De afgelopen week heb ik een aantal aspecten van de Schrijfwijzer–website besproken. Het wordt nu tijd voor het echte werk – althans, uit alles wordt duidelijk dat de auteur zelf het gedrukte boek als het echte werk beschouwt.
Kenmerkend is een passage als de volgende (uit het voorwoord, p. 12):
Een boek leent zich niet zomaar voor digitale weergave: ‘browsen’ is toch iets anders dan bladeren. Informatie op scherm moet vaak anders geordend worden dan op papier, al was het alleen maar omdat lezen van een scherm zoveel lastiger is dan van papier.
Tja.
Dat ‘browsen‘: de aanhalingstekens suggereren dat de schrijver hier een deksels modern begrip aan het introduceren is – terwijl het woord al in 1995, dat wil zeggen 17 jaar geleden, in het deftige tijdschrift De Gids stond. Ook dat het lezen van een scherm ‘zoveel lastiger is’ dan van papier, gaat in ieder geval voorbij aan de constatering dat inmiddels heel veel Nederlanders een e-reader of een tablet hebben en daarop lezen. En dat met name naslagwerken zich goed voor een dergelijke uitgave lenen – en dat dit toch is wat de Schrijfwijzer in eerste instantie is. (Overigens heeft de uitgever, Boom, voor mij geen goede naam als het om digitale uitgaven gaat.)
De ontvanger ontvangt
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat degene die wél voor ‘het scherm’ wil schrijven, er bekaaid vanaf komt bij de Schrijfwijzer. Hoe maak je effectief gebruik van de beperkte ruimte die je geboden wordt op Twitter? Hoe werk je goed samen aan een tekst in een online-platform als Google Docs? Hoeveel waarde hecht je aan je spellingcorrector en andere tips die je tekstverwerker je geeft? Allemaal vragen waarmee iemand kan worstelen, maar waarvoor hij niet hier terecht kan.
Aan het eind van het boek worden alleen in vogelvlucht twee algemene en inmiddels al een beetje ouderwetse genres genoemd: de e-mail en de webpagina.
E-mail wordt behandeld in een sectie titel E-mailetiquette (p. 525-528, mij doet die titel denken aan de jaren negentig, toen er boekjes verschenen over hoe om te gaan met het nieuwe medium). Daarin worden zaken vermeld als:
Grote attachments kunnen problemen opleveren bij het ontvangen. De ontvanger kan geen andere e-mailberichten ontvangen zolang het mailprogramma bezig is de bijlage binnen te halen.
(Let voor de aardigheid even op het elegante steeds weer terugkerende woord ontvangen.) Het is lang geleden (de tijd van het modem) dat je inderdaad moest wachten tot een bericht met bijlage binnen was. Er zijn nog wel problemen met heel grote attachments, maar die worden meestal ondervangen door de beheerder. Er zijn trouwens ook oplossingen voor het probleem: gelukkig maar, want hoewel Renkema’s advies lijkt te zijn: grote bestanden maar gewoon niet versturen, kun je soms niet anders.
Ook overigens lijkt de paragraaf vooral geschikt voor mensen die nostalgisch willen teruggaan naar de jaren negentig, toen e-mail nog als een snel medium werd beschouwd. Moderne inzichten in het omgaan met e-mail – inmiddels allang een belangrijke vaardigheid voor bijna iedereen – worden genegeerd.
Een map Te beantwoorden
Dit is bijvoorbeeld het advies dat Renkema geeft om om te gaan met de stress die veel mensen ervaren door een almaar vollopende inbox:
Wanneer u elke dag uw inbox met een schone lei wilt beginnen, verplaats dan de ingekomen post naar een map Te beantwoorden.
(Let voor de aardigheid even op de interessante nieuwe uitdrukking je inbox met een schone lei beginnen.) De meeste deskundigen zijn het erover eens dat dit een slecht advies is, bijvoorbeeld omdat het gevoel dat je met een stortvloed te maken hebt waar je bijna het hoofd niet aan kunt bieden, niet vermindert: je krijgt nu alleen maar een steeds verder uitdijende map Te beantwoorden. Meestal wordt in plaats daarvan geadviseerd om een paar keer per dag alles uit je inbox meteen te behandelen. Voor de meeste berichten kost dat maar een paar seconden (doorsturen naar iemand anders, lezen en opbergen, enz.) Het bijhouden van een al te grote map Te beantwoorden wordt vaak juist afgeraden. Zie bijvoorbeeld het veel bruikbaarder advies hier.
De adviezen over webpagina’s zijn niet moderner, of beter, of meer to-the-point. Hoe je precies je informatie anders moet ordenen voor het ‘browsen’, wordt bijvoorbeeld niet gemeld. Uit alles blijkt dat Renkema geen ervaring en zelfs een hekel heeft aan digitale publicaties. Dat maakt het in mijn ogen heel moeilijk om zijn nieuwe editie serieus te nemen als een nieuw standaardwerk voor mensen die schrijven – er wordt zoveel geschreven dat gelezen gaat worden op computers en telefoon, dat kun je in een naslagwerk uit 2012 niet afdoen met een paar verouderde tips achterin je boek.
Harry Perton zegt
Dat het lezen van een scherm 'zoveel lastiger is' dan van papier, is vooral een hardnekkig cliché sinds de computerschermen zoveel beter zijn dan in het vorige millennium.
Guy Bourgeois zegt
Jan Renkema lijkt verandering dus het liefst te omarmen ter hoogte van het strottenhoofd. Heel jammer, want keek – tot dit ontluisterende bericht – toch wel uit naar de nieuwe Schrijfwijzer.
Ingmar Roerdinkholder zegt
Beste Guy (en anderen),
ik zou zeggen: vertrouw op je eigen oordeel, ook wat dit betreft.
Dat is altijd het beste. Wat de een ervan vindt, vind jij misschien weer helemaal of gedeeltelijk niet, of jij haalt er weer andere dingen uit die voor jou wel interessant of leerzaam zijn, maar voor iemand anders ouwe koek…
Ingmar
Guy Bourgeois zegt
Beste Ingmar,
Ik leef en schrijf jammer genoeg in 2012, dus hoe kritisch ik ook ben, en hoe graag ik ook zelf mijn oordeel vorm: een boek dat huidige media en schrijfwijzen, die stilaan alle oude zullen verdringen, stiefmoederlijk behandelt, is misschien toch niet de beste koop – de oude Schrijfwijzer heb ik al in mijn bezit. Maar je hebt gelijk: niks boven een eigen oordeel!
Ingmar zegt
Ik zou zeggen: blader het eerst eens door in een boekwinkel, leen het een keer van de bieb en vorm dan je oordeel. Met 'je' bedoel ik niet jou persoonlijk alleen, hoor, Guy, maar iedereen die er eigenlijk wel in geïnteresseerd is/was maar zich nu ernstig aan het twijfelen heeft laten brengen.
Inez zegt
Door zo hard te proberen kritiek te geven, mis je soms leuke woordspelingen, waar 'je inbox met een schone lei beginnen' duidelijk een voorbeeld van is.
Daarnaast zie je even over het hoofd dat de Schrijfwijzer het heeft over taal in het algemeen, dus niet specifiek toegepast op genres (denk aan sollicitatiebrieven, rapporten, verslagen, brochures, folders maar ook internetteksten). Dat is – naar mijn mening – juist de kracht van de Schrijfwijzer.
Gaston Dorren zegt
"Overigens heeft de uitgever, Boom, voor mij geen goede naam als het om digitale uitgaven gaat."
Pas nu ik het voor de tweede keer lees, begrijp ik dat dit geen grap is. Ik dacht de eerste keer werkelijk dat een bedrijf dat 'Boom' heet logischerwijs nogal op papieren uitgaven georiënteerd is…