Een misdaadfeuilleton
Door Marc van Oostendorp
“Ik vertik het!” riep Joop ineens. “We zijn hier toch een a-ca-de-mi-sche opleiding.” Hij telde de lettergrepen van het woord academische op zijn vingers. “De studenten mogen toch ook wel wat leren! We doen hier toch geen Frank-furt–stu-dies! Ik wil helemaal geen veertig studenten! Er hoeven toch geen honderden studenten per jaar af te studeren in de Middelnederlandse voegwoorden! Twee of drie is mooi genoeg.”
De uitdrukking Frankfurtstudies gebruikte Joop al zo lang Wouter zich kon herinneren. Of er ooit serieus sprake was geweest van een dergelijke opleiding wist hij niet, maar wel dat Joop het er al minstens vijftien jaar over had. “Ga even zitten, Joop,” zei hij. “Wat mij betreft vul je je colleges zo in als je zelf goeddunkt. Het gaat er nu alleen maar om dat we wat catchy titels verzinnen, zodat de afdeling Onderwijscontrol zoet is.”
Hij bestudeerde de lijst met cursussen die Joop nu aanbood in de master: ‘Middelnederlandse voegwoorden‘ I, II en III, en voorts een onderzoeksseminar dat dit jaar gewijd was aan ‘of en ovve’. “Ik stel voor dat je II en III andere namen geeft. II zou je kunnen noemen ‘Communicatie en media in de middeleeuwen‘ en III kunnen we herdopen tot, even kijken, ‘Het gebruik van nieuwe media in historisch onderzoek‘.” Wouter was altijd bijzonder tevreden over zijn creativiteit in het bedenken van namen die ‘de bovenste verdieping’ gelukkig zouden maken.
“Maar ik weet niks van communicatie! Of van media! Laat staan van nieuwe!”
“Onzin, Joop. Jij was volgens mij een van de eerste die het Corpus Gijsseling op zijn computer had staan. In 2002 al, ik weet het nog goed. En verder interesseert het natuurlijk niemand wat je echt doet tijdens het college.”
“Maar dat is toch bedrog! Dan komen er allerlei studenten op het college af die alles willen leren over communicatie of Twitter en dan krijgen ze iemand die er de ballen verstand van heeft!” Hij haalde zijn neus nog eens langs zijn mouw. “Ik verzet me al vijfentwintig jaar tegen deze onzin, en ik ga het niet opgeven, begrijp je! Over drie jaar en zeven maanden ga ik met pensioen, dan komt er ruim baan voor Frankfurtstudies! Maar tot zal ik me verzetten met alle mogelijke middelen.”
“Luister, Joop. Ik heb je altijd gedekt. Je gelooft het niet, maar ik vind het ook allemaal onzin, wat de faculteit wil. Maar soms moet je gewoon voor de vorm een beetje meebewegen. Ik zit vanmiddag ook weer de hele middag te vergaderen, terwijl ik veel liever aan mijn onderzoek zou werken.”
Hij stond op. “Ik zal er nog eens over nadenken,” zei hij ineens berustend. “Maar ik beloof niks.” Hij nieste.
Laat een reactie achter