Het Meertens Instituut is in 1931 begonnen met het uitsturen van vragenlijsten naar informanten in Nederland en Vlaanderen. De eerste vragenlijst ging over de namen van lichaamsdelen van de mens. Het mochten ook “platte woorden” zijn. Sindsdien is er jaarlijks een vragenlijst rondgestuurd met vragen over allerlei aspecten van het dialectgebruik. In 1934 is ook de afdeling Etnologie, toen nog Volkskunde geheten, vragenlijsten gaan versturen over zaken als het geloof in kabouters en dwergen, gebruiken rond feestdagen, en volksgebruiken zoals het ophangen van de nageboorte van het paard – bekend bij alle lezers van Het Bureau van J.J. Voskuil.
In totaal zijn er tussen 1931 en 2005 220 vragenlijsten het land ingegaan. Gemiddeld stuurden zo’n 1000 mensen een ingevulde vragenlijst retour. Al die antwoorden leveren unieke gegevens over de variatie in taal en cultuur van de laatste tachtig jaar. Het Meertens Instituut wil ze dolgraag ter beschikbaar stellen aan onderzoekers en geïnteresseerden. Er is echter een probleem: de antwoorden op de vragen zijn handgeschreven, dus de computer kan ze niet lezen. Mensen kunnen dat gelukkig wel. Wat we nodig hebben is mankracht: vrijwilligers die bereid zijn wat tijd te besteden aan het overtikken van deze belangrijke gegevens. We beginnen met de dialectvragen. Voor het werk is geen speciale kennis nodig, slechts enthousiasme, vrije tijd en precisie. Neem eens een kijkje op:http://www.meertens.knaw.nl/ vragenlijsten. Daar staat ook een contactadres. Iedere bijdrage wordt bijzonder gewaardeerd.
Laat een reactie achter