• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hans Hoeken: Vak van de toekomst

8 juni 2012 door Redactie Neder-L Reageer

Tijdens mijn opleiding Nederlands in het midden van de jaren 80 bestond het studie­programma uit letterkunde, taalkunde en taalbeheersing. Het aantal studenten dat gegrepen werd door deze combinatie van disciplines leek beperkt. Wie zich verloor in Lucebert, had vaak weinig op met ‘government and binding’; wie graag syntactische structuren tekende, was zelden gefascineerd door de communicatieve effecten van argumentatie en metaforen. Na het basisprogramma van twee jaar, ging ieder zijn weg en zagen de taalkundigen, letterkundigen en taalbeheersers elkaar alleen nog in de kroeg.

Deze combinatie van disciplines leek vooral ingegeven door de wens om ons goed voor te bereiden op het vak van leraar Nederlands op de middelbare school, een toekomst­perspectief dat mij – en het merendeel van mijn medestudenten – weinig aantrekkelijkleek  (al was onze studiekeuze opmerkelijk vaak ingegeven door een bevlogen docent Nederlands (m/v)). Onlangs kwam ik echter tot het inzicht dat juist de combinatie van deze drie disciplines de neerlandistiek tot het vak van de toekomst maakt.

Dat zit zo. Psychologen hebben overtuigend aangetoond dat het label “homo sapiens” een veel te flatteus beeld geeft van de menselijke natuur. Veel van onze gedragingen komen niet voort uit diepgravende rationele overwegingen maar zijn het gevolg van gewoontes of onbewust waargenomen situatiekenmerken. Een veel betere kwalificatie van de menselijke natuur lijkt het label “homo narrans”: de mens als een aap die verhalen produceert en consumeert. Kijk maar om u heen. Wanneer mensen elkaar spreken, dan wisselen ze veel vaker verhalen, persoonlijke ervaringen en anekdotes uit dan doortimmerde betogen. Voor onze ontspanning lezen we romans en kijken we films. Maar ook als we ons oriënteren op de toestand in de wereld, brengen journalisten die informatie vaak in de vorm van verhalen.
De afgelopen jaren heeft het onderzoek naar verhalen een prominente plaats verworven op de onderzoeksagenda van de drie disciplines. In de literatuurwetenschap schreef Boyd het prachtige “On the origin of stories” waarin hij betoogt dat onze dorst naar verhalen voortkomt uit de noodzaak om het gedrag van andere mensen te begrijpen, te voorspellen en te beïnvloeden. Verhalen laten immers zien uit welke overtuigingen het gedrag van mensen voortkomt en de gevolgen die die gedragingen hebben. Een voorbeeld: niemand kruipt bij een wolf in bed. Het sprookje van Roodkapje leert kinderen dat zulk ogenschijnlijk dwaas gedrag volstrekt logisch kan zijn vanuit het perspectief van een meisje dat denkt dat daar haar grootmoeder ligt.
Tomasello betoogt in “Origins of human communication” dat de complexe grammatica die talen kenmerkt, voortkomt uit onze behoefte om verhalen te vertellen. Daarvoor moeten we immers gebeurtenissen in de tijd kunnen ordenen, de causale relaties ertussen expliciteren en de hoofdpersonen eenduidig identificeren. En als we het gedrag van mensen willen verklaren uit hun overtuigingen over de toestand in de wereld, dan moet taal ons in staat stellen om te vertellen dat “Henk ten onrechte dacht dat Ingrid vermoedde dat hij tegen haar had gelogen.”
Ook in het communicatiewetenschappelijk onderzoek staat het verhaal in het brandpunt van de belangstelling. Politici, journalisten, reclamemakers bedienen zich van verhalen. “Ondernemers in emoties” worden ze wel genoemd omdat ze verhalen en anekdotes gebruiken om hun publiek te vervoeren en te verleiden. Het is fascinerend dat een film als Philadelphiameer heeft gedaan voor de acceptatie van mensen met HIV/AIDS dan welke, speciaal voor dat doel ontwikkelde, overheidscampagne dan ook. En hoe dat komt, daarvoor zijn inzichten uit het taalwetenschappelijk en literatuurwetenschappelijk onderzoek hard nodig. De combinatie van deze drie disciplines maakt de Neerlandistiek tot het vak van de toekomst voor wie inzicht wil verkrijgen in de relatie tussen taal en de menselijke natuur.


Hans Hoeken, hoogleraar Persuasieve communicatie, Radboud Universiteit Nijmegen

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Gastcolumns, Jubileum

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Michel van der Plas • Uit Amerika

een hardnekkig vasthouden aan een stal,
aan koetsbellen die niet uit het gehoor
mogen; star blijft men een ster op het spoor
tot die zich op zijn dak nestelen zal

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IJSBLOEMEN

Het raampje is een Séraphine,
een bloemstilleven ongezien,
een nonnenspiegel, een gewas
vol donzen dorens, melk van gras,
oase onder een pak sneeuw,
berijpte manen van een leeuw,
albino’s, schedelverentooi,
strikken van tule, ’t krullenooi —
ze drukt haar pop tegen haar vacht
en ooilam, ooilam zegt ze zacht —,
paard, pluim, toom, tuig en rinkellast,
dood fluitekruid, een holle bast,
een schalvel, een dicht berkenbos,
een meisjesschool met haren los
het duin afrennend wie-het-eerst,
een knippapieren kinderfeest,
van porselein, van gips, van steen,
soldaten op hun tinnen teen.
Het ziet er van de doden wit. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

24 december 2025

➔ Lees meer
6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1937 Adriaan Beets
1978 Mea Verwey
➔ Neerlandicikalender

Media

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

23 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d