toch niet straks ‘uh’ schrijven als u ‘u’ bedoelt?
Peter Nieuwenhuijsen
taalkundige
Dit stukje verscheen eerder in de Leeuwarder Courant (23 mei 2012).
Ingmar Roerdinkholder zegt
Klopt, de oh in joh en goh is wel de korte ò. Maar Oh is waarschijnlijk een Engels leenwoord.
De uitroep 'oh!', uitgesproken als een lang aangehouden ò bestaat trouwens ook, in de zin van 'oh, wat zielig', 'oh, moet je dat lieve poesje zien!' enz.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
A, een reactie. Ben ik het mee eens: komt uit het Engels. Maar dat wilde ik niet opschrijven. En 'leenwoord' is eigenlijk niet correct: we hebben natuurlijk al heel lang ons bloedeigen 'O!', maar gaan het opeens anders spellen. Leenspelling dus?
Tja, en dan die lang aangehouden 'oh'. Die vormt een probleem. Want lang aanhouden wil je weergeven door meer klinkers te schrijven, zoals in 'ooo!' Maar als je 'oooh' schrijft, is niet meer te zien dat je de ò bedoelt. En 'ohoh' lijkt uit twee lettergrepen te bestaan.