Hoe spreek je het woord koningin uit? Dat schijnen alle radiomakers van Nederland te willen weten. Er is een nieuwsfeit dat in één zin tot in alle details kan worden uitgelegd en desalniettemin moest er gisteren een hele dag aan worden gewijd. Nou, dan krijgen mensen wel ineens belangstelling voor taal!
Ik heb gisteren alle verzoeken tot interviews beleefd afgewimpeld want ik wilde Neder-L de primeur geven. Hier komt hij:
Ik geloof niet dat er veel verwarring is over de uitspraak het mannelijke woord koning. Je kunt eventueel wat variatie vinden in de uitspraak van de lettergreep: je hoort zowel [konɪŋ] (koning) als [konəŋ] (koneng, de laatste vorm is wat zuidelijker, is mijn indruk, maar ik ken geen onderzoek naar deze kwestie). Er is ook geen verwarring over het vrouwelijk achtervoegsel wanneer het opduikt in boerin of bazin: dat is [ɪn] (in), met de klemtoon.
Hoe kan er dan zoveel variatie bestaan rondom de uitspraak van koningin? Behalve [konɪŋɪn] (wat dan de ‘correcte’ vorm moet zijn, al kan niemand vertellen waarom dat zo is), hoor je minstens twee andere vormen: [konəxɪn] (konegin, ‘bekakt’) en [konijɪn] (konie-jin, modern). Vooral de laatste vorm is een steen des aanstoots.
Het probleem met [konɪŋɪn] (koningin) is dat het een [ŋ]-klank heeft gevolgd door een volle, zelfs beklemtoonde klinker. Het Nederlands probeert die sequentie doorgaans te vermijden. De enige klinker die op een [ŋ] (ng) kan volgen is een sjwa: tenger, bungel, jongen zijn welgevormde woorden, maar tango en bingo spreek je niet uit met [ŋo] (ngo) op het eind, maar met [ŋgo] of [ŋxo] (tang-go, bing-go). En daar is die o nog niet eens beklemtoond.
Het enige woord in onze taal waar die combinatie van ng en een beklemtoonde klinker dus dreigt te ontstaan is in koningin. Sprekers proberen dat dus kennelijk te vermijden. Je zou kunnen zeggen dat het een teken is van taalgevoel: men heeft kennelijk uit het taalsysteem opgepikt dat die combinatie van klanken on-Nederlands is.
Een mogelijkheid is om de [ŋ] te veranderen in een klank die er dicht in de buurt ligt: de [x] (ch) wordt op min of meer dezelfde plaats in de mond gemaakt, met de achterkant van de tong bij het zachte verhemelte. Zo krijg je met een minimale wijziging alsnog een acceptabel woord: [konəxɪn].
Een andere mogelijkheid is om de [ŋ] helemaal weg te laten. Er treden dan twee wijzigingen op. In de eerste plaats komt er nu een [ɪ] (de klinker van pit) aan het eind van een lettergreep te staan. Maar Nederlandse woorden die eindigen op [ɪ] bestaan net zo min als Nederlandse woorden met [ŋɪ]: je hebt wel pi, maar dat rijmt op mie, en spreek je dus uit met een [i]-klank (ie), niet met een [ɪ].
Die oplossing wordt ook in dit geval gekozen: de laatste klinker van koning wordt een [i]. Het volgende probleem is dan klinkerbotsing: na de [i] komt een klinker [ɪ]. Ook dat komt in het Nederlands niet voor: wanneer op een [i] een andere klinker volgt, voegen we een [j] in (ti[j]ara, pi[j]ano).
Die regel wordt ook nu weer opgevolgd, en dus hebben we als eindresultaat kon[ijɪ]n, die de regels van het Nederlands dus perfect volgt. Als er een instantie was voor officiële uitspraak, zou ik pleiten voor acceptatie van deze mooie vorm.
Jan Stroop zegt
ik wil graag opmerken dat waar konegin gezegd wordt de derde lettergreep doorgaans met een stemhebbende consonant begint (ik weet niet hoe ik 't teken daarvoor, de gamma, moet typen)
Steven Hagers zegt
"Behalve [konɪŋɪn] (wat dan de 'correcte' vorm moet zijn, al kan niemand vertellen waarom dat zo is)"
Ik wel hoor: die is geheel naar analogie van "boerin" en "bazin" en dus in de lijn der verwachting.
Ik werd overigens wel even op het verkeerde benne gezet, toen ik de aankondiging van dit artikel zag op Twitter: ik dacht dat je het ging hebben over koning Lodewijk, het "konijn" van Holland.
Steven Hagers zegt
Hoe "been" in "benne" heeft kunnen veranderen, is mij een raadsel, maar het moest dus "been" zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, daar heb ik nog over getwijfeld (om niet te zeggen: gedubt). Een stemhebbende [ɣ] zou logischer zijn, als het inderdaad zuidelijk is, maar op de een of andere manier hoor ik in mijn innerlijke oor een [x]. Degene die deze uitspraak voor de ouderen onder ons bekend heeft gemaakt was natuurlijk Wim Sonneveld, als de hofstalmeester van Juliana. Ik geloof dat die hem stemloos had.
Marc van Oostendorp zegt
Maar wat is dat voor analogie? Die woorden eindigen toch helemaal niet op een -ng? Serieus, 'konegin' en 'koniejin' zijn allebei natuurlijk ook parallel aan 'boerin' en 'bazin'.
En ik snap ook wel dat het eigenlijke 'argument' is dat de vorm [konɪŋɪn] de relatie met [konɪŋ] transparanter maakt. Maar ik snap niet waarom dat 'argument' zwaarder zou moeten wegen dan het 'argument' dat [ŋɪ] een on-Nederlandse klanksequentie is.
Taalprof zegt
Die uitspraak [bɪŋxo] of [bɪŋɣo] hoor ik ook wel eens bij 'koningin' ([konɪŋɣɪn]). Is dat een derde uitweg voor de Nederlandse spreker, of is dat dan weer een of andere assimilatie vanuit [konɪxɪn]?
Marc van Oostendorp zegt
Dat zou inderdaad een andere oplossing zijn. Het is mij nog nooit opgevallen, ik zal er eens op letten! (Ken je toevallig een prominente spreker die het doet?)
Marjolein Rotteveel zegt
Ik kan zo gauw geen prominente spreker noemen die dit doet, maar zelf zeg ik inderdaad ook koningjin. Misschien nog wel duidelijker te horen bij Koning-jinnedag. Wellicht is dit een hypercorrecte manier om te voorkomen dat je koniejin zegt?
Marjolein Rotteveel zegt
Zegt Mark Rutte niet ook koning-jin? http://www.youtube.com/watch?v=SfFV4Po3Gzo
Marc van Oostendorp zegt
Het is moeilijk te horen in deze opname vind ik, maar 'binnen' of 'kin' klinken bij sommige sprekers toch al een beetje als 'bjinnen' of 'kjin'. Ik denk eerlijk gezegd dat dit wat anders is; het is ook iets anders dan de Taalprof bedoelt (vermoedelijk), want die heeft het over 'koning-gin', met een ingevoegde 'g', niet een 'j'.
Jacques zegt
Toch maar even vragen: is dat "innerlijk oor" een argument? Het lijkt me dat ieders innerlijk oor nogal beinvloed is door waar men geboren en getogen is?
Marc van Oostendorp zegt
Nee hoor, dat is geen argument. Alleen een uitleg waarom ik voor een [x] koos.
Taalprof zegt
Er bestaat een stukje cabaret van Thomas van Luyn die in een soort parodie op een Limburgs accent een kleine honderd keer het woord 'bong-go' uitspreekt (en 'de was' met zo'n zwaar aangezette 'w'). Ik weet niet meer uit welk cabaretprogramma het was (ik denk een van zijn solovoorstellingen), en ik zie het ook niet op Youtube. Maar daarin was die ingevoegde zachte g wel heel prominent. En en passant zit daar de suggestie in dat het Limburgs is.
Jacques zegt
OK dan kies ik voor een [ɣ].
P.S. Die [x] hoort mijn innerlijk oor wel duidelijk in schroef, schrik, etc. (discussie van vorige week)
Marc van Oostendorp zegt
Even voor de duidelijkheid: je bedoelt dat jijzelf [konəɣɪn] zegt? Of dat je mensen kent die dat zeggen?
Jacques zegt
Beide; de [ɣ] is een veel voorkomende klank in Brabant….ik weet dat dat meer naar het noorden anders ligt. Sonneveld's uitspraak had een stemloze [x] als ik me goed herinner, de indruk was meer "gemaakt" dan "bekakt".
Grytolle zegt
Interessant artikel, maar volgens mij is het een beetje misplaatst om de vraag uit een hedendaags perspectief te bekijken. Het woord is immers heel oud en wordt van buiten geleerd eerder dan automatisch gegenereerd op basis van "koning". We kunnen er dus van uitgaan dat de g in ng nog systematisch uitgesproken werd toen er assimilatie plaatsvond. Dan krijgen we /koˑnɪŋɣɪn/ (of moet het een [g] zijn? maakt eigenlijk niet uit voor de redenering, want die klank gaat vroeg of laat helemaal over in [ɣ]) of /koˑniŋɣɪn/ (omdat de korte i in een ij kan veranderen voor ng: Nederlandsche Spellijnghe)
Alles wat nodig is om tot /koˑniɣɪn/ te komen is dus de wegval van de ŋ, wat niet raar is in een onbeklemtoonde lettergreep, als ik het in een andere post aangehaalte "kɘto:r" mag geloven voor kantoor. Uiteraard kan de tweede klinker in konigin een [ɪ] blijven, al zal een moedertaalspreker dat in die positie waarschijnlijk interpreteren als een [ɘ]
En die j… misschien gewoon een restant in het Noord-Nederlands van de zachtere allofoon van g dat door sommigen als een j werd herinterpreteerd in plaats van in [x] te veranderen?