Ik heb een raar, klein gebrek, waar ik eigenlijk nog nooit iets over gelezen of gehoord heb terwijl andere mensen het ook moeten hebben: sommige woorden neem ik altijd te letterlijk. Een voorbeeld is uitleggen: als iemand zegt dat hij iets gaat uitleggen, zie ik altijd even een grote landkaart opengevouwen worden en op een tafel uitgelegd.
Hetzelfde heb ik met fatsoenlijk.
Dat doet me altijd onwillekeurig even denken aan fatsoen, ook al weet ik dat het er eigenlijk al eeuwen niks meer mee te maken heeft. Dus als iemand zegt dat er nu eens fatsoenlijke muziek moet worden opgezet (ik heb wel eens een heavy-metalliefhebber zoiets horen roepen) dan dringt zich altijd even het beeld op van een beschaafd strijkje.Het beperkt zich tot een klein aantal woorden. Bij het woord beschaafd zelf, bijvoorbeeld, denk ik normaal gesproken geloof ik niet aan schaven en het woord lief dringt zich niet heel hard op bij liefhebber.
Ik denk dat het volgende het geval is: alle woorden die je kent zitten ergens opgeslagen in je hoofd. De organisatie ervan is natuurlijk niet een alfabetische lijst, maar woorden zitten dichter bij elkaar naarmate ze meer hetzelfde klinken én naarmate ze in betekenis op elkaar lijken. Het leren van een taal is onder andere ook: op elkaar gelijkende woorden bij elkaar in de buurt opslaan. Bij mij is er indertijd iets misgegaan: uitleggen en uit leggen en fatsoenlijk en fatsoen zitten te dicht op elkaar.
Ingmar Roerdinkholder zegt
Kan het zijn dat dit woorden zijn die je als kind net iets later geleerd hebt, of waar je net iets later de betekenis van doorhad, zodat je er voor je zelf een ezelsbruggetje voor nodig had? Ik heb dat zelf wel eens gehad bij het leren van vreemde talen, dat ik sommige woorden maar niet kon onthouden en er daarom steeds een aanwijzing in mijn hoofd voor nodig had, dat kon ook een bepaald beeld zijn inderdaad. Toen ik bv. in het Hongaars het woord rendörség = politie leerde, zag ik een rendier-shake voor me ;-). De uitspraak is rendeursjeeg, vandaar dat shake, je schrijft de lange ö trouwens eigenlijk met twee accents aigus naast elkaar ipv umlaut, maar dat teken weet ik zo snel niet te vinden.
Jessica zegt
"Uit leggen" en "uitleggen" liggen qua betekenis ook dicht bij elkaar. Metaforisch gezien leg je een soort map voor iemand neer zodat iets duidelijk wordt. Fatsoenlijk heeft ook altijd nog de betekenis van ‘netjes’ en ‘gemanierd’. Dus als je dat woord hoort, komen de verschillende betekenissen naar boven –die overigens wel gerelateerd zijn vind ik– en uit de context blijkt wel welke betekenis het meest waarschijnlijke is.
Vreemd is wel dat bij jou de betekenis van de uitvouwende map als eerste naar voren komt bij uitleggen; de meest voorkomende betekenis van uitleggen is meestal die van iets duidelijk maken. Maar een gebrek? 😉
Bij beschaafd en liefhebber is de betekenis totaal niet gerelateerd. En er is volgens mij nog iets anders: het zijn niet dezelfde woordsoorten.
Overigens heb ik het ook soms bij woorden die op elkaar lijken. Bij Obama denk ik altijd aan Osama. Ze klinken hetzelfde, allebei eigennamen en ze hebben zeker met elkaar te maken (gehad). Geval van priming dus.
Henk zegt
Grappig, in mijn hoofd is het bij die woorden anders georganiseerd. Voor mij is "beschaafd" wel duidelijk beeldsprakig en is een "liefhebber" iemand die iets "liefheeft", terwijl ik bij "uitleggen" tot nu toe niet aan kaarten dacht. Ik geloof wel dat ik "fatsoenlijk" met fatsoen in verband breng, maar dat is denk ik niet vreemd, omdat het in de betekenis van "beschaafd" natuurlijk ook gebruikelijk is ("een fatsoenlijk meisje", "gedraag je eens fatsoenlijk").
Ik vermoed dat de beeldspraak in verwante talen een metafoor kan versterken. Misschien had ik bij "beschaafd" niet aan schaven gedacht als het Duits in het antoniem "ungehobelt" niet dezelfde en het Fries in "besnoeid" niet een vergelijkbare metafoor had gebruikt. En de letterlijke betekenis van "liefhebber" wordt in het Nederlands niet erg gesteund door het incourante "liefhebben", maar wel door het in het Duits heel gebruikelijke "lieb haben" en "Liebhaber" (minnaar).
Ingmar zegt
Misschien hoort deze reactie eigenlijk eerder thuis bij het stukje van een paar weken terug met de titel 'Raar', maar dat leest toch niemand meer dus schrijf ik het hier. Het woord 'raar' is voor mij een raar woord, evenals 'naar' trouwens, in de zin van een liever te vermijden woord. 'Rare' is dan alweer iets minder erg. Dit heeft denk ik met de uitspraak ervan te maken, met name in de periode dat ik leerde praten. Als klein kind woonde ik in Winterswijk, aan drie kanten ingesloten door Duitsland, en voor mijn plaatsgenoten was de r een moeilijke letter. Raar klinkt er ongeveer als raah of ghaa, met een Duitsachtig accent. Ik heb het niet over het Nedersaksische dialect maar over het plaatselijk uitgesproken Nederlands. "Dat is een ghaah paahd, daah wod ik helemaal naah van" enz. Nou ja, blijkbaar heeft dat er bij mij toe geleid dat ik liever 'vreemd' dan raar zeg. Herkent iemand dit?