Martin Bosma wordt de partij-ideoloog van de PVV genoemd. Hij is schrijver van de speeches van Geert Wilders en van het PVV-verkiezingsprogramma. Bosma is wars van links en wars van kunst. Hij houdt ervan links nu en dan een plaagstootje te geven, bijvoorbeeld toen hij een column aannam in NRC Handelsblad – een PVV’er in het hol van de leeuw.
Maar diezelfde Bosma is groot liefhebber van poëzie. Als (vervangend) voorzitter in de Tweede Kamer heeft hij altijd een bundeltje Afrikaanse poëzie naast zich liggen.
Een nieuw pesterijtje van Bosma werd bedolven onder alle verkiezingsretoriek.
NRC ontdekte dat de PVV weliswaar in het programma opnam te stoppen met kunstsubsidies, maar dat de partij dit voorstel niet had doorgegeven voor een berekening van het CPB.
Bosma gaf het CPB de schuld van de fout: “We proberen er bij kunst het maximale uit te halen. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en CPB-bezwaren. Er zijn nu eenmaal langlopende contracten tussen overheid en instellingen en dus weigert het CPB een korting van 0,8 miljard door te rekenen, ofwel: alles. De nullijn.”
Allusie
Hierin maakt Bosma gebruik van de stijlfiguur allusie: een toespeling op een voor de toehoorder bekend feit of bekende uitspraak, waarbij de verwijzing opzettelijk impliciet wordt gehouden omdat men mikt op goede verstaanders (Braet, 2007).
Bosma gebruikt een passage uit ‘Het huwelijk’, een gedicht van Willem Elsschot (1882-1960).
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Een kunstbezuiniging aankondigen door gebruik te maken van de kunst zelf, cynischer kan het bijna niet.
Dit stuk verscheen ook op het blog van Sjaak Baars
Laat een reactie achter