Het is niet eerlijk: in sommige talen kun je amper je mond opendoen zonder te rijmen, in andere talen is het zwoegen om rijmkoppels te vinden. Hoe hebben liedtekstschrijvers en traditionele dichters dat opgelost?
Laat ik eerst even toelichten dat ik het hier over volrijm heb, het klassieke type dat we in het Nederlands meestal kortweg ‘rijm’ noemen: denken – schenken, Sinterklaas – pieterbaas, dat werk. Daarvan is sprake als de laatste beklemtoonde klinker én alle daarop volgende klanken van de rijmwoorden gelijk zijn, terwijl de medeklinker ervóór juist verschillend is; ik sla nu even wat complicaties en subtiliteiten over.
Die definitie heeft drie consequenties voor het rijmgemak van talen.
1. In talen met veel verschillende klinkers en medeklinkers (fonemen) is rijmen moeilijker dan in talen met een kleine fonemenset (ceteris paribus, moet ik hier eigenlijk chic aan toevoegen). Heeft een taal veel fonemen, zoals het Engels, dan maakt dat de statistische kans simpelweg kleiner dan twee woorden nauwkeurig op elkaar rijmen dan in een taal als Spaans, met slechts vijf verschillende klinkers (en niet uitzonderlijk veel medeklinkers).
2. In talen waarin op de laatste klemtoon vaak nog diverse onbeklemtoonde lettergrepen volgen, is rijmen moeilijker dan in talen die de klemtoon achteraan leggen. In het Slowaaks en Tsjechisch bijvoorbeeld ligt de hoofdklemtoon steevast op de eerste lettergreep. Ik hoop maar voor de dichters daar dat ze ook gebruik kunnen maken van nevenklemtonen (zoals wij doen in pieterbaas), want anders zijn lange woorden schier omberijmbaar. Franse rijmers hebben het juist weer makkelijk: alle klemtonen liggen op de laatste lettergreep van het woord, tenzij die een stomme e bevat.
3. Talen die in de slotlettergrepen veel verschillende klinkers en medeklinkers toestaan, zoals de Slavische talen, maken rijmen moeilijker dan talen die daarin een meer beperkte keuze hebben, zoals veel Germaanse en Romaanse talen. In het Nederlands bijvoorbeeld bevatten onbeklemtoonde lettergrepen meestal alleen een stomme e, en in het Italiaans eindigen maar weinig woorden op een medeklinker. In het Russisch daarentegen, maar ook bijvoorbeeld in het Turks, Fins en Hongaars, eindigen veel woorden op klankrijke vervoegings- of verbuigingsuitgangen. In talen waarin bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden en werkwoorden elk hun eigen setjes uitgangen hebben, is het bovendien lastig woorden van verschillende woordsoorten op elkaar te laten rijmen.
Bij mijn weten wordt er in alle Europese talen gerijmd, in poëzie vooral vroeger, in liedjes nog altijd volop. Maar dat gebeurt niet altijd precies volgens de hierboven aangeduide regels. Het onderstaande is gebaseerd op een beperkt aantal teksten die ik heb gevonden; ik hou me aanbevolen voor aanvullingen en correcties (bij voorkeur met voorbeelden).
Het Tsjechisch, dat op de punten 2 en 3 veel obstakels op het dichterspad legt, is op punt 1 juist erg soepel: de korte a en de lange á, de korte u en de lange ů/ú, enzovoort, mogen onbekommerd op elkaar rijmen. Van de tien verschillende klinkers die de taal heeft, blijven er zo maar vijf over. Dat scheelt.
In het Duits ‘sjoemelt’ men op dit punt niet: dumm, met korte /oe/, rijmt niet goed op Ruhm, met lange /oe/. Maar het Duits is dan weer wel soepel in het koppelen van bepaalde klinkers: Tür mag het doen met hier, Leute met pleite, Goethe met trete. (Die traditie komt oorspronkelijk voort uit oostelijke dialecten – Goethe sprak zijn eigen naam uit als Gete.)
In het Hongaars is het gebruikelijk een oogje dicht te knijpen waar het om de lengte van medeklinkers gaat: őt mag er rijmen op előtt, hoewel dat laatste woord een lange t-klank bezit. In het Nederlands maken we, behoudens enkele uitzonderingen, geen onderscheid tussen woorden op –e en op –en (hoewel we die n in de praktijk nog redelijk vaak uitspreken, zo is uit onderzoek gebleken). En in het Turks kom ik rijmkoppels tegen waarin de ı (die wat lijkt op onze korte /u/) rijmt op de u (onze /oe/). Hoe liberaal het Turkse rijmbeleid voor de rest is, zou ik niet durven zeggen.
Maar niet alleen veroorloven dichters in moeilijke rijmtalen zich meer vrijheden, omgekeerd leggen ze in makkelijke rijmtalen de lat juist wat hoger. Zo moesten Franse dichters tot diep in de negentiende eeuw rekening houden met allerlei letters die niet uitgesproken werden. Rue mochten ze niet laten rijmen op cru vanwege de doorgaans onhoorbare e, en vingt op main noch mains: vanwege de volledig onhoorbare t mocht vingt alleen rijmen op een ander woord dat eindigde op t (of d), zoals tint of maint.
Deze vreemde regels gelden niet meer. Inmiddels doet men in het Frans vooral wat men in het Italiaans, nog zo’n makkelijke rijmtaal, al sinds eeuwen doet: véél rijmen. Als rijmwoorden zo overvloedig aanwezig zijn, is het geen kunst om welluidende tweetallen te vormen. Triootjes en kwartetten, dat is de uitdaging. Kijk maar naar het rijmschema van het (oorspronkelijke Italiaanse) sonnet, met slechts twee rijmklanken in de eerste acht regels. En luister maar naar de liedjes van pakweg Jacques Brel, waarin vaak het ene rijmwoord over het andere heen buitelt. Wat een onmogelijke klus voor die arme Ernst van Altena om al die Franse klanken ook in het Nederlands te laten rijmen!
Op een aantal vragen heb ik nog geen antwoord gevonden:
* Zijn dichters in talen als Turks, IJslands en Russisch, met al hun uitgangen, bijna verplicht om woorden met dezelfde grammaticale functie op elkaar te laten rijmen? Dus bijvoorbeeld een vrouwelijk meervoudig zelfstandig naamwoord in de genitief op een ander vrouwelijk meervoudig zelfstandig naamwoord in de genitief – ik noem maar een willekeurig voorbeeld. Latijnse rijmende gedichten, zoals bijvoorbeeld die in de Carmina Burana, houden zich vaak noodgedwongen aan deze ‘soort-zoekt-soort’-regel.
* Staan moeilijk rijmende talen een grotere afwijking van de gebruikelijke woordvolgorde toe? In het Nederlands knijpen we ongaarne een oogje toe bij een zin als ‘totdat brieven hij ontving’, maar misschien is pakweg het poëtische Pools daar toleranter in?
* Zouden moeilijk rijmende talen een hogere tolerantie voor onzuiver rijm hebben? Engelse popsongs laten makkelijk together op forever rijmen. Anderzijds, de Shakespeares en de Wordsworthen deden dit naar ik meen niet.
Xavier Roelens zegt
Boeiende column. Ik wou dat ik Turks, Ijslands, Pools of Russisch kende om op je slotvragen te antwoorden, maar ik moet het noodgedwongen houden bij een kleine aanvulling. In het Frans wordt de 't' van 'vingt' wel uitgesproken in bijvoorbeeld een zin als 'Il a vingt ans'. Ik vermoed dat die 't' mee resoneert en/of dat een ontstane traditie (misschien werd die 't' in vroegere tijden wel altijd uitgesproken?) blijft bestaan ook als taal ondertussen geëvolueerd is.
Miek zegt
Voor rijmsystemen in het Chinees:
http://en.wikipedia.org/wiki/Rime_table
Ingmar Roerdinkholder zegt
Het Hongaarse voorbeeld, őt mag op előtt rijmen, laat misschien zien dat de klinker het belangrijkst is en dat de enkele en dubbele medeklinkers blijkbaar niet echt als verschillende letters worden gevoeld. Maar ja, dat is lastig te zeggen want er zijn natuurlijk maar heel weinig talen met lange medeklinkers waar wij bekend mee zijn. Het Fins en Ests nog in Europa, en misschien het IJslands hoewel die dacht ik iets met omgekeerde aspiratie doen met de Oudnoorse lange medeklinkers.
Zou in het Hongaars etc. ook een lange medeklinker die niet op het eind van een woord staat kunnen rijmen op een lettergreep met een enkele, bv. -atta op -ata? Ik kan me voorstellen van niet.
Het Hongaars heeft net als het Tsjechisch en Slowaaks altijd de klemtoon op de eerste lettergreep. Tenminste, zo staat dat overal in de leerboekjes en zo sprak ik het dan ook altijd uit. Totdat ik een verhaaltje (waar ik zelf het meeste niet van begreep) voor ging lezen aan het dochtertje van mijn vriendin in Budapest, toen kreeg ik te horen: je uitspraak is perfect, alleen je klemtonen kloppen niet. O, hoezo dan, die viel toch altijd op de eerste lettergreep? Ja klopt, behalve als het in een vragende zin staat, bv. ő beteg [2: "bEtEg] = hij is ziek, met klem op BE- maar als het in een vraag staat blijkt ő beteg? [2: bE"tEg] te worden, met de klem op tEg. Dat soort dingen staan niet in de lesboekjes.
Trouwens, ook niet dat de korte e [E] in het Hongaars vaak als een palatale ä wordt uitgesproken, zeg maar als de Engelse a in bat of de Limburgse ä in Vänloo.
Jan zegt
In de Romeinse tijd (Carmina Burana is natuurlijk van veel later) was het niet gebruikelijk om te rijmen, juist omdat dat in die taal zo makkelijk is, met al die op elkaar lijkende uitgangen, én een vrije woordvolgorde. In plaats daarvan gingen de Romeinen zich te buiten aan behoorlijk ingewikkelde metrum-schema's.
Dus misschien dat ook talen als Turks en Russisch (tot op zekere hoogte) rijm links laten liggen, en naar andere middelen grijpen?
Ingmar zegt
A propos, over Hongaars gesproken nog een grappig verhaal:
een Hongaarse vriend van mij waar ik in Budapest logeerde vertelde dat hij een keer in Wenen in een restaurant zat
en achter zich hoorde hij een aantal mensen druk met elkaar praten. Ze spraken vloeiend Hongaars, zei hij, alleen verstond ik er geen woord van! Zijn Oostenrijkse gezelschap vertelde dat ze Turks praatten -dat kenden ze in Hongarije niet- en inderdaad zijn er op het eerste gehoor veel overeenkomsten tussen het Turks en Hongaars, al zijn ze niet verwant aan elkaar, zoals de vele ü's, ö's en verschillende sis-klanken (tsj, dzj, sj, zj, s) en met name ook de klinkerharmonie in beide talen.
Annelies zegt
Interessant! Ik had er nog nooit eerder bij stil gestaan voor wat het Russisch betreft. Ik ben ook niet echt een poëzielezer, laat staan -kenner, maar uit de Russische Wikipediapagina over rijm blijkt alleszins dat Russische dichters zich bedien(d)en van rijm en niet noodzakelijk telkens woorden met dezelfde grammaticale functie gebruik(t)en om rijm te bekomen.
Een van de voorbeelden daar zijn enkele versregels uit “Русь” (“Rus”, maar dan in de betekenis “land van de Russen”), een gedicht van Esenin met “dactylisch rijm”, waarbij de klemtoon in de rijmwoorden telkens op de derde voorlaatste lettergreep valt. Daar is het nu net wel het geval, dat de rijmwoorden dezelfde grammaticale vorm hebben:
Потонула деревня в ухабинах,
Заслонили избёнки леса,
Только видно, на кочках и впадинах,
Как синеют кругом небеса.
ухáбинах (“kuilen”) en впáдинах (“dalen”) zijn hier telkens de prepositionalis meervoud van een vrouwelijk substantief op -a, лесá is het (onregelmatig) nominatief meervoud van лес (bos) en небесá het (onregelmatig) nominatief meervoud van небо (hemel)
Ik zocht zelf nog wat voorbeelden om de oefening te maken (naar mijn beste vermogen, ik vermoed dat Arthur Langeveld en Emmanuel Waegemans het er beter af zouden brengen dan ik), en vond ook rijmende woorden met verschillende grammaticale vormen (maar dus wel dezelfde uitgangen).
Hieronder een stukje uit Kornej Tsjoekovski’s sprookje “Краденое солнце” (“De gestolen zon”)
Тут зайчиха выходила
И Медведю говорила:
"Стыдно старому реветь –
Ты не заяц, а Медведь.
Ты поди-ка, косолапый,
Крокодила исцарапай,
Разорви его на части,
Вырви солнышко из пасти.
И когда оно опять
Будет на небе сиять,
Малыши твои мохнатые,
Медвежата толстопятые,
Сами к дому прибегут:
"Здравствуй, дедушка, мы тут!"
– выходила (“kwam naar buiten”) en говорила (“zei”) is twee keer een vrouwelijke verleden tijd van een werkwoord op -ить.
– реветь (“brullen”) is een infinitief, maar медведь (“beer”) is een substantief (in de nominatief).
– косолапый (“met kromme poten”) is een adjectief in de nominatief dat hier als substantief wordt gebruikt, als schertsende benaming voor “beer”, исцарапай is een imperatief van het werkwoord исцарапать (“schrammen, openkrassen”).
– части is het vrouwelijk meervoud in de accusatief van часть (“stuk, deel”) en пасти een vrouwelijk enkelvoud in de genitief, van пасть (“muil”)
– опять (“opnieuw”) is een bijwoord, сиять (“stralen, schijnen”) een infinitief
– мохнатые en толстопятые zijn beide een nominatief meervoud van een adjectief (мохнатый, “ruigbehaard” en толстопятый, “met dikke poten”)
– прибегут is de derde persoon meervoud van het werkwoord прибежать (“aan komen lopen”), en тут is een bijwoord (“hier”)
Ook in het gedicht “И скучно и грустно” (“vervelend is het, en triest”) van Lermontov is er variatie:
И скучно и грустно, и некому руку подать
В минуту душевной невзгоды…
Желанья!.. что пользы напрасно и вечно желать?..
А годы проходят — все лучшие годы!
Любить… но кого же?.. на время — не стоит труда,
А вечно любить невозможно.
В себя ли заглянешь? — там прошлого нет и следа:
И радость, и муки, и все там ничтожно…
Что страсти? — ведь рано иль поздно их сладкий недуг
Исчезнет при слове рассудка;
И жизнь, как посмотришь с холодным вниманьем вокруг, —
Такая пустая и глупая шутка…
– подать (“reiken”) en желать (“verlangen”) zijn beide infinitieven
– невзгоды is een genitief enkelvoud van het vrouwelijke woord невзгода (“verdriet, tegenspoed”), terwijl годы nominatief enkelvoud is van het mannelijke woord год (“jaar”)
– труда en следа zijn allebei genitief enkelvoud van een mannelijk woord (труд, “moeite, inspanning” en след, “spoor”)
– невозможно (“onmogelijk”) en ничтожно (“onbeduidend”) zijn beide bijwoorden
– недуг (“kwaal”) is een nominatief enkelvoud van een mannelijk substantief en вокруг (“in het rond, om je heen”) een bijwoord
– рассудка is de genitief enkelvoud van het mannelijke рассудок (“rede, verstand”) en шутка (“grap”) een vrouwelijk nominatief enkelvoud.
Ingmar zegt
Ik ben niet bepaald vloeiend in het Russisch, maar ik neem aan dat de klemtoon van труда en следа dan op de a moet liggen, anders zouden ze niet rijmen (trudá en sledá rijmen wel op elkaar, trúda en sléda zouden dat niet doen natuurlijk). Klopt dat, Annelies?
Gaston Dorren zegt
Inderdaad wordt de t van vingt soms uitgesproken. Maar dat geldt meen ik niet voor alle stomme eindletters, en toch gold die regel heel breed. Hoe dan ook, ik ben het wel met je eens dat een en ander waarschijnlijk verband met elkaar zal houden. Niet dat het daar minder opmerkelijk door wordt!
Gaston Dorren zegt
Hm, dit gaat nadrukkelijk niet over gedichten en dergelijke, maar over een manier om de uitspraak van Chinese karakters te verduidelijken.
Gaston Dorren zegt
Ik kan inderdaad geen rijmkoppeltje vinden zoals jij – vernuftig – oppert, bijvoorbeeld '-atta' rijmend op '-ata'. Maar mijn materiaal is wel erg beperkt, dus ik durf er geen stellige conclusie aan te verbinden.
Gaston Dorren zegt
Ik noem de Carmina Burana júíst omdat de klassieke poëzie inderdaad metrisch was (op basis van lengte, niet klemtoon) en niet rijmend. Ik zou liever niet beweren dat ze rijm links lieten liggen omdat het te makkelijk was; ik zou eerder zeggen dat ze nu eenmaal geen rijmtraditie hadden en dat de aard van hun taal het ook niet voor de hand legde om rijm alsnog centraal te stellen. (Als klein extraatje gebruikten ze het soms wel, zoals wij alliteratie als extraatje hanteren.) Dat het in de Middeleeuwen alsnog opdook, was wellicht omdat al die sprekers van Latijn als tweede taal niet meer de klassieke uitspraak hadden waar het metrum op gebaseerd was, én omdat ze in hun eerste taal zo aan rijm gewend waren geraakt.
Turken en Russen rijm(d)en volop, ongetwijfeld onder invloed van een lange en wijdverbreide Europese traditie. Of in die talen aan metrum meer gewicht wordt toegekend, weet ik niet. Vergeet niet dat traditionele Europese poëzie óók metrisch zeer regelmatig was.
Gaston Dorren zegt
Veel dank! Ik sla dit stukje op en zal het t.z.t. op mijn gemak bestuderen. (Ik heb nog plannen met dit onderwerp.) Dat cyrillisch lees ik niet zo vlot, dus daar moet ik even de tijd voor nemen. Wel valt me meteen al op dat in je eerste voorbeeld de rijmwoorden ухáбинах en впáдинах niet helemáál voldoen aan de strenge definitie van volrijm: de b en de d zijn immers verschillend. Kennelijk is dat dan weer een kleine vrijheid die Russische rijmende poëzie zich veroorlooft.
Gaston Dorren zegt
Zelfs als dat zo is (ik ben ook benieuwd naar Annelies' antwoord) zou het altijd nog een geval van rijk rijm zijn – een rijmvorm waar het Nederlandse volrijmstrafrecht waarschuwingen voor uitdeelt.
Annelies zegt
Ja, dat klopt, Ingmar. Voor wie niet zo vertrouwd is met het Russisch is het inderdaad niet evident om te weten waar de klemtonen liggen, en dat kan zelfs tot gênante situaties leiden, bijvoorbeeld wanneer je de klemtoon op "писать" verkeerd legt … 🙂
Annelies zegt
Graag gedaan. Als ik kan helpen (met Russisch, niet met rijm, daar ben ik absoluut niet in onderlegd, merk ik nu opnieuw – ik heb moeten opzoeken wat 'rijk rijm' is) bij die verdere plannen, neem gerust contact op.
Ingmar zegt
Annelies: ik kan me zo voorstellen dat pisat' met de ene klemtoon iets van pissen en met de andere schrijven betekent?
Gaston: wil dat zeggen dat in het Nederlands bv. volleerd, masseert en geëerd eigenlijk niet op elkaar mogen rijmen?
Gaston Dorren zegt
Nee, ik bedoel dat volleerd een rijk-rijmkoppel vormt met installeert en ('erger' nog) met geleerd en verleert. Dit omdat de medeklinker van de beklemtoonde lettergreep óók identiek is; in de laatste twee gevallen hebben bovendien die lettergrepen ook nog eens dezelfde betekenis. Natuurlijk is dit maar een Drs. P-achtige kwestie van regeltjes op het gebied van plezierdichten, met de nadruk op plezier.
Gaston Dorren zegt
Ik bedoel de *begin*medeklinker van de beklemtoonde lettergreep.
Ingmar zegt
ah ja, klopt, trudá en sledá hebben allebei -da. Die Russen kunnen niet rijmen!
Ingmar zegt
Ik wel… in het Hongaars is een lange á niet de zelfde klank als een korte a (evenmin als bij ons, al klinkt de á als onze aa en de a meer als onze ò) en ze rijmen dus niet, een dubbele tt is er ook niet het zelfde als een enkele t dus deze zullen dan ook niet rijmen, behalve dan wellicht aan het woordeind.
Het is trouwens erg leuk om een taal met een ander soort klanksysteem , zoals in het Hongaars, Chinees of Arabisch het geval is, proberen onder de knie te krijgen ("try to master" zoals de Engelse uitdrukking zeer treffend luidt).
Ingmar zegt
En in het veel voorkomende vingt-et-un [vèñté-è~] wordt de t natuurlijk ook altijd uitgesproken.
Trouwens, het valt me op dan mijn zoon op school bij Frans nog steeds de uitspraak [ö~] un, [bRö~] brun krijgt aan-geleerd, terwijl je in Frankrijk toch alleen maar [è~] en [bRè~] met een nasale è hoort. Is dit typisch Nederlands, of typisch middelbare schooltraditie?
Anoniem zegt
Als een inheemse Russisch-spreker kan ik het volgende aan de discussie toevoegen:
1) @Annelies: het is juist een bewijs van een slechte poëtische smaak in het Russisch om woorden met dezelfde grammaticale vormen te laten rijmen. Dan lijken zij te veel op elkaar op te veel vlakken, en dat leidt tot te veel "overzoete" "cheap ring" (excuus voor het Engels), en het laat dus een minder aangename "nasmaak" in de oren van de luisteraar. Maar deze regel mag natuurlijk wel af en toe overschreden worden, als het gedicht op andere punten uitstekend genoeg is (en die nasmaak kan dus uitdoven).
2) Onvolmaakte rijmen (zoals "ухабинах" & "впадинах") worden in de (onvolmaakte) poëzie van de laatste honderd jaar of zo helemaal geduld, hoewel dit soort rijmen klinken vaak noch vlees noch vis. In wat zeldzame gevallen is dit wel ook in betere poëzie aanvaardbaar (zoals in sommige Russische klassiekers uit de latere 19e eeuw), als het gedichtje het op andere vlakken heel goed kan halen, maar, andere dingen gelijk zijnd, maakt het een versje fonetisch slapper (als het door de luisteraar gevoeld wordt dat de bedoeling wel om te rijmen was). In het algemeen heeft dit soort "nieuw rijmen", naar mijn mening, gewoon met de algemene neergang van de kunsten en smaken wereldwijd in de laatste eeuw te maken. Het volk kiest steeds overweldigend voor de klank van de poëzie van vroeger.
3) Ingmar: een rijm zoals in "trudá" & "sledá" wordt door het Russische oor als juist een supersterke en supervolmaakte fonetische rijm beschouwd. Het verbaast mij dat dit soort rijmen in het Nederlands (naar jouw woorden) niet in zwang zijn…
4) Tot slot, raad ik het jullie heel hard en heel vriendelijk aan zulke vraagjes met inheemse sprekers van de desbetreffende talen in jullie onderzoek eerst op te nemen, want het gaat allemaal om een eufoniegevoel dat helemaal taalsubjectief is.
Dimitri.
Gaston Dorren zegt
Dank voor je toevoeging! Weet je misschien of deze observaties ook voor andere Slavische talen (behalve misschien Bulgaars en Macedonisch) van toepassing zijn? Of is hier opmerking 4 van toepassing?
Nog een woord over opmerking 3: in het Nederlands hebben zulke 'rijk rijmende' woorden vaak een nauw verwante betekenis en/of herkomst: staan, verstaan, achterstaan, enz. Met náme in die gevallen voelt 'rijk rijm' erg … armoedig. Rijmkoppels als 'bibliotheek – teek' en 'rivier – pluvier' zijn al wat minder erg. Maar 'supersterk en supervolmaakt' – nee, daar lopen de Russische en de Nederlandse smaak kennelijk toch uiteen.
Ingmar zegt
Kak djelá Dimitri, charasjó 😉
Die opmerking dat trudá en sledá eigenlijk niet rijmen was naar aanleiding van een antwoord van Gaston hierboven dat dit 'rijk rijm' is, omdat beide rijmende lettergrepen -dá- met dezelfde medeklinker beginnen. Mijn reactie dat Russen niet kunnen rijmen was natuurlijk als een grapje bedoeld!
Misschien dat voor een Rus ook de voorgaande lettergreep nog een rol speelt, dat bv. de klinkers wel verschillen? Zouden bv. medá en sledá net zo fonetisch perfect geacht worden? En heeft wellicht het feit dat de stammen van deze woorden totaal verschillend en niet rijmend zijn, in dit geval trud en sled, nog invloed in de gedachte en de perceptie van de vervoegde vormen trudá en slidá?
Anoniem zegt
Goedendag, heren.
Over het Bulgaars en het Macedonisch kan ik helemaal niets zeggen: met deze talen ben ik bijna onbekend. Over het Macedonisch ben ik trouwens zelf behoorlijk benieuwd, want daarin wordt naar mijn weten altijd de op twee na laatste lettergreep beklemtoond — iets dat voor rijmende dichters veel zweet zal moeten betekenen.
Ik zie wat bedoelt wordt met het vaak moeten rijmen van woorden zoals "staan" en "verstaan": zoiets kan zeker niet "rijk" voelen.
Wat "medá" en "sledá" betreft: dat mag niet, omdat het woord "medá" bestaat niet 🙂 Maar met "bedá" kan "sledá" helemaal mooi, rijk en (op het semantische niveau) diep poëtisch rijmen.
Het is anderzijds wel belangrijk dat de woorden die men doet rijmen zowel geen zelfde stam als geen andere zelfde beklemtoonde morfeem hebben. "sverkájut" & "pylájut" zijn dus rijmen die als een beetje te makkelijk overkomen en daarom slap klinken. Bijna zoals het, volgens jullie, ook in het Hollands zou zijn.
Groeten,
Dimitri.