[z] De [z] maak je op vrijwel dezelfde manier als de [s]: met het puntje van de tong omhoog vernauw je de holte waar de lucht uit longen doorheen stroomt. De lucht gaat daardoor wervelen. Het verschil tussen [s] en [z] is dat je bij het maken van de laatste klank ook je stembanden nog laat trillen – dat kun je makkelijk controleren door ssss….zzzzz…..ssss…..zzzz te zeggen en daarbij je vingers op je adamsappel te leggen. Bij de zzzz voel je een getril dat je niet voelt tijdens de ssss.
De [s] en de [z] zijn een bijzonder paar.
Zo maken sommige dialecten het verschil niet. Beroemd is natuurlijk het Amsterdams, of, wijder, het Noord-Hollands, waar zend en cent hetzelfde klinken: als [sɛnt]. Ook het Fries heeft van oudsher alleen een [s]. In het Duits, en naar verluidt ook in sommige oost-Nederlandse dialecten is er omgekeerd aan het begin van een woord geen [s], alleen maar een [z]: het Duits zegt [ziː] tegen Sie.
Uit onderzoek blijkt bovendien dat het verschil tussen [s] en [z] voor veel Nederlandstaligen niet zozeer met de stembanden gemaakt wordt, maar door duur: de [s] duurt langer, bijna twee keer zo lang, als de [z].
Wanneer je over dit onderwerp begint, valt binnen korte tijd altijd het woord hypercorrectie. Amsterdammers zouden af en toe [zɛnt] zeggen tegen cent omdat ze weten dat ze soms [s] zeggen in plaats van [z], zichzelf willen corrigeren en het dan toch weer fout doen.
Waarom ‘hypercorrectie’ zo’n populaire verklaring is, daarnaar valt alleen maar te raden. Het is in ieder geval niet de enige mogelijke verklaring. Mensen die geen verschil meer maken tussen een [s] en een [z], zeggen vaak een klank die zo’n beetje halverwege zit: een beetje stembandtrilling, een beetje lang.
Iemand die wel verschil maakt tussen [s] en [z] kan juist geen klanken halverwege horen: het kwartje valt altijd een bepaalde kant op. Soms gaat dat goed: dan hoort de luisteraar [sɛnt] voor cent en soms gaat het verkeerd: dan hoort de luisteraar [zɛnt]. De spreker heeft echter in beide keren hetzelfde gezegd – en van hypercorrectie is geen sprake.
HF zegt
Volgens mij is de [z] bij uitstek het doelwit van hypercorrectie, zodat je misbaksels krijgt als ondzettend en obzettelijk. Ik zwijg nog over zzestig en zzeventig.
Henk zegt
Het Fries heeft wel degelijk een [z], alleen niet in anlaut en auslaut.
Ingmar zegt
Marc, blijkt uit onderzoek dat Amsterdammers een klank tussen s en z maken?
Want het is opvallend dat als ze gewoon Amsterdams ('plat') praten, je altijd de s hoort ipv de z, wanneer dezelfde mensen echter netjes Nederlands willen spreken dan hoor je wel een z waar het AN ook z heeft, maar ook waar het AN een s-klank heeft.
Dus soeke, sent, sestig wordt dan zoeke, zent, zestig.
Of, volgens jouw redenatie, vervangt men dan alle s-klanken door een klank tussen s en z in (een stemloze z), dus zsoeke, zsent, zsestig?
Wel ingewikkeld
Marc van Oostendorp zegt
Er is bij mijn weten geen gedegen onderzoek naar dit verschijnsel gedaan – er zijn wel vergelijkingen tussen 'plat Amsterdams' en wat minder plat Amsterdams, maar die gaan niet gepaard met metingen. Wel zijn zoals ik onlangs (http://nederl.blogspot.nl/2012/10/geschiedenis-van-de-woordfrequentie.html) schreef, niet zo lang geleden bandopnamen van Amsterdammers uit de jaren zeventig opgedoken op het Meertens Instituut. We willen daar nog wat mee doen – en dit soort metingen zijn dan wel een voorbeeld.
Ingmar zegt
Ik vroeg dit omdat de 'verzetting' van de Nederlandse s-klank door o.a. Amsterdammers, inderdaad vaak hypercorrect wordt genoemd, maar dit volgens jouw reactie niet klopt omdat zowel de z als s als een klank daartussenin zou worden uitgesproken. Dat zou dan voor niet-Amsterdamse oren betekenen dat wij een s horen in bv. zoon of zeggen, maar een z in sukkel of samen, terwijl ze beide met dezelfde begin-klank tussen z en s ('zs') worden uitgesproken.
Je hoort:
je sou die soons zame moete sien zukkele foor een zent,
maar het is eigenlijk:
je zsou die zsoons zsame moete zsien zsukkele foor een zsent.
Dat zou natuurlijk kunnen, dat zou dan dus betekenen dat het Amsterdams geen s- aan het woordbegin kent (voor AN z-), zoals meestal wel wordt aangenomen, maar zs.
Maar ik vraag me dan wel af waarom we dan wel gewoon aannemen dat andere varianten zoals het Fries en West-Fries (en ook het Engels, Deens etc.) dan wel een s in de anlaut hebben, maar het A'dams
in dezelfde verwante woorden een zs.
Ingmar zegt
Drie keer 'dan wel' in één zin, dat was niet zo fraai van mij…