• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Laatste gedicht (6)

10 februari 2013 door Gert de Jager Reageer

Gert de Jager
 
Een van de gedichten uit Als ik als eerste aankom – niet het laatste gedicht – werd voorgepubliceerd op het gedichtenforum van poëzieweblog De Contrabas. Op dat forum vinden soms heftige discussies plaats – zonder veel respect voor rang of stand en getuigend van opvattingen die nogal uiteen kunnen lopen. Opmerkelijk was dat Wijnberg zelf de discussie afsloot door zíjn visie op het gedicht te geven. Hetzelfde gedicht, Dieu me pardonnera, kwam enkele maanden later uitvoerig ter sprake in een artikel van Jeroen Dera dat ook al over het moeilijke van Wijnbergs poëzie handelde.

Hoe maakt Wijnberg het zijn lezers moeilijk? Niet door ingewikkelde grammaticaliteit en een duivelse polysemie in ieder geval. In Dieu me pardonnnera ontmoeten we een ‘ik’ die zich eerst lijkt te identificeren met Napoleon en later met iemand uit diens entourage. Zeven volzinnen vullen zeven strofen van steeds weer vier regels waarin wat op het eerste gezicht niet al te lastig proza lijkt, rustig voortkabbelt. We zien enjambementen, maar die kunnen nauwelijks betekenisvol zijn. Wat de strofen onderling en intern verbindt is het principe van de  herhaling en de opsomming. Wat herhaald wordt, is de eenvoudige combinatie ‘ik zou’ of ‘zou ik’ en opgesomd wordt er door middel van het elementaire voegwoordje  ‘en’.

Het neemt niet weg dat enkele lezers behoorlijk zijn gaan bakkeleien en dat deden ze vooral over feiten. Hoe zat het precies met Napoleon, Talleyrand en Metternich – de drie personages die in het gedicht worden genoemd? Waarom gebruikt Wijnberg in de slotstrofe de formulering ‘paus van Rome’ – de paus is toch niet de geestelijk leidsman van alleen een stad? Wat doet Napoleon op een gegeven moment in Amerika? Hoe kan hij denken dat je daar kokosmelk kunt drinken? En waarom, o waarom, zou Talleyrand paus hebben willen worden en hoe zou hij Napoleon hebben kunnen  laten winnen?

Wanneer Wijnberg op de discussie ingaat, is dit het eerste wat hij schrijft: ‘Dames, heren, het gedicht gaat over veel tegelijk, maar het gaat zeker ook over wat is als vergeving of troost na mislukking, of als de behoefte daaraan of de hoop daarop.’ Ethiek en emoties vormen de impuls van het gedicht; in zijn Vrij Nederland-interview verklaarde Wijnberg dat ‘de lezer helpen’ de inzet vormde van zijn dichterschap en dit komt daarmee aardig overeen. De precieze feiten zijn onbelangrijk: ‘Ik denk/hoop dat dit enigszins werkt zonder meer historische achtergrondinformatie dan een vaag idee van de legendarische Napoleon en de legendarische Talleyrand.’ Wat weer wel belangrijk is, is de feitelijkheid waarnaar de titel verwijst: ‘(…) dit had een grap van Heine kunnen zijn (de titel is ook de helft van een Heine- citaat) die zelf weer een ironische Napoleon-vereerder was of wilde zijn.’ Dieu me pardonnera. C’est son métier. De woorden van Heine op zijn sterfbed zijn te mooi om niet in zijn geheel te citeren.

Vergeving, troost, hoop en ironie. Wanneer Dera zijn visie op het gedicht geeft, ziet hij vooral het laatste. Talleyrand krijgt in het gedicht een rol toebedeeld die haaks staat op zijn optreden  in de historische werkelijkheid. Een ‘ik’ vereenzelvigt zich met de grote Franse keizer, maar die illusie spat uiteen. De interpretatie is niet sluitend te krijgen – de lezer bevindt zich in dezelfde positie als de ‘ik’ die in de voorlaatste strofe de scherven van een schotel op de grond ziet leggen. Dera leest het gedicht vooral poëticaal en iconisch. Het betekent dat de morele impuls die Wijnberg zelf als eerste noemt, niet overweldigend is overgekomen. De mislukking is er, maar de troost niet.

Dat gold voor een geoefende lezer als Dera. Dat gold voor de geoefende en minder geoefende lezers op het forum. Wat Dieu me pardonnera misschien parten speelde, was de overmaat aan historische referenties. Die referenties leidden niet tot eenduidigheid – zoals een toon kan zweven, lijkt een referentie te kunnen zweven. Toch zijn het niet alleen de met geschiedenis beladen gedichten van Wijnberg die als moeilijk worden ervaren. Iets als zwevende referentie speelt misschien ook elders – het is misschien een stijlkenmerk. Het prozaïsche van Wijnbergs poëzie is misschien een tweede stijlkenmerk. Als ik als eerste aankombevat langere gedichten die op het eerste gezicht van een oogverblindende eenvoud zijn.

Vervolg op Laatste gedicht (1), (2), (3), (4) en (5); wordt vervolgd.

 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, letterkunde, poëzie

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d