[v] De [v]-klank maak je door je boventanden op kleine afstand boven je onderlip te houden. De lucht die uit de longen geperst wordt, kan daardoor niet vrij naar buiten stromen: de luchtdeeltjes beginnen te wervelen en daardoor ontstaat het kenmerkende ruisende geluid. De [v] lijkt hierin veel op de [f]. Het voornaamste verschil is, op het eerste gehoor, in de stembanden: die trillen tijdens het uitspreken van de [v], maar niet van de [f].
Omdat het Nederlands een voorkeur heeft voor stemloze klanken aan het eind van het woord, zijn er geen woorden die op een [v]-klank eindigen (zie ook het lemma over de [b]): we zeggen lieve maar lief, lijven maar lijf, en weven maar weef).
Dat betekent niet dat iedere f aan het eind van het woord een v wordt binnen in het woord: laf heeft ook geen v in laffe en ook maffen en stoffen hebben altijd alleen maar een f.
Het verschil wordt ook zichtbaar in de verleden tijd: woorden met een v kiezen de uitgang –de en woorden met een f de uitgang –te: weevde, stofte.
Maar er valt nog meer over te zeggen. Onmiddellijk na een korte klinker komt bijna altijd een onveranderlijke korte f (laffe, blaffen, stoffen; een van de weinige uitzonderingen is grovve). Na een lange klinker of na een medeklinker komt bijna altijd een v (leven, blijven, sterven).
In een beroemd artikel hebben Mirjam Ernestus en Harald Baayen ooit laten zien dat Nederlanders dat ook op een bepaalde manier ‘weten’. Geef een groep proefpersonen zelfgemaakte werkwoorden (ik plef, ik pleef, ik plerf) en vraag om de verleden tijd, en de meeste mensen doen het volgens die regel: ik plefte, pleefde, plerfde).
Zo bezien is het opvallend dat de Taaladviesdienst van Onze Taal in een advies over de verleden tijd van Engelse werkwoorden schrijft dat zowel ik surfde als ik surfte kan. Voor zover ik kan zien, geven ze twee mogelijkheden ook voor golfde-golfte, dat ook eindigt op een medeklinker + f en voor briefte-briefde met een lange klinker. Nog opvallender is dat er een paar woorden zijn met een medeklinker of een lange klinker voor de f die volgens de Taaladviesdienst alleen –te kiezen: morfte, spoofte, wilfte. Volgens het onderzoek van Ernestus en Baayen zouden de meeste mensen daar een –de verkiezen, maar uit Google blijkt dat dat ik surfte veel vaker voorkomt dan ik surfde, dus zelfs waar Onze Taal twee mogelijkheden openlaat valt de voorkeur de ‘verkeerde’ kant op.
Na een korte klinker volgt volgens Onze Taal wel altijd te (flufte, skifte, snifte, whifte), dus kennelijk is die regel uitzonderingsloos.
musiqolog zegt
Sinds wanneer is *grovve goed Nederlands? Grove zal men bedoelen.
Marc van Oostendorp zegt
Wie heeft het hier over 'goed Nederlands' (wat dat ook moge betekenen)?
Anoniem zegt
Er wordt een voorbeeld gegeven van een woord dat niet aan die regel voldoet, maar als het überhaupt geen woord is, dan is het niet zo'n goed voorbeeld.
musiqolog zegt
De tekst spreekt enkel over 'het Nederlands'. Dat suggereert dat hij over de standaardtaal gaat. (Natuurlijk bedoel ik dát met 'goed Nederlands', wat zou ik anders bedoelen?) Het Groene Boekje laat alleen de verbuiging grove toe. De uitzondering die u noemt, bestaat in het Standaardnederlands dus helemaal niet; mocht iemand haar ooit gebruiken, dan spreekt hij sub-standaardtaal.
Natuurlijk kun je aanvoeren dat 'het Nederlands' ook dialecten en spreektalige 'tussentalen' omvat, maar niets wijst erop dat de tekst daarover gaat: dan had er vast iets in gestaan over het verdwijnende verschil tussen f en v in Nederland, of over het feit dat men in het Limburgs blafde zegt.
Anoniem zegt
Het Groene Boekje is een lijst waarin de officiële spellingregels zijn toegepast, geen uitputtende lijst van genormeerde standaardtalige woorden. En Marc houdt zich helemaal niet bezig met normatief Nederlands, maar met wat hij de Nederlandstaligen in de praktijk zeggen.
Marc van Oostendorp zegt
musiqolog, neemt u één keer iets van mij aan. Wat u denkt, klopt eenvoudigweg niet. 'Nederlands' betekent *niet* hetzelfde als Standaardnederlands, en al helemaal niet: wat er in het Groene Boekje staat. U denkt dat wel, maar dat is een vergissing.
Het Nederlands is een paraplu-begrip voor een groot aantal variëteiten – dialecten, standaardtaal, bekakt Nederlands, wat je zoal hebt. Dat is niet een eigenaardigheid van mij, dat is een algemeen aanvaarde manier van praten, en dat ook al héél lang, in ieder geval in de context van de neerlandistiek – en daarover gaat dit weblog.
Het is natuurlijk mogelijk dat u hier elke dag komt om vanuit het comfort van uw pseudoniem blijk te geven van uw slechte humeur omdat ik niet zo onder de indruk ben van de autoriteit van uw naslagwerken als u. Gaat u dan gerust uw gang, maar dan hebben we geen discussie. Wanneer u wel geïnteresseerd bent in een gesprek, neem dit dan van mij aan. Heus.
Ingmar Roerdinkholder zegt
Wij Nederlandstaligen hebben er geen moeite mee, maar het verschil tussen v en w aan het begin van een woord in onze taal schijnt erg lastig te horen zijn, omdat deze twee klanken zo dicht bij elkaar liggen. Dat is in het Nederlands blijkbaar anders dan in de meeste, of zelfs vrijwel alle, andere talen. Ik bedoel in dit geval overigens het Nederlands uit Nederland, niet uit Vlaanderen of Suriname, want daar komt meestal een andere w voor.
De Duitse w klinkt in onze oren juist meer als onze v, daar schrijft men in de Nederduitse dialecten ook bv. gewen = geven, Nawel = navel enz. In bv. het Scandinavisch wordt onze w ook als v geschreven, evenals in de Latijnse transcriptie van het Jiddisch: vos vil dos vayb un vorum viln vir dos visn?
Maar hoe klinkt onze v dan, als iets tussen v en f in misschien?
Er is zelfs geen internationaal fonetisch teken voor de Nederlandse v, dat tegelijkertijd gebruikt wordt voor een klank uit een andere taal die precies hetzelfde klinkt.
Anoniem zegt
Ik heb ook het gevoel dat musiqolog graag zeurt, maar dat neemt niet weg dat grovve volgens mij in geen enkele variatie van het Nederlands een woord is. En dus heeft hij wel een punt.
Anoniem zegt
Na de zin nog een keer gelezen te hebben blijkt dat er grove bedoeld is door meneer Van Oostendorp. En blijkt verder dat hij net zo'n ijdel mannetje is als musiqolog. Dat heeft u toch helemaal niet nodig, meneer Van Oostendorp?
Anoniem zegt
Ik zeg ook "grovve". Voor mij is "grove" een schrijftaalwoord.
Frans Daems zegt
Ik vermoed dat vormen als 'golfde' ('golfen'), 'briefde' ('briefen'), 'surfde' ('surfen') gevormd worden naar analogie of onder invloed van erg gelijkende, oorspronkelijk Nederlandse vormen als 'golfde' ('golven'), 'kliefde' ('klieven') / '(over)briefde' ('(over)brieven'), 'durfde' ('durven').
En 'grovve', 'grovver', klinken mij als Brabander heel gewoon, zij het nogal colloquial, in de oren.
Bart Nieuwburg zegt
Marc, kun je iets zeggen over het fonologische verschil tussen de [v] en de [w]? Beide klanken zijn stemhebbende labiodentale fricatieven (toch?); waar zit het verschil dan? Niet zeggen dat de [w] een halfvokaal of approximant is, volgens mij slaat dat op de Surinaamse/Engelse/etc. [w], ik bedoel de Nederlandse [w].
Marc van Oostendorp zegt
Dat is een ingewikkelde vraag, ik zal over een paar dagen de aflevering over de [w] schrijven. In ieder geval wordt ook de Nederlandse [w] (daarvoor wordt meestal het symbool [ʋ] gebruikt) fonologisch als een approximant beschouwd, al heb je gelijk dat de Surinaamse (of Zuid-Nederlandse: in Limburg en Vlaanderen spreken ze hem ook zo uit) meer recht op die term heeft, als het om de uitspraak gaat.
De reden om die [ʋ] toch als approximant te beschouwen is dat hij op plaatsen kan staan (bijvoorbeeld na een k in *kwaad*) waar je alleen sonorante medeklinkers verwacht.
Maar zoals gezegd, later deze week meer!
Ingmar Roerdinkholder zegt
Ah, dat zal dan wellicht ook een antwoord op mijn reactie van hierboven zijn, over het verschil tussen w, v en f.
Ik ga ervan uit dat 'vroeger', zeg maar in de middeleeuwen, ook in Nederland de gewone w aan het begin van het woord werd uitgesproken als nu de Engelse/Surinaamse en dat dit de originele uitspraak is. Dat is het nog steeds in heel veel talen, hoewel de Romaanse en Slavische talen overal v hebben en ook bv. het Turks en Modern-Perzisch hebben v, ook in de vele Arabische leenwoorden met w.
Het opvallende van het Nederlands, naast het 'lastige' verschil tussen v en w, is dat het ook nog een w heeft die hetzelfde als de Surinaamse/Engelse w klinkt, namelijk in woorden als nieuwe, eeuwig, ruw enz. De spelling met -uw in plaats van -w geeft al aan dat dit verschil al langer bestaat. Vergelijk bv. ook het Duits ewig [eevich] met ons eeuwig [eeoewuch]. Trouwens, de naam van de Afrikaanse taal Ewe vormt min of meer een minimaal paar met het woord eeuwen. Anders dan misschien verwacht wordt Ewe niet met de Surinaamse w uitgesproken, het is een naam uit de periode dan Togo nog een Duitse kolonie was.
Dus dan hebben we: even [eeve], Ewe [eewe] en eeuwen [eeoewe] en zelfs Efen [eefe], het meervoud van de naam Eef. Bv. in Daar heb je de twee Efen, Eef Jansen en Eef van Swieten.
Maarten van der Meer zegt
Volgens mij kan bij mij de bilabiale w alleen aan het eind van een lettergreep voorkomen. Ik heb hem dus
(uiteraard) wel bij 'eeuw' en 'nieuw' maar niet bij 'eeuwig' en 'nieuwe', daar zeg ik een "gewone" w.
Ik heb mijn vriendin maar weer eens als proefkonijn gebruikt. Zij had in de verbogen vormen wel een bilabiale w. We zijn allebei opgegroeid in Den Haag en hebben op dezelfde middelbare school gezeten, een regionaal verschil kan dit dus niet zijn, lijkt me.
(En wat 'grovve' betreft: dat zou ik ook zo uitspreken. 'Groove' komt mij – al dan niet terecht – voor als een spellingsuitspraak, 'groffe' is plat.)
Maarten van der Meer zegt
Nog even over Efen als meervoud van de voornaam Eef: ik zou daar toch Even van maken, denk ik.
Misschien enigszins analoog: De achternaam van mijn moeder is Heuff en in de familie is de meervoudsvorm Heuven gebruikelijk. Het familiehuis heette ook Heuvenstein, niet Heuffenstein.
Ingmar zegt
Eef, Efie = Eefje, Efen – van Evert, Everhard (m) of Evelien (f)
is voor mijn gevoel met 'auslautverhartung' zoals ook bv.
Ap, Appie = Apje, Appen – van Albert, of Abdallah/Abdullah/Abdel.
En in het geval van Steef zou ik ook zeggen: ik ken twee Stefen, Steef de Rijk en Steef van Oudenaarde, ipv Steven.
Een ander leuk voorbeeld: ik ga even statten / stadten = de stad in
Maarten van der Meer zegt
Efen en Stefen is voor mijn gevoel gewoon onmogelijk. Voor mij zou het meervoud van Eef en Steef Eefs en Steefs zijn. Als er per se de uitgang -en achter moet, dan wordt het bij mij Even en Steven.
Ik zat te denken over woorden met lange klinker + f + sjwa. Loafer is het enige dat in me opkwam, een leenwoord dus.
Ingmar zegt
Wat dacht je van ongelofelijk en begrafenis? Wel weer belevenis
Maarten van der Meer zegt
Tegen die voorbeelden kan ik weinig inbrengen, goed opgemerkt, maar het blijven zeldzaamheden.
Grytolle zegt
"Na een lange klinker of na een medeklinker komt bijna altijd een v (leven, blijven, sterven)."
Wordt hier "na een sonorant" bedoeld?
Ik mis in dit artikel een beetje de opmerking dat het heel opmerkelijk is dat de infinitief voor die (Noord-Nederlandse?) sprekers een f heeft, maar toch de uitgang -de krijgt in de verleden tijd